THEORY OF EVERYTHING, THE (BLU-RAY)
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2015-05-20
FILM
De pas in Cambridge gepromoveerde fysicus Stephen Hawking (Eddie Redmayne) slaagt er maar niet in om een onderwerp te vinden voor zijn doctoraat. Zijn promotor, professor Sciama (David Thewlis) erkent wel de briljantie van zijn pupil: als hij zijn doctoraatsstudenten bij wijze van oefening tien quasi onmogelijk op te lossen opgaven uit de theoretische fysica geeft, excuseert Hawking zich dat hij er 'maar' negen heeft gevonden terwijl zijn medestudenten er één, hoogstens twee hebben opgelost. Hawkings hoofd staat dan ook meer naar de meisjes: vooral de studente Romaanse letterkunde Jane Wilde (Felicity Jones) kan zijn hart bekoren, alhoewel het meisje diepreligieus is en Hawking als theoretische natuurkundige niets anders kan zijn dan rabiate atheïst. De slungelachtige Hawking is niet dadelijk de handigste, hij stoot al eens een kop koffie om of struikelt over zijn eigen voeten. Het probleem blijkt echter erger te zijn dan dat: na een ongelukkige val op een binnenplein van een college wordt Hawking aan een onderzoek onderworpen en gediagnoseerd met een vorm van de spierziekte ALS. De prognose is dat hij gaandeweg zijn motoriek zal verliezen en nog hooguit twee jaar te leven heeft.
Jane is intussen ook danig verliefd op de jongen geworden en met de zegen van hun ouders trouwen ze, vastbesloten om nog van het leven te maken wat er van te maken valt, hoe kort dat ook mag zijn. Na een lezing van de wiskundige Roger Penrose (Christian McKay) krijgt Hawking plots het idee dat hij wil bewijzen dat het universum is ontstaan uit een tijd-ruimtesingulariteit die op dat moment nog niet onder de naam Big Bang is bekend, maar het wel zal worden. Hawking promoveert tot doctor en neemt zich voor om de rest van zijn carrière te wijden aan het zoeken naar een unificerende theorie die zowel verschijnselen van zeer grote delen materie, die onderworpen zijn aan de relativiteitstheorie van Einstein, te verenigen met de compleet verschillende fysica waar elementaire deeltjes aan zijn onderworpen, de quantummechanica. Regelmatig trekt hij zijn eigen theorieën in twijfel om met nieuwe modellen op de proppen te komen. Zo theoretiseert hij dat zwarte gaten niet echt singulariteiten zijn, maar entiteiten waarin materie zijn eigen massa uitstoot als energie totdat er niets meer van overblijft. Niet alle professoren zijn het eens met Hawkings modellen en zijn zelfs beledigd door het feit dat een rolstoelpatiënt die nauwelijks kan spreken een theorie op poten zet die tien keer briljanter is dan ze zelf hadden kunnen bedenken. Hawkings ideeën vinden echter ook genoeg draagvlak bij gerenommeerde kosmologen en stralingsspecialisten opdat hij een geciteerde wetenschapper wordt.
Blijkbaar is Stephen ook niet helemaal verlamd want hij slaagt erin om Jane drie kinderen te schenken. Helemaal vlotjes is de relatie tussen het koppel echter ook niet: Jane krijgt dagelijks af te rekenen met de druk om voor de fysieke handicap van haar man te zorgen en moet daardoor haar eigen ambities aan de kant schuiven. Haar moeder adviseert haar om bij wijze van ontspanning in het kerkkoor te gaan zingen, waar ze op slag verliefd wordt op de dirigent, de weduwnaar Jonathan Jones (Charlie Cox). Stephen is niet zo dom dat hij niet doorheeft dat zijn vrouw oog heeft voor een ander, en de zorgzame Jonathan houdt zich niet alleen voldoende op de vlakte, hij speelt een belangrijke rol in de zorg voor Stephen en de kinderen. De roddelmachine doet intussen haar werk en bij de geboorte van hun derde kind twijfelt de omgeving van de Hawkings of Stephen wel de vader is.
Wanneer Stephen, liefhebber van Wagner, in Bordeaux een operavoorstelling bijwoont, wordt hij geveld door een longontsteking. Omdat zijn spierstelsel te zwak is om zelfstandig te ademen, laten de artsen Jane de keuze: Stephen zachtjes laten inslapen of hem een tracheotomie geven, een operatie waardoor er een buisje in zijn keel gestoken wordt waardoor hij kan ademen. Keerzijde is dat deze operatie ervoor zorgt dat Stephen nooit meer zal kunnen spreken. Door de goede zorgen van een spraaktherapeute, Elaine Mason (Maxine Peake), leert Stephen communiceren door middel van oogbewegingen en een kleurplaat met de letters van het alfabet op. Hij blijkt nog vol ideeën te zitten en wil zelfs een verhandeling schrijven over de aard van tijd. Als een vriend ook nog eens uit onderdelen van een oude GPS een synthetische spraakcomputer in elkaar kan knutselen waarmee Hawking vier woorden per minuut kan opstellen staat niets hem nog in de weg om A Brief History Of Time te schrijven, één van de meest toonaangevende naoorlogse wetenschappelijke verhandelingen.
Stephens huwelijk is echter op sterven na dood. Als hij dan ook nog eens stelt dat hij met Elaine naar Amerika wil, trekt Jane er uit en gaat ze met Jonathan samenwonen. Het echtpaar blijft wel in goede verstandhouding leven en wordt samen uitgenodigd bij de Britse koningin, die Hawking wil ridderen.
Statistisch gezien zou Stephen Hawking al veertig jaar dood moeten zijn. Anno 2015 is de man vooraan in de 70, en alhoewel 'blaken van gezondheid' niet dadelijk een omschrijving is die de lading dekt heeft hij alle prognoses omtrent zijn levensverwachting overtroffen. Alhoewel hij zich heden ten dage heeft teruggetrokken uit het openbare leven en 24 uur per dag verzorging nodig heeft, heeft de man naast een rits wetenschappelijke onderscheidingen (en niet van de minste) een cultstatus verworven, die onder meer resulteerde in een gastoptreden in The Simpsons, Futurama, Star Trek The Next Generation en The Big Bang Theory - om er maar een paar te noemen want het lijstje is nog vier keer langer - en het samplen van zijn computersynthetische stem op onder meer het album The Division Bell van Pink Floyd. Dat medelijden met het onfortuinlijke lot van Hawking voor minstens een deel heeft meegespeeld in zijn verheffen tot rockidool van de theoretische fysica kan denk ik moelijk ontkracht worden, en dat een film over zijn leven een kwestie van tijd was, stond in de sterren geschreven. Hawkings levensverhaal is de perfecte kapstok om een verhaal aan op te hangen over de mens die zijn beperkingen overwint om uiteindelijk te schitteren, een formule waar nagenoeg elke Hollywoodfilm aan schatplichtig is, tot Star Wars toe. Net als John Nash in A Beautiful Mind en Alan Turing in The Imitation Game is het wel pijnlijk om te moeten vaststellen dat gerenommeerde wiskundigen enkel in the picture komen in Hollywood als ze een excentriek trekje hebben.
The Theory Of Everything is net als de andere genoemde voorbeelden dumbed down. Het is natuurlijk niet vanzelfsprekend om wiskundig ingewikkelde theorieën aan een groot publiek uit te leggen en de vele vergelijkingen die op het bord verschijnen zien er indrukwekkend uit maar hebben weinig waarheidswaarde, maar de makers nemen soms wel érg een loopje met de werkelijkheid. Een doctoraatsverdediging zonder publiek, een onderonsje met de promotor en de copromotoren dat wordt afgehandeld op krap twee minuten waarin dan ook nog eens op één hoofdstuk na de inhoud tot op de grond wordt afgebroken heeft ongeveer evenveel realiteitsgehalte als een koe die op een vleugelpiano een stuk van Rachmaninov speelt tijdens de Koningin Elizabeth-wedstrijd. Ook kloppen er nogal wat feitelijkheden uit Hawkings levensloop niet: zo heeft de man de adellijke titel van Companion of Honour niét geweigerd zoals in de film gesuggereerd wordt, en zijn zogenaamde twijfel over zijn geloof is ook flink bij de haren gesleurd: Hawking heeft bij zowat elke gelegenheid te kennen gegeven dat hij overtuigd atheïst is. De film is gebaseerd op de memoires van Jane Hawking-Wilde en regisseur James Marsh heeft behoorlijk veel reseach gedaan naar het leven en werk van de fysicus, zonder de garantie dat Hawking of Jane Wilde groen licht zouden geven voor de verfilming.
Ondanks het loopje dat genomen wordt met de werkelijkheid is The Theory Of Everything een waardige biografie en een respectvolle film die minder de klemtoon legt op Hawkings wetenscahppelijke verwezenlijkingen en meer op de ietwat wrangere vraag hoe het is om te leven met een zeer zwaar gehandicapte partner. De film kent wat dat betreft géén happy end, want de relatie tussen Stephen en Jane houdt geen stand, en er is bij beide partijen minstens een insinuatie van een buitenechtelijke relatie. De grote troef van de film is acteur Eddie Redmayne, die voor zijn prestatie terecht de Oscar voor beste acteur in ontvangst mocht nemen - de enige prijs overigens, want The Theory Of Everything en The Imitation Game visten duidelijk in dezelfde vijver, waar de lachende derde, Birdman, alleen maar garen bij heeft gesponnen. Interessant om weten is dat Benedict Cumberbatch in 2004 al eens in de huid van Stephen Hawking kroop voor de minder bekende BBC-film met de toepasselijke naam Hawking. Redmayne profiteert wel ten volle van het feit dat hij treffend fysiek lijkt op Hawking. Het make-updepartement heeft bovendien overuren gedraaid want meer nog dan bij Stephen is de metamorfose die Felicity Jones als Jane ondergaat, van pas afgestudeerde tot oudere vrouw, opvallend te noemen; gek genoeg heeft men daarentegen verzuimd om een zelfde verouderingsproces toe te passen bij David Thewlis die de rol van de mentor van Hawking speelt. Eddie Redmayne heeft zeer intens Hawkings fysieke handicap, zijn cynisch gevoel voor humor en zijn briljant charisme ingestudeerd en moet zijn rol bovendien waarmaen binnen de zeer strikte grenzen van een elektrische rolstoel. Deze biografie is uitzonderlijk omdat Hawking tegen alle verwachtingen nog niet dood is én zeer bekend is bij het grote publiek, zodat elke afwijking tegenover het beeld dat de media over hem ophangt genadeloos zou worden afgestraft. Maar dat laatste is niet nodig.
BEELD EN GELUID
De visuele stijl van The Theory Of Everything is op zijn minst redelijk apart te noemen. Regisseur Marsh begint bijvoorbeeld met de scènes in Cambridge onder een dikke blauwgrijze schijn te stoppen. De hallen van Cambridge zien er koel en bedampt uit, en in lang vervlogen tijden toen er van een rookverbod nog geen sprake was zien de pubs en de tent die de studenten gebruiken als fuifzaal er alles behalve fris uit, en in de aula waarin Penrose zijn lezing geeft heeft er de afgelopen tien jaar nooit een raam opengestaan. Voor de scènes in de diverse ziekenhuizen kiest Marsh dan weer voor een kil, kleurarm palet, dat fel contrasteert tegenover de kleurrijke camping waar Jane en Jonathan verblijven. Nogal wat time lapses zoals Hawkings huwelijk worden gesimuleerd met faux achtmillimeterfilmpjes die voorzien worden van de nodige artefacts. Toch is The Theory Of Everything zeer aantrekkelijk om naar te kijken; een zeer accurate kleurkeuze wat huidtinten aangaat en enorm veel textuurdetail maken het geheel aangenaam. De visie van Marsh wordt ten volle gerespecteerd. De DTS-HD MA 5.1-geluidstrack voldoet perfect: het vuurwerk op het lentebal aan het begin van de film is zodanig richtinggevoelig dat je de vuurpijlen individueel de lucht in hoort schieten, het achtergrondgeroezemoes in de aula's waarin Hawking lezingen houdt klinken overtuigend en uiteraard klinkt de gesynthetiseerde stem van Hawking bekend; de filmmakers hadden de beschikking over identiek dezelfde Equalizer. Vooral de muziek van Jóhann Jóhannsson profiteert echter ten volle van de mogelijkheden van de track, want zeer veel speciale geluidseffecten komen er omwille van de aard van de film niet bij te pas.
EXTRA'S
Acht verwijderde scènes (10:45) tonen onder meer hoe Hawking zijn zoontje laat vallen en zijn ontmoeting met de Queen. In Becoming the Hawkings (7:03) zien we hoe Eddie Redmayne en Felicity Jones met gruwelijke accuratesse de Hawkings naspelen, en de disk bevat ook nog een redelijk droog audiocommentaar van James Marsh. Bij een ambitieuze film als deze had het iets meer mogen zijn.
CONCLUSIE
Wie zich niet al te veel stoort aan de feitelijke onjuistheden en de geromantiseerde plot kan met deze Theory Of Everything een fantastisch eerbetoon ontdekken aan een - zo lang het nog duurt - levende legende die in één adem mag worden genoemd met Newton, Einstein en Schrödinger. Het grootste plezier van deze film is echter het aanschouwen van de bijzonder kunstige vertolking van Eddie Redmayne.
Studio:
Universal
Regie:
James Marsh
Met:
Eddie Redmayne, Felicity Jones, David Thewlis, Charlie Cox, Maxine Peake, Harry Lloyd, Emily Watson, Simon McBurney
Beeldformaat:
2.40:1 HD
Geluid:
Engels DTS-HD MA 5.1
Frans DTS 5.1
Duits DTS 5.1
Italiaans DTS 5.1
Spaans DTS 5.1
Ondertitels:
Nederlands, Frans, Duits, Italiaans, Spaans, Portugees, Deens, Fins, Noors, Zweeds, IJslands, Hindoestaans, Arabisch, Engels CC
Extra's:
• 8 verwijderde scènes
• Documentaire "Becoming the Hawkings"
• Audiocommentaar door James Marsh
• Cross-promotionele trailers