Regie: Bert Layton
Met: Adam O’Brien, Anna Ruben, Cathy Dresbach, Alan Teichman, Ivan Villanueva, Maria Jesús Hoyos, Anton Marti, Amparo Fontanet, Ken Appledorn
Omdat er sprake zou zijn van de betrokkenheid van hogere Amerikaanse militairen, verschijnt het FBI ten tonele, want dat wil meer weten over de omstandigheden ten einde de daders op te pakken. De antwoorden van Nicolas Barclay overtuigen de FBI-ondervraagster evenwel niet en bovendien verrast haar het feit dat een blonde jongen met blauwe ogen drie jaar later een zeer donkere baargroei heeft en bruine ogen. Een psycholoog en specialist in taalaangelegenheden meent dat de man die voor hem zit onmogelijk in een Amerikaanstalige omgeving kan zijn opgegroeid, want hij blijkt niet in staat om met een Amerikaans-Engels accent te spreken, wat zeer ongewoon is voor kinderen die tot hun dertiende wél in een dergelijk omgeving zijn opgegroeid. Het FBI vraagt om een DNA-test ter bevestiging van de identiteit van de uit Spanje teruggekeerde jongeman, maar Nicolas’ moeder weigert haar medewerking. Een privédetective die toevallig een tv-optreden van Nicolas Barclay in de studio bijwoont, komt tot het besluit dat er tussen de oorschelpen van de jonge en de oudere Nicolas geen overeenkomsten zijn en dat er dus sprake is van fraude. Uiteindelijk is iedereen het er over eens dat de nieuwkomer niet de verdwenen zoon van de Barclays uit San Antonio is, maar de gezinsleden blijven erbij dat deze Nicolas hún Nicholas is.
Regisseur Bert Layton presenteert The Imposter als een documentaire, maar hij gebruikt tal van filmische trucs om z’n materiaal op een interessante en spannende manier aan de man/vrouw te brengen. Zo maakt hij gebruik van een acteur om fragmenten uit het leven van zijn hoofdpersonage na te spelen, laat hij de echte betrokkenen aan het woord indien mogelijk en toont hij snippers uit homevideo’s en uit journaalbijdragen om de realiteit zo dicht mogelijk te benaderen. Hij vertelt het verhaal chronologisch en eist dus van de geïnterviewden dat ze zich inleven in de episode die op dat moment wordt behandeld. Het is geen makkelijke werkwijze, want vooral de direct betrokkenen kennen de voortgang en weten hoe de affaire uiteindelijk is afgelopen, maar omdat proces in goede banen te leiden kan Layton uiteraard ook een beroep doen op een resem montagetechnieken, als hij al niet tijdens het draaien een aantal kansen heeft benut. Bijgevolg is The Imposter een documentaire die heel dicht aanleunt bij een arthousefilm en nog meer omdat de regisseur niet probeert om de zaak tot in de kleinste details uit te spitten, maar er voor kiest om een zekere mate van geheimzinnigheid en onduidelijkheid omtrent de intenties van de bedrieger én die van de familie Barclay in stand te houden. Je kan het als kijker betreuren uiteindelijk niet over alle details te beschikken, maar het komt de algemene indruk die The Imposter maakt ten goede en de hele affaire houdt je beslist nog een tijdje bezig.
De acteerprestaties zijn zo goed dat het onmogelijk is om te bepalen wie indertijd echt bij de zaak betrokken was en wie in de huid kruipt van een personage. Als debutant maakt Adam O’Brien in elk geval een uitstekende indruk, want je gelooft gewoon dat hij Frédéric Bourdin is, en dat geld eveneens voor Anna Ruben die in de huid kruipt van Carey, de oudere zus van Nicolas Barclay, een actrice die maar sporadisch op het witte doek te zien was en in Europa zelfs helemaal niet. De echte Carey maakt dan weer een erg rustige, maar gedreven indruk tijdens de interviews en omdat ze gevoelsmatig nooit vooruit loopt op de feiten, maar de verschillende stadia netjes afbakent tijdens haar relaas, klinkt ze ongewoon overtuigend. Cathy Dresbach neemt de rol van Nicolas’ moeder Nancy Fisher voor haar rekening en zelf brengt ze – net zoals haar dochter - een zeer overtuigende performance, zij het dat de minimale emotionele ondertoon van haar testimonium haar misschien af en toe toch een beetje verraadt.
Naast de uitgebreide interviews met familieleden, buren en mensen van het FBI, doet Bert Layton ook een beroep op oude homevideo’s en fotomateriaal om de kijker een blik te gunnen op de echte personages uit z’n verhaal, maar vooral ook om het hemelsbrede fysieke verschil tussen Nicolas Barclay en Frédéric Bourdin zichtbaar te maken, waarvan je je blijft afvragen waarom het Carey en daarna haar moeder Nancy niet is opgevallen of waarom ze allebei besloten om de vreemdeling als hun broer en zoon te accepteren, terwijl minstens één familielid, nl. Careys zwager, had aangegeven dat hij grote twijfels had en er zelfs van overtuigd was dat het om een persoonsverwisseling ging. Het blijft een mysterie waarom mensen iets dergelijke doen, waarvan Bourdin na z’n ontmaskering trouwens handig gebruik maakte om te suggereren dat de Barclays hun jongste misschien zelf hadden omgebracht en begraven in de tuin en hem – Frédéric Bourdin – misschien gebruikten om de affaire definitief te camoufleren. En zoals het dan gaat in dergelijke situaties worden de slachtoffers van de ene op de andere dag verdachten, een smet die ze nooit meer kwijt zullen raken. Pijnlijk en mysterieus.
Het geluid is uiteraard niet zo erg indrukwekkend, maar geen mens die dat verwacht in dit soort docudrama. Ter compensatie is een minimalistische, maar zeer effectieve soundtrack gecomponeerd die de voortgang op een perfecte manier ondersteunt.