Regie: Pablo Larraín
Met: Natalie Portman, Peter Sarsgaard, Greta Gerwig, Billy Crudup, John Hurt, Richard E. Grant, Casper Phillipson, John Carroll Lynch, Beth Grant
Eén blad wilde wél weten hoe Jackie Kennedy eraan toe was na de dramatische gebeurtenissen in Dallas, nl. Life Magazine, en regisseur Pablo Lorraín baseert zich voor zijn film op het interview van journalist Theodore H. White met Jackie Kennedy in haar nieuwe onderkomen in Nantucket Sound in het zuiden van Massachusetts (tussen Cape Cod en Martha’s Vineyard) op 29 november 1963, een week na de moord op de president). Het was wellicht niet de beste keuze om de jonge weduwe zo kort na de dramatische feiten te interviewen, en wat ze op dat moment aan Theodore H. White meedeelde, is niet noodzakelijk bruikbaar als staalkaart van haar karakter. De vrouw was in de rouw, ze was haar man kwijt en ze zat met twee kinderen die ze een toekomst behoorde te geven terwijl ze eigenlijk alles kwijt was. En als je die neergeschreven bekentenissen uit een vier uur durend interview dan omzet in filmbeelden, is het maar de vraag wat er van de werkelijke omstandigheden overblijft en wat erbij is verzonnen om dramatische accenten te leggen.
De film kreeg niet alleen in Amerika maar ook bij ons een uitstekende pers, getuige de op de hoes afgedrukte loftuitingen van kranten zoals NRC, de Volkskrant, De Standaard en De Morgen, bijgetreden door de VPRO Gids en Filmkrant. Tijdens het bekijken van de film vraag je als kijker evenwel af hoe regisseur Pablo Larraín aan het materiaal is gekomen over Jackies gesprekken met Bobby Kennedy en haar entourage in het vliegtuig van Dallas naar New York en over de gespannen confrontaties met Bobby Kennedy achteraf, naar aanleiding van de controverse over de zgn. begrafenisprocessie van het Witte Huis naar de kerk. Heeft ze dat allemaal aan Theodore H. White verteld of is dat elders tot in de details geregistreerd door de entourage van de vermoorde president?
De film begint op het moment dat “de journalist” aanklopt bij Jackie Kennedy in Nantucket Sound. Hij ontmoet er een wat verwarde maar sterke vrouw die hem laat verstaan dat zij de leiding zal nemen tijdens het interview, want dat ze niet geïnteresseerd is “in het geluid van de kogel die haar man fataal werd”. Voor de journalist komt het als een verrassing, want als typische Amerikaanse mannetjesputter is hij het gewend om vrouwen met een zekere laatdunkendheid tegemoet te treden. Maar dat maakt weinig indruk op Jackie Kennedy en tijdens hun gesprek zal ze hem er af en toe op wijzen dat ze niet opgezet is met zijn suggesties en insinuaties. Tussen de (eerder korte) interviewfragmenten monteert Pablo Larraíns de flashbacks die naadloos aansluiten bij wat Jackie Kennedy “de journalist” vertelt. Ze hebben o.a. betrekking op de organisatie van de begrafenis, want de veiligheidsdiensten zijn het niet eens met Jackies plan om het hele traject te voet af te leggen samen met de meer dan 100 hoge buitenlandse gasten (waaronder de Franse president Charles de Gaulle, de Belgische koning, de vertegenwoordiger van de Britse en Deense kroon, etc.). Jackie moet inbinden, maar zet uiteindelijk haar plannen door. De Gaulle moet dan maar in een gepantserd voertuig volgen!, roept ze opgewonden tegen haar zwager Bobby Kennedy, die probeert om iedereen te vriend te houden en die een te grote drukte wil vermijden. Maar dat is zonder Jackie Kennedy gerekend, want zij verwijst voortdurend naar de eveneens vermoord president Abraham Lincoln en ze bekijkt de foto’s van diens begrafenis om inspiratie op te doen. Later zal ze daarover tegen ‘de journalist’ zeggen dat ze het niet zozeer voor haar vermoorde man, maar vooral voor zichzelf deed. Koppigheid gecombineerd met een beetje hoogmoed. Kan je het haar kwalijk nemen? Het ene moment was ze nog First Lady, het andere een gewone Amerikaanse huisvrouw met twee kleine kinderen. Was ze zich ervan bewust dat ze via de indrukwekkende begrafenisenscenering van John F. Kennedy een iconische figuur maakte, groter dan de som van z’n daden als president? Misschien niet, maar als gevolg van haar obsessie voor alles wat met de figuur en de begrafenis van de eveneens vermoorde Abraham Lincoln te maken had, was dat wel het directe gevolg, althans voor de komende generaties, want het is zeer twijfelachtig of John F. Kennedy over vijftig of honderd jaar nog tot de halfgoden van de Amerikaanse geschiedenis zal worden gerekend. In tegenstelling tot Lincoln wordt zijn naam vooral aan negatieve politieke gebeurtenissen gekoppeld (de Vietnam-oorlog, en de Cuba-crisis die bijna tot een nucleaire confrontatie leidde met Rusland).
Natalie Portman kruipt in de huid van Jackie Kennedy, maar van enige gelijkenis is nauwelijks sprake, tenzij het feit dat iedere jonge en aantrekkelijke vrouw in een roze mantelpakje met zwarte revers en bijpassend stewardessenhoedje aan de beelden doet denken van een bebloede Jackie Kennedy in een naar een ziekenhuis racende Amerikaanse auto. Maar daar staat tegenover dat Portman een uitstekende acteerprestatie levert, al wordt ze niet echt geholpen door een regisseur die zich kriskras door situaties en tijdslijnen beweegt. Toch slaagt Natalie Portman erin om een geloofwaardige Jackie Kennedy op te voeren, een vrouw wier zeer aparte ideeën worden gedwarsboomd door de Witte Huis-staf en vooral ook door haar zwager Bobby Kennedy, want hij beseft dat het gevaar nog niet is geweken en dat er nog slachtoffers kunnen vallen. Alle onzekerheid en twijfel van de jonge weduwe laat de actrice de revue passeren, maar ook Jackies vastberadenheid en haar formele weigering om van John F. Kennedy op een sobere manier afscheid te nemen voor het oog van de camera’s en miljoen getuigen wereldwijd.
Peter Sarsgaard neemt de rol van Robert ‘Bobby’ Kennedy voor z’n rekening, maar ook in zijn geval is er geen sprake van enige fysieke overeenkomst. Bovendien is Sarsgaards acteerprestatie nauwelijks interessant, maar dat kan het gevolg zijn van de desinteresse van de scenarist voor het personage.