HOWL'S MOVING CASTLE
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2006-05-02
FILM
Het fascinerende aan film is dat het geen statische kunst is. Daarmee doel ik niet op de 24 frames per seconde waarmee een prent zich op het netvlies afspoelt, maar op het feit dat je als kijker bij iedere viewing met andere ogen naar een film kijkt. Het bewegende beeld heeft geen verandering ondergaan, is nog steeds hetzelfde als toen je het voor de eerste keer zag. Maar jij zelf bent wél veranderd. Soms is het gewoon de omgeving die een andere kijk op de film mogelijk maakt, soms een recente persoonlijke gebeurtenis die wat zich op het scherm afspeelt in een ander perspectief plaatst. En dus zien sommige prenten er bij een tweede visie heel wat beter of slechter uit dan bij een eerste.
Toen ik vorig jaar
Howl’s Moving Castle in de bioscoop zag – de nieuwste prent van het Japanse animatiewonder Hayao Miyazaki – was ik niet onder de indruk. De inventiviteit van de regisseur was weliswaar present, maar het verhaal kon me maar matig boeien en ontspoorde te vaak in onnodig uitgesponnen uitwijdingen. Een jaar later blijken mijn indrukken echter voorbarig te zijn geweest. Bij visie op dvd overtrof
Howl’s Moving Castle immers mijn teleurstellende eerste kijk. En ik twijfel er niet aan dat ik, telkens ik het blinkende schijfje opnieuw in de dvd-speler prop, een beetje meer appreciatie zal hebben voor een film die zich – als een gepelde ajuin – het best laag na laag laat verorberen.
De plot is ontleend aan een jeugdboek van de Britse schrijfster Diana Wynne Jones, maar werd door de Japanse makers met een stevige portie Ghiblisaus overgoten. De 19-jarige Sophie werkt als hoedenmaakster in de winkel van haar overleden vader. Wanneer ze in een toevallige ontmoeting hulp krijgt van de knappe jonge magiër Howl, jaagt ze echter diens aartsvijandin tegen zich in het harnas. De Heks Van Verspilling tovert Sophie prompt om in een 91-jarige oude vrouw. In de hoop dat Howl de vloek kan verbreken, treedt ze in dienst als huishoudster in diens Bewegende Kasteel, waar ze beste maatjes wordt met tovenaarsleerling Markl en de vuurgeest Calcifer. Het winnen van Howls vertrouwen is echter moeilijker, omdat de magiër gekweld wordt door zijn betrokkenheid in een zinloze oorlog die dood en vernieling zaait in heel het land.
Met
Howl’s Moving Castle bewijst Miyazaki eens te meer een meesterlijke fantast te zijn. Het beste voorbeeld daarvan is wellicht het titulaire kasteel, dat niet alleen naar uiterlijk maar ook qua voortbeweging een mirakel is om naar te kijken en geïnspireerd lijkt te zijn door de chaotische tekeningen van Terry Gilliam. Het wandelende gebouw duikt al in de eerste minuut op, voortslenterend door de nevel, als een reliek van een vervlogen era dat door de mist der tijd versluierd wordt. Naar goede gewoonte plaatst de regisseur het verhaal bovendien in een mythische wereld, die het midden houdt tussen Victoriaans Engeland, een Victor Hugo-achtige retrotoekomst en een Japans sprookje. Het is een fascinerend universum waarin je uren kan verdwalen, bevolkt met gewone mensen, tovenaars en intrigerende wezens.
Het best uitgewerkte personage is zonder twijfel Calcifer. De vuurgeest wordt vaak gebruikt als comic relief, maar blijkt in de loop der dingen ook een belangrijke emotionele rol te spelen. Hij valt nog het best te omschrijven als een ADHD-kind: overenthousiast en soms kregelig maar voor het overige weinig verschillend van jij en ik. Ook de Heks Van Verspilling is een prachtige vondst. De scène waarin ze zwoegend en zwetend een hoge trap moet bestijgen is nu al een klassieker. En dan heb je nog Raapkop, een behekste vogelverschrikker die af en toe door beeld stuitert om de anderen woordeloos een handje te helpen. Ironisch genoeg zijn het de hoofdpersonages die door de kleurrijke nevenkarakters wat in de schaduw worden gezet. Sophie vertolkt min of meer dezelfde naïeve rol die ook Chichiro en Kiki in eerdere Miyazakifilms vervulden, maar is eerder een passieve toeschouwer dan een actieve participant in de plot. En het mysterie dat Howl omringt, is zo groot dat eenmaal de vermommingslagen wegvallen het karakter dat overblijft wat teleurstelt.
Het nadeel van al deze artistieke bravoure is wel dat het verhaal soms onhandig meandert tussen goede vondsten door terwijl de plot en de emotie ter plaatse blijven trappelen. Meerdere visies geven weliswaar een beter inzicht in de structuur en de thema’s die Miyazaki voor ogen heeft, maar verhullen niet volledig enkele problemen in het verhaaldepartement. De emotioneel treffende climax maakt een deel van de tekortkomingen goed, maar niet allemaal. Het lijkt er bovendien op dat Miyazaki de prent vooral heeft willen gebruiken om zijn jeugdtrauma’s over oorlog te verwerken – hij was vier jaar toen de bom op Hirosjima viel – wat soms leidt tot simplistische moralen en een geforceerde ethiek.
Niettemin overkomt
Howl’s Moving Castle heel wat minpunten door technische superioriteit. Waar Disney een tijdje geleden celanimatie nog naar de prullenmand verwees, excelleert Studio Ghibli in het medium en bewijst er het bestaansrecht van. De tekeningen zijn uitmuntend in hun vloeiendheid van bewegen, gebruiken een rijk kleurenpalet en scherpen de limieten van animatie voortdurend aan. De beelden worden bovendien aangevuld met een goed uitgedacht geluidsspectrum, waarin overdaad geruild wordt voor efficiëntie en vooral Joe Hisaishi’s prachtige muziek in het oor springt. Zijn nostalgische, romantische tonen gidsen je door een wereld die niet altijd even coherent is of opwindend, maar die het hersenspinsel is van zo’n creatieve geest dat fascinatie alleen al voldoende blijkt om twee uur lang geamuseerd toe te kijken.
BEELD EN GELUID
Zowel beeld als geluid werden in prima staat op deze dvd geperst. Op contrast, kleurenweergave en scherpte is nagenoeg niets aan te merken, terwijl van grain noch printbeschadigingen ook maar een spoor te bekennen is. Het beeld ontbreekt het aan de ‘wow’-factor die transfers van andere recente animatiefilms bezitten, maar vooral de wijze waarop beweging zonder vaagheid wordt weergegeven is grote klasse. Het geluid staat zowel in een Japans als een Nederlands 5.1-spoor op de dvd. Beide zijn van uitstekende kwaliteit, hoewel de purist in mij altijd voor de originele taal zal kiezen. Voor kinderen die nog geen ondertitels kunnen lezen, is de Nederlandse dub echter een goed substituut.
EXTRA’S
De extra’s ogen in eerste instantie interessant, maar bij nadere inspectie zijn ze maar een mager beestje. Een
Interview met Diana Wynne Jones (7 min.) gaat niet verder dan lovende woorden, zonder in detail te treden over de verschillen met haar originele boek. Een ander
Interview, met Pete Doctor (7 min.) bespreekt de Amerikaanse dub van de film, die niet op deze dvd staat, waardoor deze extra nogal nutteloos wordt.
Miyazaki’s Bezoek aan Pixar (9 min.) is een langdradig, amateuristisch verslag van het verrassingsbezoek aan de Amerikaanse CGI-reus. Vervolgens, in het bizar getitelde – want geen relatie met de inhoud hebbende –
CG: Een Kasteel in Beweging (7 min.) herhaalt Pixarbaas John Lasseter zijn affectie voor Studio Ghibli. De enige extra’s die dan ook echt iets bijdragen tot het bonuspakket zijn de
Trailer (2 min.) voor
Howl, evenals
Cross-Promotionele Trailers voor
Spirited Away en
The Cat Returns.
CONCLUSIE
Howl’s Moving Castle bewijst eens te meer dat Hayao Miyazaki een van de grootmeesters van de moderne animatie is. Zijn neus voor fantastische verhalen en inventieve karakters heft de prent hoog uit boven de kwaliteit van de gemiddelde animatiefilm. Ondanks een slordige structuur en een overdreven nadruk op onbelangrijke nevenplots, nestelt
Howl zich bij iedere nieuwe visie meer in het hart van de kijker. Beeld en geluid kregen van Paradiso een uitstekende transfer, maar de relevantie van de bonusselectie stelt zwaar teleur.