PIANOMANIA
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2012-03-22
DOCUMENTAIRE
In deze documentaire maken de regisseurs Robert Cibis en Lilian Franck een boeiend portret over Stefan Knüpfer, pianostemmer en concerttechnicus bij Steinway & Sons, een van de meest prestigieuze piano- en vleugelfabrikanten ter wereld sinds Henry E. Steinway in 1853 z’n eerst instrument bouwde en het bedrijf uitgroeide tot de nummer 1 in de sector met alleen Bösendorfer als concurrent in de strijd om de gunst van wereldberoemde pianisten. Knüpfer is al meer dan 20 jaar in dienst bij Steinway & Sons en hij is zonder twijfel de topspecialist inzake concertvleugels van het bedrijf dat een vestiging heeft in New York en in Hamburg.
Piano’s stemmen is eigenlijk het minste wat Stefan Knüpfer doet, want als we hem een jaar voor de Bach-opnamen van Pierre-Laurent Aimard in het Konzert Haus in Wenen ontmoeten, is de Steinway-vleugel al lang gestemd en praat hij met de pianist over de klank die het instrument behoort te produceren voor zijn Deutsche Grammophone-opname, de lengte van de klanktonen en de kleur van het geluid. Aimard wil voor een deel van het repertoire een open klank en voor een ander deel een eerder intimistische en gesloten geluid, bij voorkeur op hetzelfde instrument, wat Stefan Knüpfer voor bijna onmogelijk problemen stelt, want je kan met stukjes vilt en ander technisch gerief een vleugel op ontelbare manieren anders laten klinken, maar niet op twee verschillende manieren tegelijk. Bovendien wordt de Steinway-vleugel nr. 190 waarop Aimard voor het eerst met Knüpfer de partituur doorneemt over een tijdje naar Australië verscheept, want het instrument is voor veel geld verkocht.
Dus gaat Stefan Knüpfer in Hamburg op zoek naar een nieuw instrument dat Pierre-Laurent Aimard hopelijk zal bevallen. Die andere bekende pianist Till Fellner is aangetrokken om een aantal Steinways uit te proberen en niet lang nadien staat het prachtige instrument nr. 245 in de Mozartzaal in Wenen. Het aanpassen van de Steinway wordt een lange en moeizame opdracht. Knüpfer demonteert zo goed als elk onderdeel, vervangt de hamerkoppen, maakt ze soepeler door ze stuk voor stuk te prikken, schuurt een deel van de bovenste viltlaag gedeeltelijk weg om de klank van het instrument te verfijnen en begint dan aan het afstellen van de klank, waarbij het erop aankomt een eenvormig geluidsniveau en –timbre te realiserende, een tijdrovend precisiewerk dat een onfeilbaar gehoor en een volmaakt technisch kunnen veronderstelt. Als een paar dagen voor de repetitie van Aimard de geleverde hamerkoppen een fractie van een millimeter te kort blijken te zijn, raakt Knüpfer in paniek, want hoe krijgt hij het instrument nog op tijd klaar?
Pianisten zijn veeleisende mensen, of het nu een Lang Lang, een Brendel, Helfgott, Barto, Buchbinger of Aimard betreft, ze zijn allemaal bezig met klankkleur, timbre en afwerking, en wat de ene de perfecte combinatie noemt, is dat niet per se voor de andere. Maar Stefan Knüpfer verliest nooit z’n koelbloedigheid. De klant is koning, is z’n devies, en bovendien gaat het straks om niet minder dan opnamen voor de eeuwigheid. Ondertussen zorgt hij ervoor dat de vleugel voor een muziekfestival in Linz onder de beste voorwaarden afgeleverd wordt en dat de nr. 191 voor Australië feilloos z’n bestemming bereikt. De nieuwe hamertjes voor de nr. 245 komen met de post en ze passen! Tot in de vroege uurtjes is Stefan Knüpfer met lijm, een zaagje en een stofzuiger bezig om de vleugel speelklaar te maken. De volgende ochtend is hij nog uren bezig om de afstand tussen de hamerkopjes zeer precies af te stellen, want als ze de snaren niet nauwkeurig raken, is de klank niet zuiver, helder of transparant genoeg of het bereik van het geluid onregelmatig.
Neen, helemaal niet!, antwoordt Stefan Knüpfer op de vraag van de regisseur of hij niet liever zelf pianist was geworden. Ze hebben een zeer onregelmatig leven, meent hij, ze zijn nooit of zelden thuis; ze slapen heel vaak in een hotelkamer en eten onregelmatig en slecht. Het heeft allemaal dezelfde smaak. Het is slecht voor hun gezondheid. Ze hebben allemaal kwaaltjes. Zelf heeft hij een tijdlang pianogespeeld, maar uiteindelijk gaf hij de voorkeur aan de technische kant van de zaak. Ik probeer overal de beste piano’s te laten horen, zegt hij, maar ik heb het opgegeven om als een piano-Rambo de wereld rond te reizen. Het is ondoenbaar. Jammer genoeg zijn er te weinig uitstekend opgeleide pianostemmers. Stefan Knüpfer is een manusje-van-alles, want tijdens de Aimard-opnames rent hij voortdurende trappen op en af tussen de opnamestudio en de plek waar de opnametechnici zitten, maar schijn bedriegt, want zowel de pianist als de geluidsploeg zijn zich ervan bewust dat zonder zijn technisch vernuft het eindresultaat nooit het verschil zou kunnen maken.
Robert Cibis en Lilian Franck hebben Stefan Knüpfer gedurende een jaar gevolgd om de kijker een representatief beeld te schetsen van zijn werkzaamheden en daarin zijn ze perfect geslaagd, want naast zijn technisch werk aan de vleugels tonen ze hem ook in gesprek en tijdens oefensessies met o.a. Pierre-Laurent Aimard en Lang Lang, tijdens z’n zoektocht naar een nieuwe piano in Hamburg, in de onderbuik van het Konzert Haus op zoek met een assistent naar een gepast stoeltje voor Lang Lang die zich niet veilig voelt op het nieuwe type pianostoel dat Steinway heeft geleverd, aan de telefoon met het hoofd van de sjouwers van het Konzert Haus om een vleugel van de voorraad naar de concertzaal te brengen omdat Pierre-Laurent Aimard finaal toch nog een andere piano wil uitproberen, etc. Het is een veelzijdig en boeiend portret van een intelligente en vakbekwame duizendpoot die na meer dan 20 jaar nog altijd plezier schept in zijn werk en die een Steinway-vleugel zodanig kan manipuleren dat het resultaat niet minder dan perfect is. Hij staat zo scherp afgesteld, zegt hij over de vleugel die hij voor Aimard heeft geprepareerd, dat als ik hier of daar nog wat draai, het hele instrument omvalt!
BEELD EN GELUID
Het beeld van deze documentaire is prachtig en egaal. De opnamen zijn meestal op statief gedraaid, tenzij de omstandigheden dat niet toelieten (als de camera Stefan Knüpfer volgt door de gangen en zalen van het Konzert Haus bijv.), maar de scherpte is altijd in orde en de details blijven ook in donkere scènes grotendeels overeind. Op het licht heeft een documentairemaker gezien de vele onvoorziene omstandigheden weinig greep, maar dat valt in dit geval heel goed mee. Aan het geluid is er – hoe kan het anders – heel veel zorg besteed. Uiteraard is het moeilijk om met een piano 5.1-stunts te creëren, daarvoor is het instrument niet geschikt, maar het geluid is in elk geval altijd krachtig met diepe donkere tonen en helderklinkende hoge noten.
EXTRA’S
In de afdeling Extra’s noteren we een Interview Stefan Knüpfer over de samenwerking met toppianisten, over de ideeën die hem motiveren en over z’n eigen carrièrekeuze. Vervolgens een Interview met Pierre-Laurent Aimard die voornamelijk praat over de belangrijke rol van de pianostemmers en concerttechnicus, gevolgd door een paar interessante Verwijderde Scènes, de Originele Trailer en een Andere Trailer.
CONCLUSIE
Liefhebbers van piano’s en vleugels kunnen hun hart ophalen met deze documentaire waarin alles draait om het mooiste muziekinstrument dat ooit door mensenhanden is gemaakt. Het portret over Stefan Knüpfer is bijzonder interessant, boeiend en bij momenten zelfs grappig, en het zal ook de ruimere kring van liefhebbers van klassieke muziek en pianomuziek in het algemeen beslist aanspreken.