BUYENS & CHAGOLL - FILMS 1962-2004 COLLECTION 1
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2005-12-07
REEKS
De eerste box van Frans Buyens en Lydia Chagoll wordt gedomineerd door de gevolgen van de ervaringen van Lydia Chagoll in de Japan. Als kind heeft ze er in barre omstandigheden in de kampen gezeten en later, wanneer ze terug in België is, verbreekt ze na een aantal decennia het stilzwijgen en vertelt over haar wedervaren. Beseffend dat er ondertussen is West-Europa dingen gebeurd zijn die de vergelijking met haar eigen ervaringen evenaren en op sommige domeinen overtreffen, wijdt ze haar aandacht aan de Holocaust op de joden, de strategie van Nazi-Duitsland en in het bijzonder aan de politiek van Hitler vóór en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Haar interesse gaat heel in het bijzonder naar de omstandigheden waarin de oorlogskinderen de wereldbrand hebben doorgemaakt en die al dan niet hebben overleefd, zowel langs de kant van de slachtoffers als die van de agressor, want voor Lydia Chagoll maakt het niet uit of het joodse of Duitse kinderen zijn. Voor haar zijn alle kinderen die erbij betrokken waren onschuldige slachtoffers.
In Frans Buyens vindt ze het perfecte medium om het niet-vertelbare zichtbaar te maken op pellicule en Buyens, vrijzinnig en humanist, beent samen met Chagoll het materiaal tot op het bot uit om alleen dat over te houden wat essentieel is om wereldkundig te maken. Zijn portret en zijn verhaal worden verteld in de documentaire
Tot mijn laatste adem en de film Minder Dood dan de Anderen. Haar verhaal vindt zijn neerslag in
la Petite Peau Blanche...,
In Naam van de Führer en
Un Jour les Témoins disparaîtront.
De bij het grote publiek meer bekende film
Het Dwaallicht naar een roman van Willem Elsschot, maakt eveneens deel uit van deze collectie.
La Petite Peau Blanche Devait Courber La Tête Pour L'Empereur Hirohito (2003)
Onze landgenote Lydia Chagoll vlucht met haar ouders tijdens de Tweede Wereldoorlog om aan de Nazi's te ontsnappen. De Chagolls zijn joden en in tegenstelling tot vele anderen zien zij de kans om België te verlaten en naar een veilige buitenlandse bestemming uit te kijken. Maar de rest van Europa en de wereld staan hun niet met open armen op te wachten. Noch in Spanje, Portugal of Mozambique worden ze toegelaten. Ze krijgen doorreisvisa en Zuid-Afrika verplicht ze in te schepen naar Nederlands-Indië (het latere Indonesië). Kort na aankomst op Java, het droomeiland, strijken de Japanse bezettingstroepen er neer. Hun tactiek is barbaars en hun optreden mensonterend. Als gevolg van de overeenkomst met Nazi-Duitsland worden alle vijandelijke
withuiden opgesloten in kampen. In eerste instantie in de blanke residentiële wijken, later in kampen. Lydia zal meer dan 3 jaar in 5 verschillende kampen doorbrengen en er haar jeugd grotendeels zien passeren, zonder de mogelijkheid om te studeren of zich als een normaal opgroeiende tiener te gedragen, vriendjes te hebben, dromen te koesteren en plannen te maken voor de toekomst. Dankzij de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki zal zij overleven, want zoals ze zelf aangeeft
had het niet veel langer mogen duren of we waren allemaal omgekomen van ontbering. Ze heeft meer geluk dan haar familie in Europa. Bij haar terugkeer – na een moeilijke repatriëring – komt ze bij een tante in Holland terecht en verneemt daar dat grootvader, grootmoeder, nichtjes en neefjes, bijna haar hele grote familie verdwenen is. Meer wordt er niet gezegd en ook nadien niet, of nauwelijks, wanneer de familie opnieuw een normaal leven probeert op te bouwen. Iedereen zwijgt, want zwijgen doet vergeten en wat men niet zegt, bestaat niet. Ook de omgeving, de samenleving is er niet klaar voor, niet voor het verhaal van de teruggekeerden uit de Duitse kampen, maar nog veel minder voor de miserie uit de jappenkampen,een conflict ver van het eigen bed. Lydia zwijgt en verbijt, privé en
en public. Pas dertig jaar later – mede onder invloed van collega en partner Frans Buyens – vertrouwt ze haar herinneringen van toen aan het papier toe.
De volledige bespreking van
La Petite Peau Blanche Devait Courber La Tête Pour L'Empereur Hirohito kan u
hier lezen.
In Naam Van De Führer (1977)
De grote verdienste van de documentaire
In Naam Van De Führer is zijn uitgangspunt: het lot van de kinderen belichten tijdens de Nazitijd. Zelden is en wordt in geschriften en documentaires hun lot bekeken, alsof ze geen betrokken partij waren, alsof ze buiten schot bleven of in elk geval aan hun noodlot ontsnapten. Niets is minder waar. Aan beide kanten van de ideologische scheidingslijn in het Duitse Rijk werden kinderen misbruikt. Men praat makkelijk over Herbert von Karajan, de wereldberoemde dirigent uit de jaren '70 en '80, die lid bleek te zijn geweest van de Hitlerjeugd, maar daar halsstarrig over zweeg, en er wordt schande gesproken over de Duitse paus in Rome die eveneens lid was van de Hitlerjugend; men vergeet daarbij voor het gemak de omstandigheden, de context. Lydia Chagoll is, vanuit haar eigen ervaringen als kind in de kampen in Indonesië, op zoek gegaan naar de kinderen van die andere oorlog, in Europa, en brengt in deze documentaire verslag uit over haar bevindingen. Daarvoor gebruikt ze vaak uniek filmmateriaal en nooit eerder uitgegeven foto's uit archieven in 15 landen, waaronder kampmusea.
De volledige bespreking van
In Naam Van De Führer kan u
hier lezen.
Het Dwaallicht (1973)
Het verhaal van
Het Dwaallicht is op het laagste niveau heel eenvoudig: Laarmans (Romain De Coninck), een man op gevorderde middelbare leeftijd komt 's avonds van zijn werk naar huis. Onderweg ontmoet hij drie Afghaanse mannen, keurig in het pak, die hem in slecht Engels de weg vragen:
Maria Van Dam, Kloosterstraat 15, Antwerpen. Laarmans wijst hun in even slecht Engels de weg, maar moet later vaststellen dat de buitenlanders zich in de Antwerpse binnenstad na het vallen van de avond moeilijk kunnen oriënteren. Hij besluit ze te helpen en naar het goeie adres te leiden. Maar Maria Van Dam (Eva Kant) heeft de Afghanen een verkeerd adres in de hand geduwd en op nummer 15 in de Kloosterstraat woont ze helemaal niet. Ook de politie probeert nog te helpen met twee adressen, maar Maria Van Dam blijft onvindbaar. De Afghaanse matrozen druipen teleurgesteld af.
Het Dwaallicht evenwel veel meer dan dit eenvoudige verhaallijntje. Frans Buyens ontdekt in de novelle van Willem Elsschot een tweede laag. Bij het begin van de film laat hij Laarmans ook thuiskomen. Zijn vrouw (Dora Van der Groen) loopt achter hem aan als hij z'n natte jas en hoed zo maar achteloos weghangt, ze ruimt de tafel af nadat ie gegeten heeft en terwijl hij z'n krant leest zit zij aan de salontafel met een naaiwerkje. Gesproken wordt er niet. De typering is loepzuiver: de Laarmansen hebben mekaar niks meer te vertellen na 30 jaar huwelijk en zes kinderen.
De volledige bespreking van
Het Dwaallicht kan u
hier lezen.
Minder Dood Dan De Anderen (1992)
Minder Dood Dan De Anderen begint met Irma (Dora van der Groen), de moeder van Frans en Armand Buyens, in het bejaardentehuis in Temse. Daarvoor heeft ze zelf gekozen na de dood van haar man, want ze wil haar kinderen niet tot last zijn. Irma is nog pienter en zelfredzaam, alleen de ochtendgymnastiek gaat niet meer zo vlot. Dora van der Groen praat tegen de camera alsof ze tegen Frans Buyens, haar oudste, praat. Dat procédé wordt de hele film lang volgehouden en dat schept een heel directe band met de toeschouwer. Vervolgens gaat Buyens terug in de tijd, naar de kermis van 1960 in Temse. Z'n broer is er met een paar makkers op pad, hij verkleed als bruine beer. Twee jongeren die een glaasje teveel op hebben steken – besluit de rechter – de beer in brand. Volgens de politie brandt Armand in z'n vermomming als een fakkel. De twee jongens, overstuur, gaan er vandoor in plaats van de brandende toorts op de grond te gooien en het vuur te smoren. Armand Buyens heeft brandwonden in de derde graad. Tien dagen ligt hij in het plaatselijke ziekenhuis tussen leven en dood. In 1960 is de behandelingswijze tegen brandwonden nog primitief en wondhelende producten zijn schaars. Na tien dagen overlijdt Armand, hij is 33 jaar oud geworden. Het zgn. ongeval is een drama voor zijn moeder, onbegrijpelijk voor pa. Irma ligt huilend op een sofa in de hoek van de kleine kamer. Ze brabbelt maar wat door de stroom van tranen heen.
Dood, roept ze,
hij moet dood, duidend op wat zij een moordenaar noemt, crapuul, uitschot dat een jong en veelbelovend leven heeft weggemaaid voor de lol. Buyens toont Irma, na de begrafenis, die ze niet heeft bijgewoond, op het kerkhof, waar ze elke dag naartoe gaat met een zwarte hoofddoek op. De beste scène is degene waarin Buyens haar isoleert tegen een wazige achtergrond, in haar hand de persknipsels over het ongeval. Maandenlang kijkt ze er elke dag naar, alsof ze zich op die manier overeind houdt. Dora van der Groen toont zich van haar gevoeligste kant, leest de knipsels, prevelt af een toe een woord, herhaalt een zinsdeel dat haar opbeurt of opvalt, op de rand van een snik, geëmotioneerd, ontroerend, kwetsbaar.
De volledige bespreking van
Minder Dood Dan De Anderen kan u
hier lezen.
Un Jour Les Témoins Disparaîtront (1979)
In 1978 organiseert de Vereniging van Overlevenden van Auschwitz-Birkenau voor het eerst een studiereis naar het conentratiekamp bij Krakau in Polen. Deelnemers zijn 10 overlevenden, 120 universiteitstudenten en Lydia Chagoll die ter plekke haar film
In Naam Van De Führer zal voorstellen. Drie dagen voor de afreis doet ze in een couscousrestaurant aan Frans Buyens het voorstel om deze unieke aangelegenheid op pellicule vast te leggen. Via de voorzitter van de vereniging en haar contacten in Polen slaagt Chagoll erin om twee cameramannen, twee geluidsmannen, een assistent plus al het materiaal voor de opnamen zonder problemen Polen in en weer uit te krijgen. Een enige prestatie op het hoogtepunt van de Koude Oorlog. Het gezelschap blijft 6 dagen ter plekke. Buyens laat zijn camera draaien op het moment dat voormalige bewoners én de studenten het kamp betreden.
Arbeit Macht Frei staat er boven de poort waar ze onder doorlopen, de wachtposten en het prikkeldraad voorbij, in de richting van de barakken van steen, nu gedeeltelijk ingericht als tentoonstellingsruimten en herdenkingsplaatsen, met af en toe een folterkamer of een slaapkamer net zoals toen. Later zien we dezelfde groep in het kamp van Birkenau waar de vergassingsinstallaties en verbrandingsovens ooit stonden, een enorm terrein omzoomd met wachttorens en prikkeldraad aan het einde van de bewoning, tegen het bos aan. Nu staan er op het terrein nog alleen de schoorstenen die de barakken verwarmden en vier units die voor de toeristen in stand worden gehouden, inclusief stapelbedden. In 1978 kijkt Buyens nog uit over een groot gedeelte van de originele zwartgemaakte houten constructies. In lange rijen beletten ze het uitzicht op de ovens die de SS-ers vóór hun haastige vertrek nog gauw met dynamiet vernietigd hebben. Het puin ligt er als een stille getuige.
De volledige bespreking van
Un Jour Les Témoins Disparaïtront kan u
hier lezen.
Tot Mijn Laatste Adem (2000 – bonus dvd)
Tot Mijn Laatste Adem is een documentaire van de Vlaamse regisseur Gerrit Messiaen over het leven en het werk van Frans Buyens. Messiaen was ooit een leerling en een bewonderaar van Buyens en is in zijn aanpak en zijn onderwerpen heel erg beïnvloed door de meester. In deze 52 minuten durende documentaire probeert hij een totaalbeeld op te hangen van het oeuvre van Frans Buyens en tegelijk antwoorden te vinden op de vraag waarom projecten tot stand zijn gekomen, wat Buyens' uitgangspunt en stimulans is geweest.
De volledige bespreking van
Tot Mijn Laatste Adem kan u
hier lezen.
CONCLUSIE
Buyens & Chagoll – Films 1962-2004 Collection 1 is een eerste indrukwekkende selectie uit het werk van Frans Buyens en Lydia Chagoll en zou eigenlijk op één of andere manier iedereen moeten interesseren die begaan is met het lot van onze samenleving en de mensheid in zijn geheel. Dat zijn grote woorden, inderdaad, maar uiteindelijk hangt ons aller welzijn af van de vrijheid, de vrije meningsuiting en het weerzijds respect tussen mensen van alle kleuren, godsdiensten, politieke overtuigingen en seksuele voorkeuren. Als we dat loslaten gaat de boel ooit om zeep. Meer willen Frans Buyens en Lydia Chagoll ons in deze eerste van vier boxen (totaal 24 dvds) niet vertellen. Of zoals Goethe ooit zei:
in der Beschrenkung zeigt sich der Meister.