BERLIN - SINFONIA DE UNA CIUDAD
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2006-02-15
DOCUMENTAIRE
De naam van de Duitse cineast Walther Ruttman is voor altijd verbonden met documentaire films. In de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw was hij de maker van korte en langere reportages over Düsseldorf en Stuttgart, de Sterni Staalfabrieken en producties met verdachte titelszo als
Blut Und Boden,
Feind Im Blut en
Deutsche Waffenschmieden. Het mag dan ook niet verbazen dat hij zich in 1935 compromitteert via zijn samenwerking met Leni Riefenstahl aan
Triumph Des Willens, de propagandistische documentaire over de nazi-Reichsparteitag in Nürenberg.
Al in de jaren 20 experimenteert Ruttman met film. In zijn vroegste werk gaat de aandacht naar animatieprojecten met de nadruk op gekleurde vormen, rond of hoekig, die zich tegen een zwarte achterrond op pulserende wijze naar het midden van het beeld bewegen, ondersteund door brommende en dreigende muziekfragmenten, noise en industriële geluiden, samengesmolten tot een futuristische en dreigende symfonie. Het gaat om korte projecten, vaak niet langer dan een paar minuten, repetitief van karakter, met een voorliefde voor droomsequenties, later wolken en golven.
Die Sinfonie Der Grossstadt is zijn eerste filmproductie (1927) en groeit in de loop der tijden uit tot zijn belangrijkste realisatie. In deze 62 minuten durende reportage toont Ruttman een dag van 24 uren in Berlijn vanaf zonsopgang tot ver na middernacht. Berlijn anno 1927 is een stad in volle bloei. De verwondingen van de Eerste Wereldoorlog zijn grotendeels geheeld en overal verrijzen nieuwe wooncomplexen. De toeschouwer ziet het vanuit een treincoupé, want de opbloei van de moderne transportmiddelen interesseert Ruttman mateloos. De trein zoeft tegen hoge snelheid over het Duitse platteland. De regisseur richt de camera op de rails, op de sporen die elkaar kruisen en naar elkaar toevloeien om vervolgens weer van elkaar weg te schieten in verschillende richtingen. De stad begint met een paar losstaande huisjes, een dorpje, een eerste flatgebouw, dan meerdere huizen en vervolgens suburbia: verkavelingen met kleine huisjes en een moestuin, allemaal een beetje primitief en leeg. Het is winter in Berlijn, of in elk geval het vroege voorjaar. De bomen hebben nog geen blaadjes. De camera kijkt langs de dorre takken naar de grauwe gevels. Die sluiten zich aan elkaar tot huizenrijen en vervolgens huizenblokken. Als de trein vertraagt en het station binnenrijdt staat de camera in het hartje van de stad.
In het vervolg van de documentaire zien we de klok voorzichtig het begin van de dag aankondigen, de eerste postbodes die uitrijden, de treinstellen die hun hangars verlaten, de arbeiders die uit hun huisjes komen en over quasi lege lanen naar hun werk gaan, de fabriekspoorten die openzwaaien, huismoeders die hun kinderen naar school brengen, de winkels die opengaan, de markt die begint, de vrouwen die hun inkopen doen. Ruttman filmt het van op het trottoir, vanuit de tram. Hij zet de filmbeelden op een gemonteerde geluidsband en zorgt voor vaart en snelheid op het ritme van de auto’s, de vrachtwagens, de bootjes en de trein die regelmatig opnieuw in beeld komt. Kort voor het middaguur is Berlijn één en al bedrijvigheid. De fabrieken met hun robots op stoom en elektriciteit draaien op volle toeren. De regisseur toont het leven van de kleine man en de beter gesitueerde burgerij, de arbeiders en de bazen, de huisvrouwen aan de was, de dames van de betere stand bij een kopje thee, de enen te voet, de anderen in sjieke limousines met chauffeur. Tegen het middaguur valt de drukte weg en gaat men aan tafel, de arbeiders eten uit hun brooddoos of uit een zakje, de burgerij begint uitgebreid aan de lunch. In de
Zoologischer Garten krijgt de leeuw een bot. Na het middageten legt men zich te rusten: de arbeiders tegen een muurtje, de leeuw in een hoekje van zijn kooi, de burgerij in het pluche van de salons. Na de middag zijn de straten van Berlijn gevuld met auto’s die kriskras door elkaar bewegen. Voor voetgangers is het er levensgevaarlijk, want verkeerslichten en zebrapaden zijn nog niet uitgevonden. Wie wil oversteken riskeert zijn leven en holt tussen de paardenkarren en de limousines door naar de overkant van de straat. 's Avonds is er het uitgaansleven en opnieuw zien we de verschillende bevolkingsklassen elk hun eigen milieutje opzoeken: de arbeiders in het café of het volkstoneel, de beter gesitueerden in het theater, de opera of de salons van dure hotels. Het duurt nog tot een stuk in de nacht voor alles rustig wordt in Berlijn.
Berlin: Die Sinfonie Der Grossstadt is geen historische documentaire in de ware zin van het woord. De toeschouwer krijgt geen verhaal over de geschiedenis van de stad, noch een toeristische toer langs de belangrijkste monumenten van de Duitse hoofdstad. Walther Ruttman filmt de Berlijners, rijk en arm, op straat, in de tram, op het werk, van uur tot uur. Het historische effect van de documentaire ligt in de afstand tussen de beelden van 1927 en vandaag. Ruttman toont een wereld die niet meer bestaat, het Berlijn van vóór de nazi's. Hij heeft het zelf niet beseft, maar zijn opname van een marcherend peloton soldaten en vervolgens van een stelletje rustig keuvelende bebaarde joden, toont de rust en de vreedzaamheid van het moment en functioneert tegelijk, voor de toeschouwer van vandaag, als een voorteken van het onbegrijpelijke dat zich minder dan tien jaar later van de stad meester maakt en ze meesleurt in een spiraal van geweld en misdadigheid. Dat laatste krijgt de toeschouwer niet te zien. Walther Ruttman sterft in de loop van 1940. Ook hij zal de puinhopen van Berlijn niet meer meemaken na de genadeloze geallieerde bombardementen die de nazi's tot overgave dwingen.
Berlin: Die Symfonie Der Grossstadt is evenmin een politiek pamflet. In de jaren vóór en na de oorlog werd er in de gespecialiseerde pers gediscussieerd over de vraag waarom Ruttman de armen en de rijken liet zien en de dieren in de zoo: wilde hij de sociale ongelijkheid aantonen? Wilde hij aangeven dat de rijken de armen verslinden zoals de leeuw het bot? De werkelijkheid is wellicht veel eenvoudiger: Ruttman documenteerde zijn tijd, hij was een chroniqueur, meer niet. Vooral in Amerika – waar hij een tijd bekendheid genoot vóór zijn terugkeer naar Duitsland – vond men zijn documentaire maar niks wegens het gebrek aan engagement. Het zou nog een hele tijd duren vooraleer men overtuigd was van de artisticiteit en de originaliteit van zijn werk.
Berlin: Die Sinfonie Der Grossstadt is vreemd genoeg een Spaanse dvd-uitgave, uitgegeven bij Divisa Ediciones in Valladolid en hij is in Berlijn uitsluitend in deze versie te koop. Het is op z'n minst merkwaardige dat geen enkele Duitse uitgever over de rechten van deze film schijnt te beschikken.
BEELD EN GELUID
Aan de transfer van
Berlin: Die Sinfonie Der Grossstadt naar dvd is niet al te veel zorg besteed. De Spaanse uitgever heeft de film niet laten restaureren. De beschikbare kopie is zonder het verwijderen van beschadigingen en vlekken op de zilveren plaatjes gebrand. Dat is jammer, want deze documentaire is een pareltje van cinematografisch kunnen met veel aandacht voor camerastandpunten, een ritmisch en modern ogende montage en uniek beeldmateriaal van Berlijn tussen de beide Wereldoorlogen. Heel typisch voor Ruttman is zijn aandacht voor het samenspel tussen beeld en geluid. De klankband lijkt op een electro-productie uit de jaren 70 of 80, met zeer eigentijdse
inserts van noise en industrial, maar is niets minder dan een originele score uit 1927. De documentaire wordt helemaal door de soundtrack van muziek, bonkende, ronkende en schurende geluiden gedragen, zonder commentaar of
eigen geluid.
Die Sinfonie der Grossstadt is een stille film in zwart-wit. Er is sprake van geruis en af en toe
springt de geluidsband bij een beschadiging van de filmpellicule. Ondertiteling is er niet, dus een taalbarrière evenmin.
EXTRA'S
Als extra's zijn er
Production Notes over de film en een
Filmografie van de Regisseur (schermen in Duits en Spaans) plus de korte animatiefilm
Opus 1 uit 1921 (10 min.).
CONCLUSIE
Berlin: Die Sinfonie Der Grossstadt is een merkwaardige documentaire over één dag in de Berlijnse hoofdstad anno 1927 van 's ochtends 5 uur tot in de vroege uurtjes de volgende dag. Walther Ruttman, de regisseur, toont ons het leven van de Berlijners, van het volk in de fabriek tot de baas in zijn kantoor, de huismoeder en haar kinderen tot de rijke dames in de opera. Het ritme van de film wordt bepaald door de transportmiddelen die in volle opgang en aanleg zijn: de trein, de tram, de auto, snelle boten, de eerste vliegtuigjes. De sfeer is er een van grote drukte, bedrijvigheid en gemoedelijkheid, als de stilte voor de storm. Ruttman toont marcherende soldaten en vakbondsmannen die de werklozen toespreken om betere arbeidsvoorwaarden af te dwingen. Hij toont de harde reactie van de politie, de paniek van het volk, maar ook de pret die er wordt gemaakt, het broeierige nachtleven met zijn vele mogelijkheden: Berlijn als het kloppend hart van Europa, de feniks die is opgestaan uit zijn as aan de vooravond van de mondiale economische crisis die stad en land in rechte lijn brengt voor de Tweede Wereldoorlog.