FILM
Niemand heeft weesjongetje Lewis (Daniel Hansen of Jordan Fry? Zelfs bij IMDB weten ze het niet meer) ooit willen adopteren, want de kleine bolleboos is altijd druk in de weer met wetenschappelijke experimenten met een explosief randje. Zijn geluk schijnt te keren wanneer hij op een uitvindersbeurs de jonge Wilbur (Wesley Singerman) ontmoet, die beweert dat hij met een tijdmachine uit de toekomst is gereisd. Het blijkt voorlopig bovendien geen bluf te zijn: Wilbur neemt Lewis mee naar de toekomst, waar Lewis de eer en het genoegen krijgt om zijn toekomstige familie, de Robinsons, te ontmoeten (vandaar de titel. Geniaal gevonden hè?). Uit de toekomst is echter ook de Man met de Bolhoed (Stephen J. Anderson) met een tweede tijdmachine komen aanwaaien, een schurk die er alles aan doet om Lewis' bijdrage aan de uitvindersbeurs te saboteren. Met de eerste tijdmachine stuk en de tweede in handen van de vijand lijkt het dat Lewis vast zit in een tijdperk dat het zijne niet is. Maar de slimme kerel zal er wel wat op vinden...
De fans die onvoorwaardelijk elk product van Disney de hemel in prijzen, lezen best nu eventjes een andere blog. Na de slechte boxoffice van
Home On The Range wilde de tekenfilmstudio het over een andere boeg gooien, en, inpikkend op het succes van
Toy Story van Pixar wilde het Huis van de Muis ook zich toeleggen op computeranimatiefilms. Recente producties als
Tangled hebben bewezen dat ze die kunst intussen onder de knie hebben, maar het leergeld dat ze ervoor hebben betaald is hoog. Erg hoog. Net als het ondermaatse
Chicken Little hoort deze film thuis in het era waarin Michael Eisner aan het hoofd van Disney stond en hij de tekenfilmstudio recht de vernieling inreed.
Meet The Robinsons is een verbluffend staaltje computeranimatie, maar heeft geen bezieling; waar de plot rond het weesjongetje-dat-niemand-wil fel potentieel heeft, wordt die plot in het hyperactieve tweede deel van de film finaal genekt door een opeenvolging van bizarre plotwendingen, ongeloofwaardige personages die uit de psychiatrische afdeling schijnen weggelopen te zijn, en een manifeste bloedarmoede op gebied van humor. Welk publiek de scenaristen - onder invloed van de verkeerde soort paddestoelen - met de film trachten te bereiken is al evenmin duidelijk: de wilde opeenvolging van willekeurige personages die uit het niets tevoorschijn springen en al even snel worden afgevoerd, is niet rechtlijnig genoeg om de aandachtspan van de kinderen te kunnen vatten - de hyperkinetische toekomst ziet er voor de allerkleinsten zelfs ronduit beangstigend uit - en niet kruidig genoeg om volwassenen mee te kunnen laten genieten.
BEELD EN GELUID
Wat de film ontbeert in inhoud, bezit deze zeker in vormgeving: kwaliteit troef. De kleurrijke kakofonie spat van het scherm, en de kleurverschillen worden nog eens scherp gebruikt om de verschillen tussen het heden en de toekomst in de verf te zetten. Alhoewel CGI-films in 2007 al technisch redelijk gevormd waren, is
Meet The Robinsons voor Disney echter nog wat
terra incognita: de animatoren hebben zaken zoals textuur en details en het gebruik van schaduwen nog niet helemaal in de hand, maar dat is niet noodzakelijk een tekortkoming van de transfer. De disk kan echter niet méér tonen dan er is, en zeker in vergelijking met computeranimatiefilms van de laatste vijf jaar merk je de ouderdom. De verschillende taaltracks op de disk zijn een bont allegaartje. Om ons tot de originele track te beperken: we moeten kiezen tussen een gecomprimeerde Engelse Dolby Digital 5.1-track en een ongecomprimeerde PCM 5.1-track, waarbij er vreemd genoeg wél ruimte was voor een Nederlandse dubbing in DTS. De geluidstracks zijn nog het best te vergelijken met een opgepompte versie van een Looney Tunes-cartoon, waarbij je omringd wordt door allerlei onaardse en kunstmatig aandoende speciale effecten, die even chaotisch zijn gecomponeerd als de film zelf. De evenwichten worden daarbij niet altijd gerespecteerd: er vliegen al af en toe eens wat dialogen richting surroundspeakers bijvoorbeeld.
EXTRA'S
Het bonusmateriaal is een inhoudelijk extreem mager beestje dat vier weken zonder eten heeft gezeten. De
audiocommentaartrack door regisseur Stephen J. Anderson is nog best te pruimen, want er vallen bijzonder weinig dode momenten in. De promotionele
documentaire "Inventing the Robinsons" (17:59) heeft echter een heel dun laagje vernis waar je zo kan doorkrabben. Een selectie aan
deleted scenes (6:54) zit nog in een storyboard-stadium en kan al dan niet met toelichting van de regisseur worden afgespeeld. Dan volgt er een stukje pedagogie in
"Keep Moving Forward: Inventions that Shaped the World" (6:25), een educatief filmpje met een schabouwelijke beeldkwaliteit. Dan volgen er nog twee
spelletjes,
Bowler Hat Barrage en
Family Function 5000, en alsof er iemand op een nieuwe lading Disneysterretjes te wachten zit, worden er nog twee pogingen gedaan om hopeloze gevallen te lanceren met een fusée in hun aars, middels een
videoclip.
Kids of the Future (3:25) wordt uitgevoerd door The Jonas Brothers, hét ultieme antwoord op een vraag die niemand durft stellen, en
Little Wonders (3:57) door ene Rob Thomas. Wie al dacht dat programma's als
The Voice talent opschraapten uit de bodem van de put, zal na het aanschouwen van deze twee stukjes muziek ongetwijfeld zijn mening naar onderen moeten bijstellen.
CONCLUSIE
Meet The Robinsons is om het beleefd uit te drukken één van de matigste producties waar de Disneystudio's haar naam aan heeft verbonden. Dat de film in tegenstelling tot enkele meer ambachtelijke films uit vervlogen tijden compleet in de vergeethoek is geraakt, is geen toeval.