Regie: Paul Bogart
Met: Harvey Fierstein, Anne Bancroft, Matthew Broderick, Brian Kerwin, Karen Young, Eddie Castrodad, Ken Page, Charles Pierce, Axel Vera
In de eerste scène van de film ontmoeten we Arnold aan de make-uptafel van een nachtclub waar hij optreedt in een travestieshow. Hij kijkt in de camera en vertelt de toeschouwer over zijn homoseksualiteit, over de mannen van wie hij heeft gehouden en de weinig echte liefde die hij eraan heeft overgehouden. We zien hem van man langzaam in vrouw veranderen als hij de eyeliner aanbrengt en z’n lippen een vuurrode gloss geeft. Z’n openhartigheid en eerlijkheid werken ontwapenend, waardoor je hem als kijker meteen in het hart sluit. Hij doet z’n verhaal op een ernstige en vervolgens op een guitige en verleidelijke toon, maar je voelt ook de bedeesdheid in de manier waarop hij z’n woorden kiest.
In een gayclub wordt Arnold aangesproken door de aantrekkelijke Ed die er geen doekjes omwindt. Arnold reageert een beetje angstig en gereserveerd op de toenaderingspoging, want hij weet wat de bedoeling is en dát is niet zijn eerste bekommernis. Uiteindelijk laat hij zich meetronen en dat blijkt een goede gok te zijn, want het blijft niet bij een onenightstand. Maar Ed is biseksueel en uiteindelijk kiest hij voor de vrouw met wie hij al enige tijd omgaat. Arnold is er het gat van in, maar hij krijgt niet de tijd om lang te treuren, want op een avond staat de al even aantrekkelijke Alan hem op te wachten aan de artiestenuitgang van de nachtclub. Arnold houdt de boot af, mede omdat Alan hem nog piepjong lijkt, maar zoals het spreekwoord zegt: de aanhouder wint, en Arnold en Alan beginnen een lange en weldoende relatie die bruusk eindigt als die laatste in het parkje voor hun nieuwe appartement door een stelletje gaybashers wordt doodgeslagen. Arnold blijft achter met de 14-jarige David, de jongen die ze samen hebben geadopteerd. Langzaam herneemt het leven z’n gewone gangetje, maar dan staat plots Ed weer voor de deur, net op het moment dat Mrs. Beckoff - ze is ondertussen weduwe – een tijdje bij haar zoon komt logeren, en haar heeft Arnold niets verteld over de adoptie van David en/of de retour van Ed…
Torch Song Trilogy is het verhaal over een man die in het reine komt met zichzelf. Hoofdrolspeler Harvey Fierstein schreef het scenario voor de film, maar ook het originele toneelstuk waarin hij de rol van Arnold Beckhoff voor zijn rekening nam. De productie (eigenlijk de compilatie van drie toneelstukken, vandaar de toevoeging trilogie) werd meer dan 1200 keer op Broadway opgevoerd en stond meer dan 7 maanden op de affiche van het Albery Theater in Londen. Fierstein had de rol dus perfect in de vingers toen regisseur Paul Bogart in 1988 de filmversie mocht draaien en het was een goede keuze om hem te casten voor de hoofdrol, want er komt ons niet meteen een bekende Amerikaanse mannelijke filmacteur uit die periode voor de geest die een betere prestatie zou leveren. Harvey Fierstein heeft nl. de perfecte androgyne trekjes om het personage op een zeer geloofwaardig manier gestalte te geven.
Als gevolg van het originele opzet (een toneelproductie) is er sprake van een klein aantal locaties (nachtclub, gaybar, straatscène voor de moordpartij, woonkamer van Arnold, boerderij van Ed), maar inhoudelijk is de film sterk genoeg om die beperking te compenseren. Uiteraard ligt de nadruk veel meer op de dialogen dan op de actie, maar dat is bijna onvermijdelijk in een productie die grotendeels om de innerlijke spanningen van één personage draait. Eén keer gaat het trouwens mis als Paul Bogart z’n camera niet op z’n hoofdpersonage richt, nl. in de scène waarin Arnold en Alan worden uitgenodigd op de boerderij van Ed en zijn vrouw: op aansturen van Arnold gaan Ed en Alan naar de schuur om iets te bekijken, maar Alan gebruikt die gelegenheid om Ed te verleiden. Het is een onverwacht en onduidelijk fragment, want in alle eerdere scènes is Alan opgevoerd als een onemanguy. Bovendien is het fragment nauwelijks relevant voor wat er nadien komt.
Harvey Fierstein speelt de rol van zijn leven en je kan je niet van de indruk ontdoen dat het hier grotendeels om een autobiografisch portret gaat waarin de acteur heel veel van zichzelf heeft gelegd. Brian Kerwin (Ed) en Matthew Broderick (Alan) zijn uitstekend gecast, maar hun aandeel in de film is eerder beperkt en het karakter van hun personages wordt nauwelijks uitgewerkt (vandaar het misverstand m.b.t. het gedrag van Alan in de schuur van Ed). Fierteins echte tegenspeler is Anne Bancroft die in de huid van Arnolds moeder kruipt. Bancrofts die makkelijk naar overacting neigt, zorgt voor een uitstekend en soms grappig effect in Torch Song Trilogy, want voor de conservatieve Mrs. Beckoff is er heel wat om zich druk over te maken in het leven van haar jongste zoon. Bancroft gaat voluit zonder dat de geloofwaardigheid van haar personage hapert.