GARFIELD - THE MOVIE
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2004-11-03
FILM
De rosse kater Garfield (Bill Murray) heeft genoeg massa om de natuurwetten der gravitatie naar zijn hand, pardon, poot te zetten, zodanig dat de wereld rond hem draait. Zijn baasje, Jon Arbuckle (Breckin Meyer), voorziet hem regelmatig van de nodige porties lasagna, en het epicentrum van zijn leventje bevindt zich ergens tussen zijn voederbak en zijn slaapbak met daarin zijn beertje Pooky. Jon is waanzinnig verliefd op dierenarts Liz (Jennifer Love Hewitt), en tijdens een poging om haar te versieren laat hij het zich in zijn hoofd praten om naast de kater waar hij zijn handen al mee vol heeft, ook nog een hond in huis te nemen. Het mormel luistert naar de naam Odie, en is eerlijk gezegd niet van de intelligentsten. Garfield voelt zijn positie als huisdier nummer één bedreigd, en na wat duw-en trekwerk weet hij op een avond Odie buiten het huis te sluiten. Zijn vrienden Nermal (David Eigenberg) en Arlene (Debra Messing) kijken hem met de nek aan voor zijn wandaad, en om de brokken te lijmen vertrekt Garfield op zijn eentje naar de grote stad om Odie terug te halen, die intussen de ster is geworden van de TV-show van de gefrustreerde Happy Chapman (Stephen Tobolowsky).
Garfield en Jon staan in de tuin. Ze staren elkaar aan. Naast Garfield ligt er een pluim op de grond. Jon kijkt naar de pluim en zegt: "Garfield?" Waarop deze antwoordt met een blik van de onschuld zelve "Welke mus?"
Hebt U moeten lachen? Nee? Zal ik U even vertellen hoe dat komt? De humor van Garfield stelt niet zo heel veel voor in een andere vorm dan de korte, kernachtige drie plaatjes-strips van Jim Davis, die sinds 1978 een steile opgang heeft gekend. Een strip is natuurlijk compleet niet gelimiteerd door enige begrenzing dan die van de verbeelding, en de humor die van de strip zo'n succesnummer heeft gemaakt, grenst vaak aan het surrealistische. Bovendien is een dagstrip hét middel bij uitstek om gags en altijd weerkerende situaties grappig laten te worden door de kracht van de herhaling. Hoeveel keer heeft Garfield al het heroïsche gevecht aangegaan met de pratende weegschaal? Odie van tafel geschopt? De postbode te grazen genomen? Op maandag een ongeluk gehad? Jon een blauwtje zien lopen aan de telefoon? Spinnen doodgemept? Met een smoesje een vogel in zijn muil trachten te kletsen? Het klassieke recept is hetzelfde als waarmee Charles M. Schultz van zijn Peanuts een strip van wereldklasse heeft gemaakt: Snoopy versus de Rode Baron, Charlie Brown en de Vliegers-etende Boom...
Dit hier is overigens niet de eerste Garfield-film; meer dan tien jaar geleden verschenen er al Garfield-tekenfilms met de lengte van een standaard animatiefilm, weliswaar enkel op TV; deze film is de eerste film voor bioscoop en in real action. Waar dezelfde onbegrensdheid van fantasie in strips voor een groot deel letterlijk kan vertaald worden in tekenfilms, is dit niet noodzakelijk waar voor real action-films. De personages en de situaties moeten voldoende herkenbaar blijven. Anders dan superheldenfilms zoals X-Men of Hellboy is de verfilming van een dergelijke gag-comic een zeer moeilijke genre-oefening, waarbij de speciale effecten alleen geen garantie zijn op succes. Het helpt bijvoorbeeld al als de regisseur in kwestie de strips door en door kent, zoals Sam Raimi met Spiderman en Bryan Singer met X-Men bewezen hebben.
En is dat met deze Garfield ook gelukt? Ten dele; de film bevat enkele zeer sterke punten, maar ook enkele fatale zwakheden. Laten we beginnen met de overeenkomsten met de strip: de CGI-animatie van Garfield is voortreffelijk gedaan! Anders dan met poppen of animatronics is onze vadsige kater helemaal uit nullen en ééntjes opgetrokken, maar heeft men de technologie hiervoor zodanig op punt gesteld dat je er bij momenten écht wel intrapt en denkt dat Garfield van vlees en bloed is. Zoals we in de making of-documentaires leren is de rosse dikzak helemaal van spier tot pels opgebouwd, wat onder meer tot gevolg heeft dat de manier waarop Garfield loopt erg natuurlijk overkomt. De humor van de Garfieldstrip is grotendeels gebaseerd op het feit dat de kater niet kan spreken, maar wij door de denkballonnetjes wel mee zijn doorgaans sarcastisch getinte gedachten kunnen lezen. In de film is dit opgelost door Garfield weliswaar een stem mee te geven, maar ervoor te zorgen dat de menselijke acteurs hem niet kunnen verstaan, in tegenstelling tot zijn mede-dieren. Uitgezonderd Odie, die in de strip nooit dialogen heeft, en ook niet in deze film. De voice-casting van Bill Murray was een weloverwogen keuze; de eigengereide attitude die Garfield zichzelf aanmeet in de film, strookt voor de volle honderd procent met het karakter dat we uit de strips kennen. De liefhebbers zullen ook smullen van de vele details die zo uit de strip geplukt zijn: Garfield die een aversie heeft van muizen vangen, Garfield die orgastische genoegens beleeft aan Odie van de zetel te duwen, Garfields teddybeer Pooky, en natuurlijk de manier waarop Garfields leven bij herhaling wordt gered door de nodige hoeveelheden lasagna.
Aan Garfield zelf is dus niets mis; de zwakke punten - en dan drukken we ons nog voorzichtig uit - zit 'm in de nevenfiguren. In tegenstelling tot Garfield worden de andere dierlijke habitués uit de strip niet door CGI-namaaksels "vertolkt", maar door echte dieren, die door wireframe-technieken lipsynchroon praten, een truc die we ook al in films als Cats And Dogs hebben gezien. Voor de muizen die Garfield als onderhuurders beschouwt, of voor de roedel honden op de hondententoonstelling waar Garfield per abuis tussen belandt, is zulks geen bezwaar, maar we hebben meer problemen met drie voorname antagonisten: Nermal (David Eigenberg), Arlene (Debra Messing) en Odie. Vooral het karakter van Nermal - U weet wel, het liefste katje van heeeeeeeeel de wereld - is compleet out of place; in plaats van voortdurend Garfield te jennen en voor de rest schattig te wezen, is deze kat - we weten nog altijd niet of Jim Davis met Nermal een kater of een kattinetje bedoelt - een meeloper uit de Garfield-gang geworden. En we kunnen niet om het feit heen dat met het nemen van de eerste de beste grijze kater in plaats van een computergegenereerde Nermal - feitelijk in de strip een mini-versie van Garfield zelf, maar dan grijs - de suspension of disbelief helemaal niet werkt.
Is Nermal dan nog een niet essentieel nevenkarakter, dan kan hetzelfde niet gezegd worden van Odie. In de strip is de hond een grove karikatuur, met een tong die groter is dan hijzelf - bron van een myriade aan visuele grappen. De teckel die in deze film is moeten opdraven lijkt in de verste verten niet op Odie, en ook hier kunnen we weer de vraag stellen waarom men zoveel moeite heeft gedaan om Garfield zo goed in CGI weer te geven en Odie, die toch het weerwerk moet leveren in de opbouw van de gags, zo slecht gelijkend geportretteerd wordt.
Wat de Garfield-strips ook aanstekelijk maakt is de graad van dorkiness van baasje Jon Arbuckle. In de strip is hij een pathetische, wereldvreemde loser die constant maar tevergeefs vrouwen (of toch minstens één) tracht te versieren, een hopeloze liefde koestert voor dierenarts Liz, maar telkens weet om de fair sex gillend uit zijn richting te doen rennen door zijn onhandigheid en manifest gebrek aan klasse. Dat in deze film Liz - Jennifer Love Hewitt - wél op zijn avances ingaat en zelfs het initiatief neemt, is een tegenstrijdigheid in het Garfield-axiomastelsel. De grootste kracht van de Garfield-strip gaat immers uit van de tegenstelling tussen de lamme kater en de geschifte eigenaar en de manier waarop die elkaar voordurend op elkaars kop zitten. Dit komt helemaal niet uit de verf in de film, en dat is een gemiste kans. Het scenario stelt overigens niet zo veel voor: Stephen Tobolowsky is als Happy Chapman zowat de mottigste schurk die we hebben moeten aanschouwen, en is geen match voor de praatzieke kater. Het enige wat de film boven water houdt is de spitse commentaar van Bill Murray. Enkele van de beste gags uit de film zijn bovendien gesneuveld en in de deleted scenes-sectie verzeild, zoals het hele gedoe van Garfield die een lift naar de stad versiert door zich voor te doen als kattevellen muts van de één of andere club mannen op leeftijd die het midden houdt tussen een vrijmetselaarsloge en een karnavalstoet.
Wordt het wat met Garfield? Langs de ene kant wekt de manier waarop Garfield tot leven is gewekt absoluut bewondering, langs de andere kant zijn andere aspecten van en personages uit de film slecht of niet uitgewerkt. Een dubbeltje op zijn kant, dus.
BEELD EN GELUID
Zoals de meeste recente films is ook deze Garfield, The Movie op technisch vlak op een disc geplaatst waar weinig op aan te merken valt. Het beeld is netjes, met lichtjes oververzadigde kleuren, wat niet echt stoort, aangezien het om een cartooneske stripverfilming gaat. Niet alle CGI-shots zijn evenwel ongeschonden uit de transfer gekomen, en met name compressie-artefacts houden de score wat lager. Daarentegen valt op te merken dat er niet het minste foutje of ruis te bemerken valt, wat dan weer zeer goede punten scoort. De Engelse Dolby Digital 5.1-track is vrij van gekraak en vervorming, de dialogen zijn goed verstaanbaar, en de track is netjes synchroon, wat een heksentoer moet geweest zijn, gezien het feit dat meer dan de helft van de dialogen in de film dierenpraat is. De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat voor een 5.1-track er eigenlijk weinig gebruik gemaakt wordt van de surroundmogelijkheden of het subwooferkanaal. Naast de Engelse zijn er onder meer ook Vlaamse en Nederlandse tracks te vinden; deze zijn overigens de reden waarom - nochtans verstokte Garfield-fans zijnde - we totnogtoe pertinent geweigerd hebben de film in de bioscoop te gaan bekijken, omdat die daar enkel in gedubde versie werd aangeboden, een tendens die nog hand over hand toeneemt en ons danig verontrust, en we geen geld wensen neer te tellen om pseudo-bekende Vlamingen als Adriaan Van den Hoof, Gene Thomas of Ann Van Elsen te moeten aanhoren in een asynchrone dub! Langs de andere kant, met het doelpubliek voor ogen, is de aanwezigheid van een dergelijke track misschien wel verantwoord, maar onze stelling is nog altijd dat kinderen meer geïnteresseerd zijn in de bewegende plaatjes dan in de inhoud, en dat de gesproken taal pas op de tweede plaats komt. Naast het reguliere ondertitelingsspoor is er ook een Nederlands titelspoor aanwezig dat bij de gedubde versie kan gebruikt worden om alleen de diverse opschriften te vertalen. Alhoewel, een truck met in grote letters "LASAGNA" op, ra, ra, wat zou daar inzitten?
EXTRA'S
Tot onze vreugde vinden we een berg extra's op de disc terug, maar bij nader inzien zitten er een paar tussen die in de beoordeling eerder negatieve dan positieve punten opleveren. Laat ons eens overlopen. Bij het opstarten van de disc krijgen we eerst een opgestoken wijsvinger-filmpje over het feit dat kopiëren verboden is (wat we weten en respecteren, maar waar we niet voortdurend op gewezen wensen te worden als waren we potentiële criminelen), een algemene trailer van Fox, en een cross-promotionele trailer voor het Steve Martin-vehikel Cheaper By The Dozen. De eerste ernstige extra is een commentaartrack door regisseur Peter Hewitt en producent John Davis. De tweede sectie bevat 17 minuten aan verwijderde scènes, waarvan het leeuwendeel testopnamen zijn van twee zwarte hip-hoppers die model stonden voor de dansscène met Garfield en Odie. In de andere scènes is Garfield nog niet finaal afgewerkt, en wordt die vervangen door een polygonaal computerfiguur of een pluchen pop. Dan volgen er twee spelletjes: een doolhofspel dat we op iets minder dan 5 minuten hebben uitgespeeld, en een "maak je eigen strip"-feature die eigenlijk maar één statisch plaatje bevat waaraan je zaken kan wijzigen (Garfields pose), of weglaten of toevoegen (Pooky, een bakje lasagna, Jon, ...). De meer voor volwassenen bestemde extra's beginnen met een 7 minuten durende uitleg over het creëren van de digitale Garfield. In het tweede filmpje, 6 minuten durend en voorzien van een multi angle-optie, toont tekenaar Jim Davis hoe Garfield is geëvolueerd in de loop der jaren.
Als extra bonus, wat helemaal niets met deze film heeft te maken, maar een zeer aardige toevoeging is, vinden we het voor een oscar voor beste korte animatiefilm genomineerde filmpje Scrat: Gone Nutty. In deze 5 minuten durende CGI-cartoon vinden we het aandoenlijke wezentje Scrat terug uit de film Ice Age, die na al die jaren nog steeds op zoek is naar de beste manier om zijn verzameling noten te stockeren, met nog altijd even weinig succes. Vooral de pointe van deze cartoon, die we niet gaan verklappen, heeft ons doen schudden van het lachen.
Maar daarna is het lachen ons vergaan. De overige extra's zijn gewijd aan de productie van de Vlaamse en Nederlandse dubbing. Met filmpjes van 13 respectievelijk 14 minuten wordt ons een blik achter de schermen gegund bij de overdubbing, en op de manier waarop de stemacteurs met zichzelf lopen op te snijden, zouden we al bijna gaan denken dat ze de film zelf hebben gemaakt. De Vlaamse documentaire wordt nog eens gevolgd door een anderhalf minuten durende - Vlaamse, of wat dacht U? - trailer. Het absolute dieptepunt is echter de drie en een halve minuut van ons leven die vergooid wordt aan een clip van Xink, een bende als pukkels verklede zingende (nu ja...) pubers, annex de grootste vergissing uit de Vlaamse geschiedenis.
In het hoofdmenu vinden we, buiten de extra's, ook nog een "Kijkje achter de schermen" terug. Ook dit heeft an sich niets met de film Garfield te maken, behalve dan dat het om een productie van dezelfde broodheren gaat. Het betreft hier een leuke, 4 minuten durende preview van de nieuwste animatiefilm van Fox, Robots, met onder meer Ewan McGregor, ingeleid door regisseur Chris Ungar, bekend van het onverwachte kassucces Ice Age. Zo lusten we er nog wel meer!
Pluspunt is dat alle extra's Nederlands ondertiteld zijn.
CONCLUSIE
We moeten deze bespreking haast afsluiten met een cliché zo hoog als een huis: "Garfield is leuk, maar de strip is toch beter"!
Studio:
Fox
Regie:
Peter Hewitt
Met:
Bill Murray, Breckin Meyer, Jennifer Love Hewitt, Stephen Tobolowsky, Alan Cumming, David Eigenberg, Debra Messing
Beeldformaat:
1.85:1 anamorfisch PAL
Geluid:
Engels Dolby Digital 5.1,
Vlaams Dolby Digital 5.1,
Nederlands Dolby Digital 5.1,
Frans Dolby Digital 5.1
Ondertitels:
Nederlands, Engels, Frans
Extra's:
• Geanimeerde menu's,
• Commentaartrack,
• Documentaire "Garfield komt tot leven",
• Multi-angle feature Garfield tekenen met Jim Davis,
• Kijkje achter de schermen bij de dubbing,
• Garfields doolhofspel,
• Maak je eigen Garfield-strip,
• Verwijderde scènes,
• Muziekvideo,
• Kortfilmpje: "Scrat: Gone Nutty",
• Preview "Robots"