Regie: Gideon Raff
Met: Gal Zaid, Yael Eitan, Salim Dau, Sendi Bar, Hadar Ratzon Rotem, Yaël Abecassis, Mili Avital, Assi Cohen, Adi Ezroni, Ishai Golan, Yoram Toledano, Guy Selnik
Na lange onderhandelingen slagen de Israëlische autoriteiten erin om drie militairen te ruilen tegen een veelvoud van vermeende Palestijnse terroristen. Uri Zach en Nimrod Klein hebben 17 jaar in gevangenschap doorgebracht in de buurt van Damascus (Syrië). Hun collega Amiel Ben-Horin heeft het niet overleefd. Diens zusje Yael krijgt tijdens de officiële ceremonie op de Ben Gurion-luchthaven niet eens de kans om afscheid te nemen, want volgens de militaire arts is z’n lichaam té fel beschadigd. Uri en Nimrod staan er op hun beurt lichtjes beteuterd bij. De vrouwen die hen op staan te wachten herkennen ze nauwelijks en Nimrods volwassen dochter was destijds twee terwijl z’n vrouw in verwachting was van z’n 16-jarige zoon Hatzav. Ze kinderen kennen hem niet. Hij dringt hun goed georganiseerd leventje binnen en dat stellen ze niet op prijs. Uri staat voor een ander probleem: z’n vrouw is ondertussen met z’n broer getrouwd met wie ze een zoon heeft. De Israëlische geheime dienst heeft z’n vrouw en broer verplicht om met het oog op z’n terugkeer tijdelijk apart te wonen en over hun huwelijk te zwijgen, maar tijdens z’n gevangenschap heeft men Uri een Israëlisch roddelmagazine toegeschoven waarin het hele verhaal van naaldje tot draadje stond afgedrukt onder de titel: ze heeft bedrog gepleegd.
De dag na hun thuiskomst melden Uri en Nimrod zich zoals hun is opgedragen in een zgn. revalidatiecentrum, maar het schrikdraad en de militairen in elke gang van het gebouw voorspellen niet veel goeds en Uri’s voorgevoel word bevestigd als ze kennismaken met Haim, de legerpsychiater die hen de komende weken zal begeleiden met het oog op een soepele re-integratie in de maatschappij, maar die vooral wil weten wat er de afgelopen 17 jaar allemaal is gebeurd, welke militaire geheimen ze wellicht prijs hebben gegeven en in hoeverre ze besmet zijn met het gedachtegoed van de vijand. Wat Uri en Nimrod niet weten – maar wellicht wel vermoeden – is het feit dat Haim voor de Israëlische staatsveiligheid werkt en dat het er hem om te doen is na te gaan in hoeverre ze een gevaar betekenen voor de nationale veiligheid. Zo ontdekt hij dat ze een geheime lichaamscode hebben om met elkaar te communiceren, maar als de vertaling van hun nauwelijks zichtbare gebarentaal geen bruikbare informatie oplevert, is hij verplicht om ze te laten gaan. Undercoveragente Leila Qasab wordt eropuit gestuurd om het aan te leggen met Uri, die ondertussen bij z’n oude vader is ingetrokken, in een poging hem in een valstrik te lokken. En dat er wel degelijk iets aan de hand is, dat verneemt de kijker uit de flasbackscène waarin Nimrod net voor z’n vrijlating in Damascus een telefoonnummer in de hand gedrukt krijgt met de mededeling dat het wellicht ooit z’n leven kan redden...
Zoals u merkt gaat het in Prisoners Of War niet om één, maar om drie Israëlische soldaten die uit gevangenschap terugkeren, waarvan eentje jammer genoeg in een body bag. Yael Ben Horin heeft samen met haar ouders 17 jaar op haar broer Amiel gewacht. Hun leven stond ondertussen zo goed als stil. Dat hij het niet heeft overleefd is een harde klap voor de jonge vrouw die ondertussen ook haar beide ouders heeft verloren. Maar tot haar grote verbazing verschijnt Amiel regelmatig in haar omgeving en kan ze met hem praten over wat hem is overkomen en hoe moeilijk ze het al die jaren heeft gehad. Yael is bang dat ze gek wordt, maar schijnbaar praten ook andere vrouwen met hun overleden echtgenoten en zoons en dus accepteert ze de situatie. Talia Klein heeft 17 jaar actie gevoerd voor de gekidnapte soldaten, maar nu Nimrod weer thuis is, valt haar gezinnetje beetje bij beetje uit elkaar. Hij is veranderd en de kinderen kennen hem niet en z’n nachtmerries, angstaanvallen en paniekreacties maken het samenleven zo goed als onmogelijk. Nurit Zach, die door de Israëlische publieke opinie is uitgespuwd omdat ze met Uri’s broer is getrouwd, krijgt het moeilijk als blijkt dat ze haar oude liefde niet heeft kunnen vergeten en als ook Uri blijk geeft van soortgelijke gevoelens, raakt ze helemaal in de war.
Een ander belangrijk verschil is het feit dat in Prisoners Of War de terroristenjager geen vrouw is maar een man. Haim blijft overigens veel meer op de achtergrond zoals een geheimagent in werkelijkheid pleegt te doen, terwijl voor de oppervlakkige liefdesgeschiedenis met Uri de aantrekkelijke geheimagente Iris op pad wordt gestuurd, maar haar rol komt nooit in de buurt van die van Carrie Matheson uit Homeland: Iris is niet geschift, ze is niet geobsedeerd door Uri en ze probeert ook niet echt in z’n leven binnen te dringen om ten koste van om het even wat z’n geheim te ontmaskeren, waardoor op geen enkel moment in de hoofdrol terechtkomt zoals haar blonde Amerikaanse collega. Anderzijds is Haim vele malen gevaarlijker dan Carrie Matheson en haar mentor Saul Berenson samen, want Haim houdt niet van spelletjes en al helemaal niet van drama en hij ervaart de mogelijke hersenspoeling van Nimrod en Uri ook veel meer als een persoonlijke bedreiging, maar dat geldt wellicht voor iedereen die in het Israëlische-Palestijnse wespennest verstrikt raakt.
De acteurs in Prisoners Of War zijn uiteraard nauwelijks te vergelijken met de Amerikaanse Homeland-sterrencast, maar dat betekent niet dat ze minder sterke karakters neerzetten. Integendeel, Prisoners Of War put veel meer uit gevaarlijke situaties die zich in het echt leven hebben voorgedaan en uit leed dat mensen echt hebben meegemaakt. De acteerprestaties zijn eerder sober en doordrenkt van realisme, het geweld is gewelddadiger en tegelijk realistischer en de situaties zijn bij momenten pijnlijk en hartroerend, waarbij trouwens niet alleen het aangedane leed aan Israëlische, maar ook aan Arabische kant getoond en voelbaar gemaakt wordt. Waarmee Prisoners of War toont wat Homeland nooit kan tonen, nl. hoe mensenlevens kapot gemaakt worden omdat politieke leiders er niet in slagen om tot een eerbaar compromis te komen en het geweld te smoren.