Regie: Klaas van Eijkeren
Met: Timothy Flohr, Pascal Vugts, Ricardo Esser, Tijs Huys, Gabriel van Eekelen
De regelmatige correspondentie met z’n vader houdt Arthur op de been, maar als die ziek wordt en na een tijdje overlijdt, staat de jonge Nederlander er alleen voor. Hij neemt het jonge Vlaamse groentje Jules onder z’n hoede, want niets motiveert beter dan verantwoordelijkheid, en verbeten gooit hij zich in het strijdgewoel, want als je vecht hoef je niet na te denken. Een gasaanval op de Franse loopgraven wordt goed opgevangen als gevolg van de informatie van een gevangengenomen Duitse soldaat, maar tijdens de reddingspoging van een kameraad, verliest Arthur z’n beschermend maskertje en dat zal niet zonder gevolgen blijven…
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Nederland neutraal, wat betekent dat het land niet in het oorlogsgeweld werd meegesleurd en bijgevolg is er in Nederland ook niet heel veel te herdenken naar aanleiding van de 100ste verjaardag van het begin van De Groote Oorlog. Toch waren er Nederlanders die vonden dat hun land z’n buurlanden bij had moeten staan want dat de verdediging van de vrijheid een zaak was van alle Europeanen en niet alleen van België en Frankrijk, want bewezen de Britten niet dat de situatie op het continent ze dicht aan het hart lag, en de Amerikanen na hen? Dat er wel degelijk Nederlanders de wapens hebben opgenomen tegen Duitsland, is een feit dat nauwelijks bekend is en nog veel minder de aandacht trekt. Vooral jonge Nederlanders in het buitenland (België en Frankrijk) voelden zich moreel verplicht om voor hun gastland in de bres te springen en meldden zich dan ook aan, niet beseffend in welk hellevuur ze zich begaven. De jonge Arthur Knaap was eentje van hen en ook hij had er zich beslist wat anders bij voorgesteld. Als jonge onervaren student trok hij naar het vreemdelingenlegioen om vier jaar later als een volwassen man te voorschijn te komen. Z’n ervaringen aan het Franse front beschreef hij in de brieven aan z’n vader in Zandvoort en Klaas van Eijkeren baseerde zich erop voor z’n film Patria.
Patria is evenwel geen oorlogsfilm in de ware betekenis, want Van Eijkeren is niet zozeer in het oorlogsgeweld dan wel in de soldaten in de loopgraven geïnteresseerd. Z’n camera staat m.a.w. altijd in de buurt van de mannen die vier jaar van hun leven in de modder en de kou van het Noord-Franse front hebben doorgebracht. Ze houden er de moed in met de pakjes en de brieven van thuis, en ze spreken het thuisfront moed in, ook al leven ze zelf in de allergrootste miserie, want wapens en munitie zijn schaars en er is voortdurend een tekort aan fatsoenlijk schoeisel en warme kleren. Van Eijkeren vertelt het verhaal in korte fragmenten die van elkaar gescheiden worden met zwart, vaak op een bijna documentaireachtige manier, waarin hij de situatie aan het front op een realistische manier weergeeft. Van heldhaftigheid is in Patria geen sprake, het gaat erom elke kleine confrontatie met de vijand in het eigen voordeel te beslechten en tegelijk het vege lijf te redden, want vaak komt het tot ouderwetse man-tot-mangevechten en zijn messen efficiënter dan geweren en handgranaten, terwijl het verraderlijke gas als een stille en verraderlijke ochtendmist door de loopgraven kronkelt.
Patria is m.a.w. geen heldenverhaal en nog veel minder een vertelling over heldendaden, want de Eerste Wereldoorlog was vooral een smerige oorlog met een frontlijn die nauwelijks bewoog. Heel veel jonge mannen hadden het zich anders voorgesteld, niet alleen in Nederland, maar ook in Engeland en andere geallieerde landen, en ze werden getekend door de gruwelen en de primitieve levensomstandigheden. Regisseur Klaas van Eijkeren toont hun ontnuchtering en hun lijden, en uiteraard waren ze stuk voor stuk helden, maar wie er niet bij was, besefte niet wat hen was aangedaan.