Regie: Paolo & Vittorio Taviani
Met: Omero Antonutti, Saverio Marconi, Fabrizio Forte, Marino Cenna, Stanko Molnar, Nanni Moretti
Padre Padrone is gebaseerd op de biografie van Gavino Ledda, de zoon van een schaapherder, die in z’n boek beschrijft hoe hij aan het plattelandsleven ontsnapte en met de hulp van een collega-militair op latere leeftijd leerde lezen en schrijven en zich nadien op eigen kracht opwerkte tot een vooraanstaand taalkunde inzake Sardijnse dialecten. Z’n lot deelt hij met honderden andere jongemannen die in vergelijkbare omstandigheden volwassen werden en die als jonge volwassenen probeerden om naar Amerika te emigreren op zoek naar een beter leven. Omdat z’n vader de emigratiedocumenten niet wilde tekenen werd die uitweg voor Gavino geblokkeerd en stuurde z’n vader hem naar het leger om radiotechnicus te worden. Z’n jongere zussen gingen dienen, want na een zeer voordelige erfenis en een aantal financiële tegenslagen (slechte oogsten, etc.) zat het gezin opnieuw aan de grond. Na z’n legerdienst en zelfopleiding komt Gavino toch weer op de schaapskooi van z’n vader terecht. De wil om definitief te vertrekken is er wel, de moed ontbreekt voorlopig nog.
Padre Padrone is een neo-realistische film in de stijl van de grote Italiaanse voorbeelden. In de eerste helft van de film richten Paolo en Vittorio Taviani hun camera bijna uitsluitend op de schaapskooi en de bergweide om een beeld te tonen van het eenzame leven van een schaapsherdertje in een woeste omgeving en barre omstandigheden. We zien hoe hij aanvankelijk naar huis probeert terug te keren, wat hem met flink wat klappen wordt afgeleerd, en vervolgens zien we hem in gezelschap van een jongetje op een nabijgelegen weide en in een ondiepe kuil waarin hij overdag ligt te dagdromen. Het zijn lange scènes waarin weinig gebeurt en waarin een bijna onbeweeglijke camera leegheid en eenzaamheid suggereert. In een haast surrealistische scène zien we hoe de jonge schaapherdertjes zich bevredigen met schapen, kippen en zelfs met een ezelin, hoewel ze daarvoor eerst een klein verhoog van grote zwerfstenen moeten bouwen! In het tweede uur van de film is er meer actie en neemt het aantal locaties toe, maar de volwassen Gavino beklijft een stuk minder dan z’n jongere versie waardoor een deel van de betrokkenheid van de kijker verloren gaat. Indrukwekkender is het beeld dat ons van de samenleving getoond wordt: een patriarchale structuur waartegen niemand zich verzet, ook niet als er sprake is van uitbuiting, onderdrukking of zelfs misbruik. Het codewoord is samenwerken, want de natuur biedt weinig franje en de afstand tussen overleven en verhongeren is erg klein.
De gebroeders Taviani schilderen in Padre Padrone en hard portret van de Sardijnse plattelandssamenleving waarin weinig plaats is voor sentiment en die gestructureerd is volgens strenge hiërarchische lijnen die geen ruimte laten voor improvisatie of afwijkende meningen. Vrouw en kinderen schikken zich gewillig (of uit angst voor sancties) naar de wensen van het mannelijke hoofd van het gezin, dat vrij kan beslissen wie welke functie krijgt om het patrimonium te vergroten. Tegenspraak wordt niet geduld en desgevallend fysiek gesanctioneerd. Het is een wereld die al generaties lang op dezelfde manier functioneert en waarop de buitenwereld geen vat heeft. Zo is het bijv. onbegrijpelijk dat Gavino na z’n legerdienst naar z’n geboortehuis terugkeert en zich gewillig naar de schaapskooi laat verbannen in ruil voor z’n dagelijkse voedselrantsoen. Maar het is de realiteit die hem daartoe dwingt, want op Sardinië is er gewoon geen werk voor mensen die kunnen lezen en schrijven en die verder kijken dan de schaapskooi. Het patriarchale model houdt evolutie tegen, want het is op het verleden gericht, niet op de toekomst.