Regie: Jérôme Cornuau
Met: Raphaëlle Agogué, Jean-Hugues Anglade, Benjamin Blanchy, Tatiana Gousseff
De politie van Bordeaux vindt in een verlaten treinstation het lijk van een man. Het hoofd van het slachtoffer is verwijderd, de man is schijnbaar aan een overdosis overleden en z’n romp is in de afhakte kop van een stier geschoven: de Minotaurus. De jonge poiltie-inspecteur Anaïs Chatelet wordt met haar team op de affaire gezet, en zij komt de dag nadien in de instelling van Mathias Freire terecht, want daar heeft men een man opgenomen die zich de vorige avond in de buurt van het station ophield en die geen verklaring heeft voor het bloed van het slachtoffer op z’n T-shirt. Er is één probleem: de jonge visser lijdt aan geheugenverlies. De zaak lijkt het werk van een gestoord individu, maar als een tweetal dagen later de visser en z’n jonge vrouw worden doodgeschoten en de daders het schijnbaar ook op het leven van Mathias hebben gemunt, gaan de poppen aan het dansen, dat wil zeggen: Anaïs Chatelet gelooft niet dat er sprake is van een toevallige moordpartij, want de auto van de daders blijkt toe te behoren aan Metis, een bedrijf dat gespecialiseerd is in de aanmaak van chemische producten en de handel in wapens.
Het spoor dat Chatelet volgt lijkt bezaaid met lijken en wat meer is, de moorden zijn op een rituele manier uitgevoerd en verwijzen stuk voor stuk naar mythologische figuren. Het duurt niet lang voor het bewijsmateriaal in de richting van Mathias Freire wijst, en die is niet verrast, want hij heeft eerder de vermoorde jonge visser onder hypnose ondervraagt en daaruit bleek dat zij dezelfde nachtmerries hebben: ze lopen langs een lange witte muur, gevolgd door hun schaduw, die plots niet meer meebeweegt. Als gevolg van het belastend bewijsmateriaal moet Mathias onderduiken, en het wordt hem gauw duidelijk dat hij niet is wie hij denkt te zijn. Het spoor loopt in de richting van Marseille, en daar ontmoet hij opnieuw Chatelet, want die heeft uit het bewijsmateriaal dezelfde conclusies getrokken. Maar zij raakt ook steeds meer bij de zaak betrokken, want uit het speurwerk van haar medewerkers blijkt dat haar vader aandelen heeft in Metis en dat hij zelfs de oprichter is van het bedrijf. Het patroon is ondertussen duidelijk: alle slachtoffers of bedreigde personen lijden aan een mysterieuze vorm van geheugenverlies en bij de lijken is ofwel het hoofd of gewoon de neus verwijderd. En dan ontdekt men op een scan – na een heftig handgemeen tussen Mathias Freire en twee politieagenten – dat er ooit een metaalachtig cilindertje in z’n neusbrug is aangebracht…
Met The Passenger bewijzen de Fransen dat ze niet onder moeten doen voor Amerikaanse of Scandinavische misdaadseries, maar dat hadden we u al eerder gesignaleerd in verband met Braquo en Engrenages (2005-2012), die zelfs in Groot-Brittannië het kleine scherm hebben gehaald. The Passenger is van hetzelfde niveau, en de makers hebben een uitstekende keuze gemaakt met Jean-Hugues Anglade, die ze trouwens op een totaal andere manier karakteriseren, waardoor er geen sprake is van een flauwe remake van Braquo. De acteur voelt zich als een vis in het water in de rol van de gestoorde psychiater Mathias Freire en hij beschikt over voldoende metier om een flinke afstand te creëren tot het personage Eddy Caplan. Raphaëlle Agogué hadden we niet meteen herkend als Sura Weismann uit La Rafle (2009). Zij neemt de vrouwelijke hoofdrol voor haar rekening in The Passenger, en net zoals Caroline Proust uit Engrenages, doet ze dat op een uitstekende manier. Uit beide series hebben de makers overigens nog minstens twee acteurs gerekruteerd: Dominique Daguier (Procureur Machard uit Engrenages) als een kunstverzamelaar in Parijs, en Joseph Malerba (politieman Walter Morlighem uit Braquo) als het hoofd van een psychiatrische instelling in Marseille.
The Passenger is gebaseerd op het gelijknamige boek van de Franse auteur en producer Jean-Christophe Grangé, die zelf ook het scenario voor de zes afleveringen schreef. Het is van begin tot einde een spannende misdaadserie die zich afspeelt in het milieu van frauduleuze chemiereuzen, corrupte politici en machtige lobby’s die de menselijke geest proberen te conditioneren en waarbij de slachtoffers zich niet of nauwelijks bewust zijn van het feit dat ze misbruikt zijn en ingezet voor acties die uitsluitend de doeleinden van hun manipulators dienen. Maar bovenal is het de zoektocht van een van moord beschuldigde psychiater naar de waarheid, naar z’n oorspronkelijke ik en naar de oorzaken van z’n geheimzinnige levenspad in de loop van de voorbije jaren. Daarbij kan hij rekenen op de hulp van een hem welgezinde vrouwelijke politie-inspecteur, die evenwel zelf in de problemen komt wegens de betrokkenheid van haar vader bij malafide praktijken die hun oorsprong vinden in het dictatoriale Chili van Augusto Pinochet.
De soundtrack van de ons onbekende Franse componist Olivier Florio is bij momenten heftig en ondersteunt op een perfecte wijze de spanning.