Regie: Hugues Lanneau
Met: Maurice Goldstein, Michel Goldberg, Andrée Geulen, Eva Fastag, Emiel Vos, Simone Dzialowski, Suzanne Didkewicz, Yvonnn Jospa, Edith Katz, Pierre Ladeuze, David Lachterman, Henri Kichka, Sylvain Haber, David Susskind
Omdat nauwelijks 43.000 joden ingaan op de oproep om zich te registreren, wordt de opdracht aan de Vereniging van de Joden in België toevertrouwd, zgn. voor de tewerkstelling in het oosten. In de zomer leidt dat tot het verzamelen van een eerste groep Joden in de Dossinkazerne in Mechelen die als doorgangskamp is ingericht, een perfecte locatie halfweg tussen Antwerpen en Brussel. Op 4 augustus vertrekt in Mechelen de eerste van bijna 30 konvooi naar het vernietigingskamp van Auschwitz. Alles samen worden er vanuit Mechelen 25.437 joden en 352 zigeuners naar het oosten afgevoerd, van wie er slechts 1276 zullen terugkeren…
De documentaire Modus Operandi: De Jodenvervolging In België is de eerste grondige poging om deze zwarte bladzijde uit ons vaderlandse geschiedenis toe te lichten, waarbij heel veel nadruk wordt gelegd op de rol en de betrokkenheid van de lokale besturen bij het systematisch registreren, opsporen en arresteren van de joden die uiteindelijk via de Dossinkazerne in Auschwitz terechtkomen. Brussel en Antwerpen staan in de schijnwerper, want dat waren de steden met de meeste joden; maar terwijl men in Brussel niet geneigd was om de nazi’s te helpen bij hun Entlösungsstrategie, bleek men in Antwerpen wel op medewerking te kunnen rekenen en deed de lokale overheid en het politiekorps niet alleen wat door de bezetter verordend was, maar was er vaak sprake van een gewillige en vlotte samenwerking. Uit het bewijsmateriaal (Rudi Van Doorslaer, Gewillig België, 2007) blijkt trouwens dat sommige razzia’s tegen joden alleen door de Vlaamse SS werden uitgevoerd. Dat in Nederland gelijksoortige praktijken gangbaar waren, is irrelevant. We hoeven onze eigen fouten niet af te meten tegen die van anderen. Terecht eiste Guy Verhofstadt in 2007 om in de geschiedenislessen over de Tweede Wereldoorlog de Belgische verantwoordelijkheid met betrekking tot de Holocaust ter sprake te brengen, en al even terecht waren de verontschuldigingen die toenmalig burgemeester van Antwerpen Patrick Janssens op 19 oktober 2007 aan de Joodse gemeenschap aanbood voor de houding van de stad tijdens WOII.
In Modus Operandi: De Jodenvervolging In België wordt veel aandacht besteed aan de manier waarop de nazi’s te werk gingen. Het materiaal wordt geïllustreerd met getuigen die het meegemaakt hebben, die vaak zelf in Auschwitz hebben gezeten, die ontelbare dierbaren en/of familieleden zijn kwijtgeraakt en die de talloze onbekende slachtoffers via hun medewerking aan de documentaire een gezicht en een naam geven. Het resultaat is een indringend portret van onschuldigen die het slachtoffer zijn geworden van de meest onmenselijke en duivelse vernietigingsmachine uit de recente Europese geschiedenis. Voor de getuigen zijn het beelden die voor altijd op hun netvlies staan, zoals in het geval van een oudere man die de foto van zijn vrouw en drie zoons nooit meer heeft bekijken. Ik weet waar de foto zich bevindt, zegt hij in de film, maar ik durf er niet naar kijken, nog altijd niet…
De getuigenissen zijn relevant en aangrijpend, nooit van horen zeggen, maar altijd uit de eerste hand. Ze vormen het sterkste onderdeel van de documentaire. Het historische beeldmateriaal is sterk, maar zoals de makers zelf aangeven is het niet altijd in Antwerpen of Brussel gefilmd en heeft men een beroep gedaan op vergelijkbaar materiaal, o.a. uit Nederland. Van wat zich in de Dossinkazerne heeft afgespeeld zijn geen beelden bewaard of tot nog toe niet aan het licht gekomen. Maar het speelt nauwelijks een rol, want de nazi-machine ging uiteindelijk overal op dezelfde manier te werk. Misschien is de historische uitleg té lang, maar dat is onvermijdelijk gezien het weinige dat bij het grote publiek over de feiten bekend is. Ik heb er op school nooit over gehoord, u wellicht ook niet. Zodus…