HOUSE OF WAX
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2005-08-31
FILM
Toen de televisie begin jaren vijftig de Amerikaanse huiskamers stormenderhand innam, zaten de filmstudio’s met de handen in het haar. Op welke wijze konden zij immers nog de bevolking uit hun knusse living weglokken nu de bioscoop als het ware aan huis werd gebracht door de kijkbuis? Kleurenfilms op zich bleken immers niet voldoende de zwart-witte 525-lijns revolutie te doorbreken. De oplossing diende zich aan in de vorm van twee distinctieve innovaties. Het uitrekken van de standaard 1.33:1 aspect ratio (die al sinds de eerste projectie van de Lumièrebroers stand hield) naar dubbele breedte was er eentje van, een techniek die tot de dag van vandaag overleeft. Een andere weg die werd ingeslagen, bleek echter al snel niet meer dan een gimmick en verdween na enkele jaren reeds met de stille trom: 3-D films. Veel klassiekers heeft dit laatste genre trouwens niet opgeleverd. Slechts een tweetal prenten hebben de tand des tijds doorstaan. De eerste is Alfred Hitchcocks
Dial M for Murder. De tweede, die nu eindelijk op dvd is verschenen, is een remake van een obscure horrorfilm uit 1933, die voor het eerst Vincent Price als macaber icoon deed opdraven:
House of Wax.
Henry Jarrod, een begaafd beeldhouwer, baat een klein museum met wassen recreaties van historische figuren uit. Zijn vennoot ziet echter betere manieren om snel geld te verdienen. Hij stelt voor het gebouw in brand te steken en de verzekeringspremie op te strijken. Jarrod, die de wassen beelden als zijn kinderen ziet, verzet zich hevig, maar delft het onderspit en valt ten prooi aan de vlammenzee. Enkele jaren later duikt de beeldhouwer echter weer op, kreupel en bouwend aan een gloednieuw museum. Hoewel hij door zijn misvormde handen op medewerkers moet vertrouwen, zien zijn beelden er levendiger uit dan ooit. Zo levendig zelfs dat sommigen beginnen te vermoeden dat Jarrod échte mensen met was overgiet. Sue Allen, wiens beste vriendin het slachtoffer werd van een onopgehelderde moord, herkent haar vriendin namelijk in één van de sculpturen. En gaat op zoek naar de macabere waarheid.
Het is ontzettend spijtig dat de belangrijkste reden voor het produceren van de film (het 3-D effect) niet kan worden beoordeeld op deze dvd. We krijgen immers de 2-D versie voorgeschoteld. Toch is meteen duidelijk in welke scènes voorwerpen verondersteld worden op de kijker af te vliegen. Meest legendarisch is een sequentie halverwege de prent, waarin een pingpongspeler zijn bal aan een draadje de zaal in stuurt. De scène staat bovendien model voor de ganse film, in de zin dat dit eerder een evenement is dan een bona fide filmische productie. En als je dan reeds bij voorbaat beroofd wordt van de voornaamste attractie, weet je dat er mirakels nodig zijn om de aandacht van de kijker continu vast te houden.
Daarin slaagt
House of Wax dan ook niet. Het scenario is immers opgedeeld in een opeenvolging van setpieces en expositiescènes, die allesbehalve vloeiend in elkaar overgaan. Ondanks de eenvoudige wraakplot krijg je daardoor voortdurend het gevoel belangrijke info te missen. Op zich zijn de scènes nochtans niet slecht geconstrueerd. Maar in combinatie met elkaar wordt al snel duidelijk dat een voortstuwend ritme ontbreekt, waardoor de film zich telkens weer met vallen en opstaan aan de kijker moet verkopen. Op het eerste kwartier na slaagt cineast De Toth er trouwens niet in adequaat spanning te genereren. Het is te allen tijde duidelijk hoe de puzzelstukjes in elkaar zullen vallen en de pogingen van de regisseur om met duistere schaduwen en monsterlijke make-up angst aan te jagen, lijden onder een clichématige aanpak. Aan belangrijke, sfeerrijke momenten gaat hij overigens te snel voorbij, terwijl nietszeggende expositie ruim wordt uitgesmeerd, wat een bijwijlen slaapverwekkend tempo als gevolg heeft.
Toch zijn er een aantal positieve punten te ontdekken in
House of Wax. Het production design evoqueert uitstekend het New York van begin de jaren 1900 door een vernuftige stilistische brug te slaan tussen Victoriaanse grandeur en Amerikaanse zakelijkheid. De wassen beelden zijn eveneens prachtig gefabriceerd, hoewel hun schoonheid ironisch pas perfect tot uiting komt wanneer ze ten onder gaan in een vuurzee. De wassen lagen glijden dan immers als rollende tranen van de gesculpteerde gezichten, waardoor we perfect kunnen begrijpen waarom Henry Jarrod hen als zijn kinderen ziet. De muziek, hoewel manipulatief op een typische horrorfilmwijze, verlicht dan weer regelmatig de toon, met guitige noten tussen de dramatische melodieën in. En de fotografie is steeds sfeervol, kleurrijk en macaber. De cinematograaf laat zich m.a.w. niet uitsluitend leiden door het 3-D motief, maar levert een film af die ook in twee dimensies een lust voor het oog is.
Meest van al zal
House of Wax echter altijd verbonden blijven met de naam van Vincent Price. De acteur, die voordien zowel de vileine slechterik als de minzame held had gespeeld in talloze prenten, werd na zijn vertolking van Jarrod voorgoed in de rol van de sinistere horrormeester gedwongen. Het is niet moeilijk te zien waarom. Price excelleert in de rol, geeft het personage een duistere inborst mee, zonder ooit de sympathie van het publiek te verliezen. Hij wisselt moeiteloos grappige momenten af met angstaanjagende, ontroerende blikken met kille staren. Zo groot is zijn impact op de film, dat ieder moment dat hij niet op het scherm verschijnt, de prent als een soufflé ineenstuikt. De screentime van de acteur is overigens beperkter dan je zou vermoeden, waardoor van mindere goden als Frank Lovejoy en Phyllis Kirk wordt gevraagd de productie op hun schouders te dragen.En hun veelal charismavrije vertolkingen lukken daar niet in. De enige nevenacteur die toch wat indruk weet te maken is een jonge Charles Bronson, die op de titelrol nog onder zijn echte naam van Charles Buchinski staat vermeld.
House of Wax was een gigantisch succes bij zijn originele release (de film staat nog steeds in de top 200 van producties die het meeste aantal tickets verkochten), maar heeft in de loop der jaren veel aan kracht moeten inboeten. Het ontbreken van de 3-D gimmick is daarin een belangrijke factor, maar zeker niet de enige. Een modern publiek verwacht immers een moeiteloos voortdenderend verhaal zonder overbodige ballast, en aan dat criterium kan
House of Wax niet voldoen. Als icoon van zijn tijd blijft de prent er echter eentje die je minstens een keer gezien moet hebben. En nu 3-D onder impuls van mensen als Robert Rodriguez, James Cameron en Robert Zemeckis opnieuw onder de spotlights geworpen lijkt te worden, mogen we misschien hopen dat we de film in de nabije toekomst nog eens in alle mogelijke dimensies kunnen aanschouwen.
BEELD EN GELUID
Het overzetten van een driedimensionale film naar een vlakke beeldbuis brengt logischerwijs heel wat problemen met zich mee, vooral op vlak van kleur en scherpte. De transfer op deze dvd brengt die defecten dan ook spijtig tot uiting. De beeldkwaliteit is niet slecht, maar schiet schromelijk tekort in vergelijking met andere klassieke releases van Warner Bros. Zwartniveaus zijn doorgaans zeer schappelijk, maar het contrast kon wat beter, en de print is ook niet vrij van beschadigingen en vuiltjes. Meest storend is echter de constante filmgrain, die ieder frame van de prent bezoedelt. Het geluid doorstond de tand des tijds een stuk beter. De dialogen klinken namelijk helder en ook de muziek schalt efficiënt door de boxen. Maar ook hier is ruis bijwijlen een storende factor. Al bij al een transfer dus die beter had gekund en gemoeten.
EXTRA’S
Er staan twee extra’s op de schijf. De eerste is een nieuwsverslag van de
Round the Clock Premiere (2 min.) van de film, met een verrassend helder beeld, maar zonder origineel geluid. O.a. B-sterren als Bela Lugosi en Ronald Reagan maken hun opwachting op de rode loper. Maar het echte snoepje onder de bonussectie is
Mystery of the Wax Museum (74 min.), de langspeelfilm uit 1933 die de basis vormde voor remake
House of Wax. Gedurende dertig jaar leek de film verloren te zijn gegaan, tot een print opdook in het privé-archief van studiobons Jack Warner. De film is overigens niet zonder filmgeschiedkundige waarde. De regie was namelijk in handen van de toen nog relatief onbekende Michael Curtiz en had Lionel Atwill en Faye Wray in de hoofdrollen. De acteur zou later faam verwerven als professor Moriarty in de
Sherlock Holmes Serie van Universal, terwijl de actrice nog datzelfde jaar supersterstatus bereikte als de vrouw die door King Kong het Empire State Building werd opgesleurd.
Mystery of the Wax Museum is qua verhaal haast identiek aan
House of Wax, maar besteedt meer aandacht aan subplots. Ook de introductie van een journaliste die het enigma van de wassen beelden ontrafelt is een belangrijk verschil. Qua scenario steekt het origineel trouwens met kop en schouders boven de remake uit. De dialogen bezitten immers de spitsvondigheid van een goede screwball comedy en de karakters doorlopen geloofwaardigere, interessantere emoties. Het tempo oogt zelfs flitsender en sneller dan in
House of Wax hoewel die laatste van twintig jaar filmische progressie kon profiteren. De regie van Michael Curtiz bezit nog de zelfverzekerde hand van zijn latere werk, maar toont toch al zijn grote talent. Opvallend is eveneens hoezeer de film elementen ontleent aan het Duits expressionisme van de jaren twintig, zowel in de stilistische decors als in het werken met schaduwen en ongewone kadrering.
Het origineel kan trouwens zelf met een gimmick pochen. Geen 3-D ditmaal, maar 2-strip Technicolor. Dat proces gebruikte een rode en een blauwe filmlaag (geen groen, dat volgde pas enkele jaren later met 3-strip Technicolor) en verkreeg daarmee een contrasterend effect dat doet terugdenken aan vroege, experimentele kleurendruk in stripalbums. Maar zelfs zonder die innovatie blijft
Mysterie of the Wax Museum overeind. Het is zonder discussie een beter gestructureerde, meer entertainende, filmisch professionelere prent dan
House of Wax. En de print die op deze dvd staat is zelf in behoorlijk goede staat voor een film van zeventig jaar oud.
Quotering Mystery of the Wax Museum:
Film: 6,5/10
Beeld: 6/10
Geluid: 6/10
CONCLUSIE
House of Wax lanceerde zowel de langdurige horrorcarrière van Vincent Price als de kortstondige 3-D rage in de jaren vijftig, maar is een halve eeuw later hopeloos verouderd. Voor het gebrek aan tempo speelt de prent parten en ook de onmogelijkheid om de derde dimensie te aanschouwen is een jammerlijke zaak. Gelukkig is er nog Vincent Price, die heerlijk boosaardig uit de hoek komt. Beeld en geluid halen jammer genoeg niet het niveau van andere Warner releases. Dit wordt echter ruimschoots gecompenseerd door de inclusie van een tweede speelfilm, het lang verloren gewaande
Mystery of the Wax Museum uit 1933, die als het op artistieke kwaliteit aankomt eigenlijk top billing verdiende.