GABRIELLE
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2006-09-05
FILM
Men zegt dat ik de rust van een gelukkig man uitstraal, niet laatdunkend, maar zelfzeker. Een man met geld en vrienden. Volgens mijn vrienden heb ik de brutale uitdrukking van gemakkelijke successen, van de kunst om geld te verdienen, en inderdaad, ik ben bemiddeld. Het zijn de woorden van Jean Hervey (Pascal Greggory), een jonge veertiger. Hij zegt het een beetje opschepperig om de toeschouwer te overtuigen van zijn belangrijkheid, van zijn degelijkheid of misschien gewoon omdat hij het meent, want hij bruist van zelfvertrouwen wanneer hij op een avond in het begin van de vorige eeuw van de trein stapt en door de drukke Parijse straten naar huis wandelt.
Ik ben tien jaar getrouwd, gaat hij voort,
Mijn vrouw is van goede afkomst, welopgevoed. Mijn vrienden zeiden destijds dat ik zeer verliefd was. Ik geloof dat elke man minstens één keer echt verliefd is in zijn leven en dit was echt de allereerste keer. Zijn vrouw heet Gabrielle (Isabelle Huppert) en sinds hun huwelijk wonen Jean en Gabrielle in een luxueus huis met ontelbare verdiepingen en kamers waar trosjes kamermeisjes en dienstbodes voor de huishouding en het onderhoud zorgen.
Na ons huwelijk groeide onze kennissenkring, gaat Jean onverstoorbaar verder terwijl hij een stelletje bejaarden passeert.
Zeker vijftig mensen wisten van ons bestaan af en dertig anderen inviteerden ons regelmatig bij hun thuis en wij inviteerden ze uiteraard op onze beurt. We gaven befaamde diners en velen wisten ze te waarderen. Wie onze tafel aandoet is onze gelijke. Het klinkt voldaan en een beetje protserig, maar dat verandert wanneer Jean van het dienstmeisje verneemt dat
madame nog niet thuis is. Hij dwaalt wat door de kamers, passeert langs het boudoir van Gabrielle en ziet de witte envelop op haar kaptafel. Jean aarzelt, want waarom zou zijn vrouw hem een briefje schrijven als ze zo meteen thuis komt voor het avondeten dat ze altijd samen gebruiken? Hij schenkt zich iets sterks in, zet z’n ziekenhuisbrilletje op en leest:
Een uur geleden heb ik het huis verlaten. Ik blijf niet langer bij u wonen. Ik ga naar een andere man toe. Vergeef me. Vaarwel. Gabrielle. De sierlijke whiskyfles komt kletterend op de stenen vloer terecht. Er vloeit bloed. Een man raakt in paniek. Transpireert als een rund. Ademnood. Hij strijkt een keer door zijn haar, zet z’n bril goed en bekijkt zichzelf in de spiegel: waaraan heeft hij dat verdiend?
Twee uur later gaat de huisbel: een in rouwkleren gehulde figuur bestijgt de trap, doet zachtjes de deur van zijn werkkamer open, werpt een korte koele blik in zijn richting, sluit de deur en zwijgt. Het is Gabrielle, terug van weggeweest. Is het dezelfde vrouw van vanmorgen aan het ontbijt, dezelfde vrouw waarmee hij tien jaar lang lief en leed heeft gedeeld, die nooit klaagde, die hij gerespecteerde en bewonderde, die hij nooit van enig overspel zou verdenken? Zijn Gabrielle?
Regisseur Patrice Chéreau is eigenlijk een theaterman en in
Gabrielle is hij zoveel beter op dreef dan in zijn vorige film
Son Frère uit 2003, een vrij koele en afstandelijke productie over twee broers, waarvan eentje met HIV.
Gabrielle zou een Bergman-film kunnen zijn, want net zoals de Zweedse cineast concentreert Chéreau zich louter op gevoelens, op de harde confrontatie tussen twee mensen. Maar in tegenstelling tot Bergman kiest Chéreau geen partij en spreekt hij geen moreel of existentialistisch oordeel uit. Chéreau is de objectieve en zakelijke waarnemer. Hem is het uitsluitend te doen om het ingewikkelde patroon van emoties en gedragingen. Zijn vertelling is gebaseerd op het kortverhaal
The Return van de Engels schrijver Joseph Conrad die het drama vertelt vanuit het mannelijke standpunt. Chéreau en scenarioschrijver Anne-Louise Trividic laten zowel Jean als Gabrielle aan het woord, waarbij de toeschouwer de innerlijke roerselen van de vrouwelijke hoofdpersoon aangereikt krijgt via haar gesprekken met het kamermeisje. Veel praten doen Jean en Gabrielle niet. Jean voert meestal het hoge woord als hij Gabrielle naar haar motieven vraagt en eindigt z’n monoloog van beschuldigingen en verdachtmakingen steevast met
wacht, laat me raden, waardoor Gabrielle nooit rechtstreeks haar grieven en frustraties kwijt kan. Ondanks het onevenwicht qua tekst tussen beide hoofdpersonages, ontstaat de indruk dat de film over het vrouwelijke personage zou gaan, terwijl feitelijk Jean de centrale spil is van dit huiskamerdrama. Dat heeft alles te maken met de zeer sobere en koele toon waarop Isabelle Huppert (
La Pianiste), haar monologen debiteert. Ze kookt vanbinnen en haar ogen schieten bij momenten vuur, maar haar lichaamstaal straalt complete controle en berusting uit.
Jean Hervey (Pascal Greggory) beschouwt zijn vrouw als
zijn bezit,
zijn fortuin. Door haar is hij een
getrouwd man, een respectabel burger. Ter compensatie zorgt hij voor een comfortabel leventje, respecteert hij haar en spreekt haar aan met
U, omringt haar met kamermeisjes en dienstbodes voor het minste werk en bouwt een kennissenkring op met Gabrielle als centrale figuur. Het zijn haar donderdagse diners die furore maken, niet de zijne. Als er nog sprake is van liefde, betuigt hij die in gesublimeerde vorm, omzwachteld door conventies en beleefdheidsvormen.
Intiem zijn we al een tijdje niet meer, zegt hij daarover,
Maar ik sta er wel op dat we in dezelfde kamer slapen, in twee bedjes naast elkaar. Jean en Gabrielle leven als broer en zus, naast elkaar in plaats van met elkaar, en voor Jean is dat voldoende. Hij is gelukkig met het leven zoals het is. Het overspelige gedrag van Gabrielle begrijpt hij niet en hij verliest zijn goed humeur, hij raast en tiert, maakt sarcastische opmerkingen, beledigt haar misschien voor de eerste keer in hun huwelijk op vrij frappante wijze. Gabrielle blijkt evenwel de sterkere figuur te zijn. Op elke vraag heeft ze een precies antwoord, op elke beschuldiging een rake repliek, waardoor Jean uit z'n evenwicht raakt en z'n sterke persoonlijkheid in gruzelementen uit elkaar dreigt te vallen.
Gabrielle speelt zich compleet binnenskamers af. De setting is zeer beperkt en het aantal personages dat er echt toe doet is beperkt tot drie. Patrice Chéreau neemt z'n toevlucht tot een aantal technische hulpmiddeltjes, geleend van collega's uit de periode van de stille film, om z'n productie aantrekkelijk te maken. Zo draait hij
Gabrielle in kleur en in zwart/wit en geeft hij de pellicule bij momenten de sfeer van oude Lumière-films, met drummende mensenmassa's op het station en prachtig gereconstrueerde straatscènes, korrelig en in dat aparte grijs-witte palet van de pioniers. Van de surrealisten uit de jaren '30 leent hij de repetitie-truc: een deur die twee keer kort na elkaar dichtvalt, Jean die de brief pakt en vervolgens nog een keer en nog een keer, waardoor het voorval meer dramatische spanning krijgt. Uit de stille filmtijd introduceert Chéreau ook het gebruik van titels. Hij plaatst ze niet tussen de sequenties, maar direct over het beeld. Het gaat om geluidloze uitroepen, korte intense gedachten, die de personages denken maar nalaten uit te spreken. Het is een procédé dat zelden gebruikt wordt in de moderne film en het brengt misschien niet helemaal het effect teweeg dat de regisseur nastreeft. Het vertelt ons wel iets over het tijdskader, over de gereserveerdheid van mensen ten opzichte van elkaar, over de dodelijke zelfbeheersing die à la mode was in burgerlijke kringen overal in Europa.
BEELD EN GELUID
Gabrielle is een vrij donkere film, met veel bruin, sepia en zwart waarop alleen het boudoir van Gabrielle een uitzondering vormt. Daar zijn de kleuren licht van toon, roze en blauw, pastelachtig, zowel qua interieur als aankleding van de hoofdfiguur. De damestoiletten zijn perfect uitgezocht met veel groen en grijs en doorzichtig kant, net zoals de decorstukken in Jeans huis, tot en met de borden op tafel en het dessin van het behangselpapier tegen de muur. Het oogt allemaal authentiek en duur. A-Film heeft voor deze recensie een
checkdisc ter beschikking gesteld, en hopelijk voor u, beste lezer, is de kwaliteit van de officiële release waar u straks veel geld voor betaalt een stuk beter dan wat de recensiedisc te bieden heeft. Voor de transfer naar dvd is een schone master gebruikt, zonder vuiltjes of beschadigingen en zo hoort het ook. Jammer genoeg heeft het beeld zwaar te lijden van de compressie die is toegepast om de film op de schijfjes te persen: in de zeer donkere fragmenten – en die zijn er voortdurend - hebben de kleuren sterk de neiging om samen te smelten tot effen vlakken, waarbij het diepteperspectief volledig verloren gaat. In één scène op het einde van de film – net voor het moment dat een kamermeisje met een olielamp in het donker de trap oploopt - is het gezicht van Jean nog nauwelijks te onderscheiden van de donkere achtergrond. We zien alleen maar bruinrode, bruinbeige en zwartbruine vierkanten en rechthoeken met een goudkleurige schemering in het midden van de vlakvorming. Het is weinig appetijtelijk en het is letterlijk een afknapper. Het geluid is verzorgd en staat in een 5.1-uitvoering. De stemmen zijn zijig en duidelijk verstaanbaar vanuit het midden, met de soundtrack en de bijgeluiden in de surround. De originele muziek, die overigens maar sporadisch wordt gebruikt, is van de hand van de Italiaanse componist Fabio Vacchi en doet zeer modernistisch aan (naar de stijl van de periode) met veel strijkers en koper. Ze schept ruimte in een film die zich afspeelt op een beperkte plaats en in kleine vertrekken.
EXTRA'S
De extra's op deze dvd beperken zich tot de
Originele Bioscooptrailer en een niet onverdienstelijk
Interview met de Regisseur van ruim 35 minuten waarin Patrice Chéreau vrij makkelijk praat over zijn fascinatie voor het kortverhaal van Joseph Conrad, de omzetting ervan naar een bruikbaar scenario en de essentiële aanpassingen waarvoor vooral Anne-Louise Trividic heeft gezorgd. Het interview is gestoffeerd met talloze filmfragmenten die de regisseur van een uitgebreide achtergronduitleg voorziet.
CONCLUSIE
Gabrielle behoort tot het genre films dat niet iedereen zal weten te appreciëren. Het gaat om een confrontatie tussen twee volwassenen, over overspel, ontrouw, gebrek aan vertrouwen, beschadigde gevoelens, onbegrip in een huwelijksrelatie die haar beste tijd heeft gehad, niet door een gebrek aan genegenheid en wederzijds respect, maar door een gebrek aan directe uitingen van liefde. Jean en Gabrielle zijn tien jaar getrouwd, maar eigenlijk praten ze met elkaar voor het eerst. Hun tête-à-tête is bitter maar eerlijk, waarbij Jean nog een hele tijd een spelletje speelt met de gevoelens van zijn vrouw, terwijl Gabrielle weinig woorden nodig heeft om de essentie uit haar hart te persen. Isabelle Huppert en Pascal Greggory zetten een indrukwekkende prestatie neer die getuigt van groot vakmanschap. Jammer van de magere technische kwaliteiten van de dvd.