FILM
Beecham House is een typisch Engels bejaardentehuis voor de gegoede klasse, speciaal ingericht voor voormalige sterren uit de klassieke muziek- en de operawereld (en ja, die horen meestal tot de gegoede klasse). De bejaarden kunnen de ganse dag door naar hartelust muziek maken, oude platen draaien en herinneringen ophalen aan de goeie ouwe tijd. Eén keer per jaar houdt directrice Lucy Cogan (Sheridan Smith) een benefiet, want het water staat Beecham House voortdurend aan de lippen, want een bejaardentehuis zoals dat kost sloten vol geld, en de laatste keer dat we gecheckt hebben, was de sociale zekerheid in Groot-Brittanië niet om over naar huis te schrijven. De komst van een nieuwe bewoonster, voormalig operasopraan Jean Horton (Maggie Smith), doet de spanningen oplopen. Jeans ex Reggie Paget (Tom Courtenay), met wie ze welgeteld negen uur getrouwd is geweest vooraleer ze hem opbiechte dat ze na al die jaren met hem samen een buitenechtelijke affaire had, is altijd verliefd op haar gebleven terwijl zij de mannen aan elkaar rijgde, en haar komst opent weer oude wonden. Reggies vriend Wilfred Bond (Billy Connolly), een man die leeft van schunnige opmerkingen te maken tegen de verpleegsters (in deze
metoo-tijden zou de man al lang aan de schandpaal genageld zijn en bekogeld met rotte tomaten), en de zwaar dementerende Cissy Robson (Pauline Collins), proberen Jean zo ver te krijgen dat ze met zijn vieren net als in de goeie ouwe tijd het kwartet uit
Rigoletto van Verdi nog eens zouden brengen, een feit dat vooral de kaartenverkoop voor het jaarlijkse gala goed zou aanzwengelen. Jean beweert echter dat haar dagen als operazangeres definitief achter haar liggen, en vooraleer er nog maar sprake kan zijn van één noot te zingen, zal de lucht tussen haar en Reggie eerst moeten opklaren.
Quartet was de facto het regiedebuut van de gekende acteur Dustin Hoffman. In de regisseursstoel deed de man al eens een poging in 1978 voor zijn troetelproject
Straight Time, maar Hoffman vond uiteindelijk dat een plek voor én achter de camera niet verenigbaar was, en na enkele dagen al liet hij de regie over aan een ander. Voor
Quartet bleef hij weg voor de lens, en de titel is tot op de dag van vandaag zijn enige wapenfeit als regisseur. Het is duidelijk te merken door de statische aard van de mise-en-scène dat
Quartet een bewerking is van een toneelstuk, in casu van de hand van Ronald Harwood, de scenarist van
The Pianist en
Australia, die zijn eigen toneelstuk tot filmscript bewerkte. Harwood baseerde zich hiervoor op een Italiaanse documentaire,
Tosca's Kiss, over een werkelijk bestaand soortgelijk bejaardentehuis, maar dan in Milaan. Hoffmans regiedebuut, als we het zo mogen noemen, is een redelijk pompeuze en pretentieuze bedoening, waarbij je voortdurend om de oren geslagen wordt met operaterminologie. Hoffman heeft bovendien de rest van de cast ingevuld met daadwerkelijk bejaarde muzikanten, waarvan er één, Gwyneth Jones, in de film een solo ten beste geeft uit
Tosca van Puccini, en de andere muzikanten ook effectief de muziek in de film spelen, zij het dan meestal in samenspel, zoals
Brindisi uit
La Traviata, een thema dat door de film heen geweven zit.
Het is alleen maar door het goede spel van de hoofdrolspelers, en dan vooral door de immer schitterend een kankerend oud besje spelende Maggie Smith, dat de meubelen enigszins gered worden. Een acteur als Billy Connolly speelt hier bijvoorbeeld duidelijk onder zijn niveau als oversekste opa, en wat Michael Gambon in de cast komt doen buiten iedereen uitschelden, is ook niet altijd even duidelijk. In een bijrol als dirigent die bijna geen woord te zeggen heeft, ziet u ook nog Andrew Sachs, legendarisch geworden als levende Spaanse pispaal Manuel in het al even legendarische
Fawlty Towers. Voor Sachs zou het één van zijn laatste rollen worden, want hij zou vier jaar later overlijden, en zo'n talent aan boord halen en het dan maar zo schaars gebruiken, getuigt van weinig visie.
Quartet is een goed maar slechts half afgewerkt idee van een regisseur die het aan talent ontbreekt, en die kennelijk veel beter functioneert als acteur en daarom ook maar beter in zijn eigen métier was gebleven. Weliswaar bevat de film enkele mooie streepjes muziek, maar als we nood hebben aan opera, dan halen we
Inspector Morse wel van stal.