Regie: Ulrich Seidl
Met: Maria Hofstätter, Nabil Saleh, Natalya Baranova, Rene Rupnik
En dan op een keer blijkt haar echtgenoot weer voor de deur te staan. Twee jaar lang heeft hij bij z’n familie in Noord-Afrika gewoond, maar nu is hij terug en hoopt dat ze samen opnieuw kunnen beginnen. Anna Maria is niet in haar nopjes, want Nabil is niet alleen vanaf de heup verlamd waardoor hij zich in een rolstoel voortbeweegt, hij verstoort ook haar perfecte wereldje, want de crucifixen in de kamers stoot hij met z’n stok van de muur, het doek voor het schilderij van de Kaäba in Mekka wordt weggehaald en hij zet religieuze islamitische muziek op. Om z’n bewegingsvrijheid in te perken neemt Anna Maria z’n rolstoel weg en als hij blijft aandringen om met haar het bed te delen, verhuist ze naar de studeerkamer, want daar voelt ze zich veilig in de nabijheid van het immense crucifix. Nabil verwijt haar vreemdelingenhaat en racisme en hij grijpt naar alcohol waardoor hij agressief wordt en haar uitscheldt voor hoer en slettebak. Anna Maria’s geloof wankelt, want waaraan heeft ze dit verdiend?
Wie dacht dat Ulrich Seidl hem/haar de donkerste kantjes van het paradijs had getoond in Paradies: Liebe, die zal na een kwartiertje in deze film z’n mening moeten herzien, want terwijl die eerste film nog af en toe grappig was, laat de regisseur in Paradies: Glaube niet veel ruimte meer voor eenvoudige humor. Ernst en gelovigheid domineren Anna Maria’s leven en terwijl ze alles doet om God te behagen, ervaart ze toch overal zonde: overspelige mannen en venijnige vrouwen, seksverslaafden en vijandige ongelovigen. ’s Avonds zit ze urenlang op haar kamertje te bidden en zich te geselen, maar haar geloof krijgt een morbide tintje als ze op een keer het crucifix van de muur neemt en het na lang aaien en kussen tussen haar benen stopt met niet mis te verstane gevolgen. Net zoals Teresa uit Paradies: Liebe is Anna Maria een vereenzaamd wezen op zoek naar liefde en geborgenheid, hoedanigheden die ze in Seidls paradijs duidelijk niet vindt, maar zoveel meer in de beeltenis van Jezus op het crucifix in haar studeerkamertje en op het bidprentje naast haar bed, want ze noemt hem mooi en ze voelt zich vereerd omdat hij haar in de ogen kijkt, en bovenal vertelt ze de figuur op de foto dat ze van hem houdt…
Paradies: Glaube is evenwel minder sterk dan z’n voorganger. Ook in Paradies: Liebe was er af en toe sprake van overbodige herhalingen, maar in deze film gebeurt echt te weinig om het verhaal bijna 2 uur te rekken. Een knip van 20 minuten was de productie beslist ten goede gekomen, wat niet betekent dat er hier sprake zou zijn van een weinig interessante film, want in laatste instantie weet Ulrich Seidl de meubels altijd nog te redden door de verrassende manier waarop hij z’n onderwerpen in beeld brengt, wat in dit geval betekent, geen close-ups, maar een opeenvolging van perfecte locaties en rake observaties die door Ed Lachman en Wolfgang Thaler in prachtige beelden zijn omgezet. Het is dan ook jammer dat Seidl de boodschap er als het ware inramt, waardoor de kijker niet veel ruimte wordt gelaten om zelf z’n conclusies te trekken. Vooral de manier waarop moslim Nadir geportretteerd wordt is onnodig aangedikt met de klassieke clichés over het religieus en cultureel fanatisme van islamieten. Het procedé is weinig doelmatig om de figuur van Anna Maria te verklaren, want die leren we veel beter kennen via de mensen die ze tracht te bekeren. Waarom ze Nadir niet gewoon buiten gooit of van hem probeert te scheiden, dat vernemen we trouwens onrechtstreeks uit een gesprek met een man en een vrouw die ongetrouwd samenwonen en die ze ervan probeert te overtuigen dat de straffe gods hen zal treffen. Met Nadir zelf heeft het uiteindelijk weinig te maken.
Maria Hofstätter is een sublieme actrice. In Hundstage (2001) trok ze destijds alle aandacht als de tetterende liftster die alles wist over seksstandjes en die er niet voor terugdeinsde om wie haar een lift aanbood indiscrete vragen te stellen over z’n erecties en het aantal keer dat hij of zij het nog deed, waardoor ze elke keer in de berm van de weg belandde; in Paradies: Glaube zet ze een vrouw neer waarin je als kijker zonder meer gelooft, want Hofstätter speelt met een vaardigheid en een flair waardoor Anna Maria op elke andere doodgewone vrouw lijkt van wie we ons kunnen voorstellen dat ze zich als gevolg van haar geïsoleerde positie in de wereld op een doel richt dat buiten deze wereld ligt, op God, en meer bepaald op z’n menselijke verschijningsvorm Jezus Christus. Dat ze uiteindelijk veel verder gaat dan pure aanbidding en verering, het is niet meer dan een menselijke trek, want uiteindelijk is seksualiteit een integraal onderdeel van elk menselijk wezen, en dat precies een ogenschijnlijk onschuldig iemand als Anna Maria in dat stadium verkeert is er het beste bewijs van.
Zoals eerder vermeld is de toevoeging van de Arabische echtgenoot Nabil maar gedeeltelijk een succes, want zijn religieus fanatisme is veel minder uitgesproken en schijnbaar veel meer een gevolg van het personage Anna Maria dan van een persoonlijke overtuiging. Dat Ulrich Seidl zijn toevlucht neemt tot bekende clichés over islamieten is niet bevorderlijk voor de geloofwaardigheid, tenzij je je als kijker goed voelt bij een zwart-wittekening van alles wat met de islam te maken heeft. Paradies: Liebe dankte z’n kracht precies aan het feit dat de beweegredenen van de Nigeriaanse gigolo’s niet tot extreme proporties werden opgeblazen, maar eerder zijdelings meegedeeld, waardoor de aandacht op het hoofdpersonage gericht bleef. Paradies- Glaube valt als gevolg van het gehanteerde procedé een beetje uiteen in twee stukken van verschillende kwaliteit en dat is jammer.