QUERELLE
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2009-04-08
FILM
Het homo-erotische Querelle is Rainer Werner Fassbinders allerlaatste film uit 1982. Nog datzelfde jaar overleed de regisseur aan een overdosis heroïne. Laatste films hebben het nadeel dat ze veel meer met hun maker worden vereenzelvigd dan eerder werk en dat overkwam Fassbinder omdat zijn antiheld Querelle (Brad Davis) op het einde ten onder gaat. Nogal wat critici zagen er destijds – maar ook vandaag nog – een voorafbeelding in van Fassbinders eigen lot. Maar dat betekent dat het Duitse wonderkind zijn eigen dood minutieus zou hebben voorbereid, wat niet het geval is. Daar was ook geen reden toe, want hij stond op het hoogtepunt van zijn creatieve kunnen en bereidde sinds geruime tijd z’n overstap naar de Amerikaanse cinema voor. Fassbinders dood was een accident de parcours, eentje dat hij wellicht zelf tot elke prijs had willen vermijden. Toch wordt de mythe vooral gevoed door de vaststelling dat Querelle een totale breuk betekent met Fassbinders eerdere werk. De productie past niet in de lange rij belangrijke films die hij in de voorbije twee decennia had afgeleverd, ze sluit er ook niet op aan en ze kan ook nauwelijks beschouwd worden als een sterke nieuwe start in zijn carrière, want daarvoor is Querelle te weinig coherent, te weinig verrassend en te weinig vintage Fassbinder. Dus kon Querelle niets anders zijn dan zijn laatste statement, gewelddadig, confronterend en controversieel.
Vreemd genoeg is
Querelle eerder het tegenovergestelde van dat alles. Het tempo is traag zonder duidelijke verhaallijn, zonder duidelijk einddoel en de zeer nadrukkelijke homo-erotische scènes zijn nauwelijks aanstootgevend. Fassbinder vond z’n inspiratie in Jean Genets roman
Querelle de Brest (1947) die zich afspeelt in de Franse havenstad Brest anno 1935, een nest van dieven en moordenaars, prostituees en bloedgeile, gewelddadige zeelieden. Genet schreef overwegend autobiografisch; zelf zat hij regelmatig in de cel wegens vechtpartijen, inbraken, overvallen en prostitutie. In zijn werk verheerlijkte hij het dievenbestaan, ging hij tekeer tegen de burgerlijke maatschappij en idealiseerde hij de mannenliefde. Alleen die beide laatste interesses deelt R.W. Fassbinder met hem. Voor de rest zijn er weinig overeenkomsten: Genet stamde uit een zeer laag milieu en was z’n hele leven lang op één of andere manier een crimineel, terwijl Fassbinder altijd het product is gebleven van de Duitse burgerlijkheid. Wat beide artiesten wél delen is de frustratie over hun seksuele geaardheid. Die wordt verheerlijkt en opgehemeld, maar ook verguisd, geperverteerd, verloochend, verafschuwd en in verband gebracht met verraad, geweld en doodslag.
Bij het bewerken van Genets Querelle de Brest legt R.W. Fassbinder zijn eigen accenten, waardoor de al min of meer chaotische structuur van het boek nog meer uit elkaar valt. Hij bewaart Genets broeierige en homo-erotische sfeer, de monologues intérieures van Querelle en het hoogdravende gekwebbel van de geile luitenant Seblon die zijn zielenroerselen op een dicteerapparaat inspreekt terwijl hij zijn geprefereerde matroos van op een afstand bespiedt. Vervolgens voegt hij ingrediënten uit het theatermilieu toe die vervreemding creëren en de toeschouwer op een afstand houden: scènes met weinig beweging, bevroren (massa)taferelen, een fantastisch decor en typische Fassbinder-elementen: spiegels, horizontale en verticale obstakels die het beeld vervormen en verknippen, felle kunstlichtbronnen, lange cirkelvormige camerabewegingen, troebele achtergronden, kikker- en vogelperspectieven. Bovendien doet de regisseur nauwelijks een poging om door te dringen tot de ziel van zijn personages, want zelfs de meest toegankelijke figuren (Querelle, Lysiane en Seblon) wikkelen zich in een poëtisch en barok taaltje dat afstand schept in plaats van toenadering te creëren.
De centrale plaats van de actie is het café van Lysiane (Jeanne Moreau) en haar zwarte echtgenoot Nono (Günther Kaufmann) op de havenkaai, berucht tot ver over zee. In La Feria worden rekeningen vereffend tussen rivaliserende en jaloerse matrozen, er worden drugs gedeald en om het met de vrouw des huizes of met één van haar meisjes te mogen doen wordt er niet betaald, maar gedobbeld. Met Nono. Wie wint krijgt z’n zin, wie verliest wordt door de flink geschapen neger geneukt. Op het moment dat de film begint, leest Lysiane haar minnaar Robert de kaarten. Ze voorspellen de terugkeer van zijn broer Querelle, die uitgerekend op dat moment voet aan wal zet en La Feria binnenstapt. Genet noemt hem in zijn boek de Engel van de Apocalyps en het zal gauw duidelijk worden dat Querelle zich voorzien heeft van een one way ticket to hell. Om aan de weet te komen wat het betekent iemand te vermoorden, legt hij nog dezelfde dag een dealer om in de haven, dan dobbelt hij met Nono om Lysiane, manipuleert de dobbelstelen en laat zich door hem neuken, zoekt toenadering tot een Poolse dokwerker die een matroos heeft doodgestoken na een woordenwisseling en zorgt ervoor dat de arme man (die op hem verliefd wordt) de schuld op zich neemt voor de beide moorden. Vervolgens bezorgt hij de Pool een treinticket om veilig uit Brest weg te komen, maar verklikt zijn vertrekuur aan een informant van de politie. Op de kaai doet hij z’n verhaal over de neukpartij met Nono aan Mario, een politieman in Hell’s Angels outfit, vaste klant in La Feria en zelf een gerenommeerd homo. Opnieuw laat Querelle zich gebruiken, naar eigen zeggen omdat hij het leuk is gaan vinden, want niets doet er nog toe, hij heeft zijn donkere lotsbestemming inmiddels uitgestippeld. Tussendoor zoemt Fassbinder in op de driehoeksverhouding tussen Lysiane en de beide broers, op hun onderlinge haat-liefderelatie en op de hallucinaties van luitenant Seblon die uiteindelijk de eer aan zichzelf houdt en besluit om de jonge en geile matroos niet ter wille te zijn.
Fassbinders Querelle is een fantastische fabel die zich afspeelt in een dromerige omgeving. De set baadt in alle tinten van geel, met fel oranje voor de ondergaande zon aan het eind van de kaaimuur en grauwachtig blauw op de gezichten van de hoofdrolspelers tijdens de close ups. Het heeft nog maar weinig te maken met het grauwe en gore Brest van Jean Genet. Om de band te behouden monteert Fassbinder tekstborden tussen de verschillende fragmenten met daarop zinnetjes van Genet uit Querelle de Brest, maar ze zijn cryptisch en omfloerst van inhoud, bij wijlen zelfs naast de kwestie, en ze missen hun doel. Opgenomen in een gigantische hangar in Spandau bij Berlijn, heeft deze productie alle kenmerken van een gefilmde toneelvoorstelling, daar kunnen de vaak ingewikkeld en gedurfde camerabewegingen en -standpunten weinig aan veranderen. Met 104 minuten blijft Querelle onder alle omstandigheden een lange zit, want de regisseur slaagt er niet in om een synergie tot stand te brengen tussen de verschillende losse onderdelen van zijn scenario. Querelle is een brokkelig samenraapsel van verhalen zonder veel onderling verband, die zich toevallig op dezelfde plaats en op hetzelfde moment en met dezelfde figuren afspelen. In die zin heeft R.W. Fassbinder in Querelle gefaald.
In de schoot van Fassbinders oeuvre is er geen andere film waarmee
Querelle kan worden vergeleken. Er zijn wel overeenkomsten met Derek Jarmans
The Angelic Conversation en met
Pink Narcissus van James Bidgood, beide al geruime tijd uitgegroeid tot homo-erotische cultfilms. Marcel Carné, voorzitter van de jury op het Film Festival van Venetië in 1982, betreurde na de prijsuitreiking in een persoonlijk perscommuniqué dat Fassbinders
Querelle door zijn collega’s niet in overweging was genomen voor de Gouden Leeuw. Hij was naar eigen zeggen de enige verdediger van de film en hij bleef erbij dat die, ondanks het controversiële karakter en de vele negatieve reacties, ooit een plaats zou krijgen in de
geschiedenis van de cinema. De Gouden Leeuw ging in 1982 naar
Der Stand der Dinge van Wim Wenders, terwijl
Querelle uitgegroeide tot een cultfilm…
BEELD EN GELUID
Querelle is een toneelachtige productie met felle gele en oranje kleuren, met veel beige, bruine en grauwblauwe toetsen. Van realisme is geen sprake. De sfeer is broeierig en dat effect wordt verhoogd door de vaak kletsnatte gezichten en torso’s van de matrozen. Het beeld is korrelig en de achtergronden vaak wazig, een gewild effect van de regisseur om de aandacht van de kijker telkenmale in een vooraf bepaalde richting te dwingen. Af en toe is er sprake van edge enhancement, maar het valt nauwelijks op in dit vibrante decor. De soundtrack bevat het memorabele fragment met Jeanne Moreau in de titelsong, nl. Each Man Kills the Things He Loves op muziek van Peter Raab, Fassbinders huiscomponist, en op tekst van Oscar Wilde. Voor de rest maakt het geluid weinig brokken in deze overwegend dialooggestuurde film.
EXTRA'S
Een aantal Andere Trailers uit de A-film-catalogus.
CONCLUSIE
Querelle is een dubbeltje op zijn kant en misschien is voor één keer de seksuele geaardheid van de toeschouwer bepalend voor de eindconclusie, want deze Fassbinder-film is homo-erotisch van sfeer en onderwerp van begin tot einde en niet iedereen zal dus met dezelfde interesse naar deze productie kijken. Querelle doet het beslist goed bij toeschouwers die voeling hebben met de behandelde materie en wellicht veel minder bij degenen die het niet zo begrepen hebben op vrijende en frunnikende mannen. Het is een mysterie waarom R.W. Fassbinder per se Querelle de Brest van Jean Genet op het witte doek wilde brengen, want het is een blijft een buitenbeentje in zijn oeuvre.