MOON
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2010-04-26
FILM
De geest van
2001 - A Space Odyssey waart voortdurend rond in
Moon. Het verhaal van een eenzame astronaut (niet in de ruimte maar op een maanbasis ditmaal) en een al dan niet te vertrouwen computer met artificiële intelligentie, vertoont namelijk bijzonder veel parallellen met de klassieker van Stanley Kubrick. Maar ook op andere vlakken keek cineast Duncan Jones - zoon van David Bowie - duidelijk naar
2001: de sfeer van isolement, de kraaknette witte decors, het (sporadische) gebruik van klassieke muziek op de soundtrack. Toch slaagt de regisseur erin om
Moon een unieke identiteit te geven dankzij een niet bijster originele, maar wel relevante boodschap over 'big business', gemixt met een metafysisch thema over wat een persoon uniek maakt.
De prent opent met een reclameboodschap voor Lunar Industries, een bedrijf dat op de maan een erts ontgint dat de aarde van energie voorziet. De ontginning gebeurt door vier grote oogstmachines (genoemd naar de evangelisten), maar om mogelijke problemen op te lossen is ook één werknemer permanent aanwezig op de maanbasis. Sam was drie jaar lang die persoon en hij kijkt er nu naar uit om weldra terug te keren naar zijn gezin op aarde. Bij het controleren van een oogstmachine raakt hij echter gewond. Als hij ontwaakt in de ziekenboeg, krijgt hij het gevoel dat er iets niet pluis is. Computer Gerty heeft namelijk een videogesprek met Lunar Industries, hoewel Sam dacht dat de verbinding met aarde al een hele tijd verbroken was. En dus trekt hij op onderzoek uit op de plek waar zijn ongeluk gebeurde. Daar treft hij een gewonde astronaut aan die als twee druppels water op hem lijkt. Langzaam dringt het besef tot Sam door dat hij na zijn ongeluk door een kloon is vervangen.
De voortdurende interactie tussen de twee versies van Sam is het meest fascinerende gedeelte van
Moon. Hier komen immers cruciale filosofische vragen aan bod over wie we zijn en wat we zouden doen als blijkt dat ons leven een door anderen vastgelegde geboorte- en vervaldatum heeft. De overpeinzingen zijn weinig origineel (er zijn al tal van boeken en films over exact hetzelfde onderwerp), maar cineast Jones en scenarist Nathan Parker houden het zo puur en simpel dat de kijker het thema alsnog als een nieuw, origineel inzicht ervaart. Die eenvoud van vertellen vertaalt zich ook in de regie.
Moon is Jones' debuutfilm, maar de prent zit niet volgestouwd met kunstgrepen die zijn bedrevenheid in de verf moeten zetten. De scènes ogen integendeel spartaans, zelfs de indrukwekkende computergegenereerde maandecors. De trend wordt bovendien voortgezet in de prachtige, doch minimalistische muzikale score van Clint Mansell.
Een belangrijke bijdrage levert ook Sam Rockwel. Gedurende het grootste deel van de film is hij de enige acteur op het scherm. En als hij dan het scherm deelt met een ander, is het doorgaans zijn kloon. Zeggen dat de prent op zijn schouders rust, is kortom een understatement. Ik ben nooit een grote fan van de acteur geweest, maar eerlijk is eerlijk: hier zet hij een dijk van een prestatie neer. Rockwell slaagt er zelfs in subtiele karakternuances naar boven te brengen in de klonen, zodat (ook zonder een aantal visuele hints als een verbrande hand) meteen duidelijk is met welke kloon we te maken hebben. De enige andere vertolker van betekenis is Kevin Spacey, wiens karakteristieke stem computer Gerty tot leven wekt. De rest van de cast is louter te zien op computerschermen en in flashbacks.
Hoewel
Moon mateloos intrigeert, is het beslist geen overweldigende film. Dat de prent geënt is op eerdere films speelt
Moon parten - alle goede bedoelingen en originele aanpak ten spijt - maar het grootste probleem vormt de ontknoping die al te voorspelbaar is en in plaats van met echte diepgang, emotie of intelligentie, met een imitatie daarvan genoegen neemt. Het iets te optimistische gevoel van het slot laat je weliswaar eventjes in de waan dat je een uitstekende prent hebt gezien, maar dat maakt al gauw plaats voor het besef dat
Moon eerder een veelbelovend debuut is dan een volledig geslaagde productie. Wat niet wegneemt dat de prent één streepje voorheeft op zijn grote voorbeeld. In tegenstelling tot
2001 - waarbij ik al vier maal in slaap ben gevallen en dat ik dus nog nooit in één ruk heb uitgekeken - heb ik
Moon al tweemaal met plezier van de eerste tot de laatste minuut mijn netvlies laten prikkelen.
BEELD EN GELUID
De film krijgt geen grootse transfer, maar wel een goede. Over het kleurenpalet valt weinig te zeggen: niet moeilijk in een film die in wit- en grijstinten grossiert. Het contrast is nergens een probleem, maar de zwartniveaus in met name de CGI-beelden van de maan vallen wat tegen. De scherpte is over de ganse lijn goed. Omdat de soundtrack behoorlijk minimalistisch is, worden de boxen van je speakerset lang niet allemaal even hard aan het werk gezet, maar toch bevat het Dolby 5.1-spoor voldoende klankkleur om je in het verhaal te zuigen.
EXTRA'S
De schijf bevat twee extra's. Ten eerste is er een
Trailer voor de film, ten tweede een korte maar verhelderende
Making Of (16 min.). MInpunt is wel dat die laatste geen Nederlandse ondertitels bevat.
CONCLUSIE
Moon haalt de mosterd grotendeels bij Stanley Kubrick, maar bevat voldoende intrigerende ideeën om de kijker anderhalf uur lang te boeien. Als debuut kan de film kortom tellen. Beeld en geluid halen een goed niveau op deze disk, maar de bonussectie had meer extra's verdiend.