INSIDE OUT (BLU-RAY)
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2015-11-30
FILM
Op de dag waarop Riley (Kaitlyn Dias) wordt geboren, verschijnt er in haar hoofd plots een klein vrouwelijk wezentje dat Joy (Amy Poehler) heet, en dat het als haar lotsbestemming ziet om Riley zo vaak mogelijk gelukkig te maken. Al gauw krijgt ze het gezelschap van vier andere emoties, Sadness (Phyllis Smith), Fear (Bill Hader), Anger (Lewis Black) en Disgust (Mindy Kaling). Ondanks het feit dat ze zowat in alle opzichten elkaars diametrale tegengestelden zijn, kan het vijftal goed met elkaar opschieten en "besturen" ze Riley vanuit een controlekamer in het hoofd, waarbij er plaats is voor een lach en een traan, maar vooral toch voor happy thoughts. Joy waakt als een moederkloek over de core memories, de belangrijkste kerngedachten die voor een meisje van elf eigenlijk alleen maar gelukkig behoren te zijn.
Maar dan moet Rileys vader (Kyle MacLachlan) plots verhuizen van het rurale Minnesota naar de grootstad San Francisco. De verhuiswagen is niet op tijd, ze serveren er alleen maar pizza's met broccoli (yuk!!!), Riley is haar vriendjes uit de ijhockeyclub kwijt, en tot overmaat van ramp loopt ze een blauwtje op haar eerste dag op school op. Tegelijkertijd weten de vijf gevoelens niet goed hoe ze met de nieuwe situatie moeten omgaan. Als Sadness dan ook nog eens met de core memories wil gaan knoeien en Joy probeert om er een stokje voor te steken, worden ze beiden in een soort van tube gezogen en belanden ze in Rileys onderbewustzijn. Terwijl Joy en Sadness wanhopig op zoek gaan naar een weg terug naar het controlecentrum, daarbij geholpen door Rileys ingebeelde vriendje Bing Bong (Richard Kind), proberen Anger, Fear en Disgust de zaak draaiende te houden, maar slagen daar niet dadelijk in. Eén voor één sneuvelen de "gedachteneilanden" van Riley, zoals het Familie-eiland, het Eerlijkheidseiland en zelfs het Goofball Island, van zodra Riley het voornemen heeft genomen om van thuis weg te lopen en op eigen houtje met een schlemielige bus terug naar Minnesota te reizen.
De animatiefilmstudio Pixar heeft de laatste jaren nogal eens het verwijt gekregen van iets te vaak sequels te produceren op bekende succesformules zonder het vleugje magie die in de loop der tijd hun visitekaartje is geworden. Waar
Toy Story 3 nochtans door critici de hemel werd ingeprezen, waren die heel wat minder wild van
Cars 2, een James Bond-pastiche waarin de meerwaarde voor de kinderen ver te zoeken was, en
Monsters University, die iets te veel uit hetzelfde vaatje zou tappen als het origineel. De laatste echt originele film van Pixar,
Brave, dateert al uit 2012, en ook die film werd aan de kassa maar lauw ontvangen, omdat de studio deze productie had aangekondigd als eentje met een 'vernieuwd rolmodel voor jonge meisjes', waarbij prinses Merida achteraf maar gewoon een met clichés doorzeefd excuus bleek te zijn om opnieuw een lading prinsessenpoppen te verkopen.
Met
Inside Out slaat Pixar echter ongemeen hard terug, en ik ben niet te beroerd om te beweren dat dit de beste film in twintig jaar Pixargeschiedenis is. Het moet al van
Up geleden zijn dat een Pixarfilm nog eens een zodanig serieus thema heeft aangekaart dat je best een paar zakdoeken in de buurt houdt, en toch bevat
Inside Out geen noemenswaardige slechteriken. Fear, Anger en Disgust zijn zeker geen kwaadaardige personages, en het feit dat ze de boel in het honderd laten lopen, heeft eerder te maken met de afwezigheid van de zalvende Joy die als volleerd crisismanager de evenwichten weet te bewaren. De parallellen tussen wat Joy en Sadness in hun doortocht door het onderbewustzijn van Riley meemaken, en de belevenissen van Riley zelf, zijn overduidelijk: het is omdat Riley zowel haar vreugde en verdriet opkropt, dat de minder prettige kantjes van haar persoonlijkheid naar boven komen en uiteindelijk ei zo na een ongeluk veroorzaken. Joy leert intussen de interessante levensles dat Sadness, haar natuurlijke tegenpool, zeker zo belangrijk is voor het geestelijk evenwicht van Riley als zijzelf. Het verhaaltempo is echter bijzonder strak, en de levendige fantasie van de animatoren bezorgt ons een trip doorheen de gevoelswereld van Riley die lang nazindert. De gedachtentrein - letterlijk een trein -, het abstract denkcentrum, het langetermijngeheugen, een oorwurm zoals de te pas en te onpas opduikende kauwgomreclame, en vooral het dromencentrum, afgebeeld als een heuse filmstudio met alles erop en eraan, stuk voor stuk zijn het pareltjes van inventiviteit.
In vergelijking met
Monsters Inc. en
Up draagt ook deze Pixar duidelijk de stempel van Docter: emotioneel is de film zeer fijngevoelig, en Docter creëert alweer een erg op het bedrijfsleven lijkende fantasiewereld waarin de essentie van de innerlijke leefwereld van kinderen aan een soort van economische activiteit wordt gelieerd. Het idee is al eerder vertoond - ik herinner me de sketch in Mark Uytterhoevens
Alles Kan Beter waarin de crew in het hoofd van Jean-Luc Dehaene de mechaniek van de toenmalige premier bestuurde, en ook dàt idee was gepikt uit een gelijksoortige sketch van Monty Python. Regisseur Pete Docter laat maar wat graag voor het nageslacht optekenen dat de gedachtenwereld van zijn 11-jarige dochter Elie het centrale uitgangspunt voor de film was. De onbezorgde Russell uit
Up - waarvoor zijn dochter ook model stond - heeft plaats gemaakt voor een kind in de puberteit, met ogenschijnlijk simpele besognes uit het dagelijkse leven die in haar ogen op regelmatige tijdstippen uitgroeien tot levensgrote problemen. Docter heeft zijn dochter goed geobserveerd en laat Riley balanceren op de drempel van de volwassenheid, soms te oud om nog met haar vader en moeder voor aap te spelen, maar toch nog te jong om pakweg de bus te nemen naar de andere kant van Amerika en te beseffen dat kinderen nu éénmaal op hun elfde niet alleen mogen gaan wonen zonder hun ouders. Riley is nog in alle opzichten een kind, maar haar ouders worden geconfronteerd met het feit dat hun dochter al eens met de deur slaat als ze haar zin niet krijgt. Rileys wereld is niet bijzonder complex en draait om alledaagse dingen zoals haar voorliefde voor ijshockey en haar afkeer voor broccoli. De cultuurschok die gepaard gaat met de verhuis van Minnesota naar San Francisco, zorgt echter voor een opeenstapeling van nieuwe, voor Riley vreemde indrukken, die tegen een zodanig hoog tempo op haar worden afgevuurd, dat ze de situatie emotioneel niet meer de baas kan, en haar op
collision course brengen met haar ouders.
Een wetenschappelijke studie wees uit dat op die leeftijd elke emotie terug te voeren is tot een mengeling van zes "oergevoelens": vreugde, verdriet, angst, woede, walging en verrassing - om de zaken overzichtelijk te houden, verkoos Docter om die laatste uit zijn scenario te schrappen. Dat de film precies de juiste noten weet aan te slaan, is zeker ook voor een stuk te danken aan de stemacteurs die de vijf emoties vertolken, waarbij het vooral Phyllis Logan als Sadness is die haar rol voldoende moet weten te nuanceren. Ze loopt voortdurend te zeuren, haar enige 'vrolijke' gedachte is die aan een film die Riley blijkbaar ergens heeft opgepikt waarin er een hondje dood gaat, en ondanks de verwoede pogingen van Joy om haar te enthousiasmeren, is ze een basket case. Joy probeert haar af te leiden door haar saaie, dikke handleidingen te laten lezen, of gewoon door een cirkel op de grond te trekken en Sadness op te dragen dat het haar voornaamste bijdrage aan de gemeenschappelijke doelstellingen van de firma is om die dag vooral niét uit die cirkel te stappen. Fear en Disgust spelen eigenlijk maar een ondergeschikte rol; Anger daarentegen heeft duidelijk een kort lontje en neemt in een impulsieve bui nogal vaak de verkeerde beslissingen - het 'slechte idee' om van huis weg te lopen draagt overduidelijk zijn stempel, én hij heeft hoogstpersoonlijk het 'idee' - in de vorm van een lamp - in de console gedraaid - om daarna vast te moeten stellen dat hij die er niet meer uit krijgt. De ééndimensionaliteit van de personages is in dit geval eerder een troef dan een gebrek, want hun samenspel is net wat de film vaart geeft.
De dynamiek tussen Joy en Sadness wordt aangescherpt door invoering van een buitenstaander. Bing Bong is - of beter gezegd was - een imaginair vriendje uit de kleutertijd van Riley, die in de film wordt afgebeeld als een artiest op zijn retour, die letterlijk en figuurlijk dreigt in de vergetelheid te geraken, en zichzelf uiteindelijk opoffert voor Rileys welzijn. Het bezorgt de film overigens het grootste kippenvelmoment als dankzij hem Joy uit de afgrond der vergetelheid geraakt, maar niet zonder een offer. De "instortende wereld" van Riley heeft duidelijk iets van die uit
Wreck-It Ralph, maar de meerwaarde zit hem in deze film duidelijk in de parallellen tussen het instorten van Rileys uiterlijke en innerlijke wereld. Opmerkelijk is dat de negatieve gevoelens zich voortdurend in een 4-1-meerderheid bevinden, maar dat ze juist de
go-gettersmentaliteit van Joy in de juiste mate compenseren. De vreugde - Joy - bestaat maar bij de gratie van de vier andere gevoelens, en laat dat nu nét datgene zijn wat Riley uiteindelijk weer op het juiste spoor zet. De conflicten zijn op het einde van de film zeker nog niet opgelost - Riley verhuist niét opnieuw naar Minnesota - maar ze vindt opnieuw een soort van emotioneel evenwicht. De 'gevoelens' worden bovendien 'beloond' met de installatie van een nieuwe console - nadat ze de vorige om zeep hebben geholpen - die de puberteit van Riley perfect illustreert: er zitten véél meer knopjes aan, Anger ontdekt tot zijn groot genoegen een nieuw arsenaal van scheldwoorden, en op de hockeypiste loopt er een jongen rond, wiens hoofd nog een véél grotere warboel blijkt te zijn dan dat van Riley.
Als u dit jaar maar één film gaat zien, laat het dan deze zijn!
BEELD EN GELUID
De vijf emoties worden steevast in één van de vijf primaire kleuren getooid - Joy is goudkleurig geel, Sadness blauw ('blue' - heeft u hem?), Disgust uiteraard in een ziekelijk gifgroen, Anger vuurrood en Fear paars. Het fabriekje in Rileys hoofd is getooid in een wervelend palet waarin de gevoelens in de vorm van gedachtenbollen in een soort van centraal archief worden opgeslagen. De doortocht van Joy en Sadness door de databanken vormen op zich een wervelende attractie die alleen al de prijs van het toegangsticket waard is. De beelden zijn verbluffend helder, het contrast fijn en welgedefinieerd, en de kleuren in de 'echte' (nu ja...) wereld komen perfect overeen met Rileys gemoedstoestand - de bushalte waar ze met een gestolen creditcard de bus naar Minnesota wil nemen ziet er zelfs ronduit creepy uit. De scènes zijn rijk gedetailleerd en in de fantasiewereld van Rileys gedachten is er geen enkel idee te gek, of het wordt geanimeerd. De voornaamste geluidstrack is een DTS-HD MA 7.1-track die de dynamische en ruimtelijke actie in Rileys brein voortreffelijk weergeeft, maar ook de delicate soundtrack van Michael Giacchino goed tot haar recht laat komen.
EXTRA'S
Opteert u voor de standaardversie, dan krijgt u een eerder beperkte selectie aan bonusmateriaal, die uiteraard begint met een hoop ongevraagde cross-promotionele trailers voor onder meer computerspelletjes en een bezoek aan Disneyland Parijs. Ook bevat de disk een maximizer, een werktuig om je home theatre mee te optimaliseren. De interessantste feature is de audiocommentaartrack, ingesproken door regisseur Pete Docter, co-regisseur Ronnie Del Carmen en producent Jonas Riviera - tegelijkertijd een crash course in zowel animatie als in tienerpsychologie. Elke Pixarfilm wordt in de bioscoop ingeleid door een kortfilm, en dat is bij Inside Out niet anders. In Lava (7:12) volgen we de liefdesperikelen van een vulkaan die doorheen de eeuwen groter en kleiner wordt en in de zee belandt, op zoek naar zijn soulmate. Nóg lolliger is Riley's First Date? (4:40), een filmpje dat zich kort na de hoofdfilm afspeelt, waarin de jongen die Riley in de slotscène ontmoet voor het eerst met haar uitgaat. Vooral vader ziet dat niet dadelijk zitten, totdat hij ontdekt dat hij en de jongen een gemeenschappelijke interesse vertonen voor... AC/DC. Dat Inside Out eerder een film is die op de vrouwelijke emoties en gevoelens inspeelt, mag blijken uit Paths to Pixar: The women of Inside Out (11:22), waarin enkele vrouwelijke cast- en crewleden de film tegen het licht van hun eigen leven houden. Mixed Emotions (7:17) toont een overzicht van de voornaamste personages en hun design.
In welbepaalde winkelketens in Vlaanderen en Nederland, die we niet gaan noemen omdat DVDInfo geen reclamebord is - maar u vindt ze makkelijk op Google - kan u nog een bonusdisk krijgen met wat diepgravender making-of-materiaal. In Story of the story (10:30) vertellen cast- en crewleden over de thema's van de film, hoe hun personages daar in passen, en hoe ze gecreëerd werden. Mapping the mind (8:24) graaft dieper door op het idee om de film te situeren in de gedachtenwereld van een 11-jarig meisje. In Our dads, the filmmakers (7:25) zien we hoe aan Elie Docter en Gracie Giacchino gevraagd wordt om mee naar de filmstudio te komen, zodat ze hun ideeën over het werk van hun respectievelijke vaders de vrije loop kunnen laten. Beide meisjes zijn ongeveer zo oud als Riley in de film, misschien iets ouder. Into the unknown: the music of Inside Out (7:09) vertelt ons hoe het sounddesign voor deze film werd aangepakt, wat pionierswerk was omdat de setting voor deze film ongezien is. We zien hoe de geluidseffecten worden uitgebalanceerd om ook niet té cartoonachtig te klinken. The misunderstood art of animation film editing (4:43) neemt ons ten slotte mee achter de werktafel van de editors, wier opdracht uit méér bestaat dan uit het achter elkaar plakken van de juiste stukjes beeldmateriaal. Mind candy (14:26) bevat nog een reeks zeer leuke filmsnippertjes met de vijf hoofdfiguurtjes uit de film. Wellicht zit u te wachten op de 4 verwijderde scènes (16:53), voorafgegaan door een introductie door Pete Docter, maar u moet zich tevreden stellen met storyboardversies. De film zelf is nagenoeg perfect zoals hij is, dus echt veel toevoegen doen deze scènes niet, behalve dan dat het, in Docters woorden, een interessante inkijk geeft op de opbouw van de personages - zo werden uit een eerdere versie de scherpe kantjes van Joy afgevijld. Afsluiten doen we met 3 trailers (6:27) en met het idee dat, als u voor de versie mét bonusdisk kiest, u misschien niet in kwantiteit, maar zeker wel in kwaliteit, op uw wenken bediend wordt.
CONCLUSIE
Inside Out verdient niet alleen de prijs voor beste animatiefilm van het jaar, allicht zou men deze ook in de categorie film tout court als een kanshebber moeten beschouwen. Veel beter dan dit maken ze animatiefilms niet, en dat geldt zowel voor het inhoudelijke als het vormelijke aspect.