BALLETS RUSSES
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2006-11-22
DOCUMENTAIRE
Ballets Russes is het verhaal over drie grote internationale dansgezelschappen die vanaf 1909 tot na W.O.II in Europa en Amerika voor een revolutie in de danskunst zorgden. Het begint allemaal met de Russische impresario Serge Diaghilev. Die richt in 1909 in Parijs z'n balletgroep
Ballets Russes op. De dansers komen allemaal uit het wereldberoemde Moskouse Bolshoi-theater. Als vluchtelingen voor de Russische revolutie zijn ze in Parijs gestrand en leven er in bittere armoede. De Franse hoofdstad heeft weinig te bieden en de danskunst is er minder ontwikkeld dan in het voormalig Tsaristische Rusland. Diaghilev pakt de zaken professioneel aan, trekt grote namen aan om balletmuziek te componeren (o.a. Stravinski en Debussy) en decors te ontwerpen (o.a. Picasso, Dalí) en stelt z'n gezelschap aan het Franse publiek voor in het Théâtre du Châtelet op 18 mei 1909 met als grote attractie de voormalige sterdanseres van het Keizerlijk Russisch Ballet Anna Pavlova en de eerste danser van het Mariinski Ballet Vaslav Nijinski, bekend om zijn
spitzen en geweldige sprongen. Het
Ballets Russes is een schot in de roos en Diaghilev gaat de geschiedenis in als de uitvinder van het moderne ballet, bevrijd van strakke en gekunstelde patronen, gestoeld op dramatische vormgeving, gesitueerd in een avant-garde omgeving en – heel nieuw voor die tijd – uitgevoerd op symfonische muziek. Twintig jaar lang ligt het
Ballets Russes van Diaghilev op ieders lippen en de faam van het gezelschap verspreidt zich tot in New York en de westkust van de Verenigde Staten. Kort na zijn dood, in 1929, valt het ballet uit elkaar.
Twee jaar later sticht Col. Vassili de Basil, de zakelijke leider van het Ballet de Monte Carlo, samen met de Fransman René Blum, het
Ballets Russes de Monte Carlo, een gezelschap van
Russische dansers die nooit in Rusland hebben gedanst. Hij doet een beroep op de jonge Russische balletmeester George Balanchine om zijn gezelschap te leiden. Al na een jaar ontstaan er wrijvingen tussen choreograaf en directie. Zijn opvolger kan nog een tijdlang de rust bewaren, maar uiteindelijk valt het gezelschap uit elkaar en verschijnt een nieuw concurrerende
troep onder de naam
Original Ballets Russes dat de slag om de box-office inzet. Beide gezelschappen gaan aanvankelijk gelijk op, maar in het begin van de jaren '40 wint het
Ballets Russes de Monte Carlo definitief het contract voor de Amerikaanse markt. De concurrentie wijkt uit naar Zuid-Amerika en blijft er tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na WOII is de wereld veranderd en de tijd van de grote balletten voorbij. De gezelschappen blijven nog een tijdlang bestaan, doch hun grote namen vertrekken naar de filmstudio’s in Hollywood en de theaters op Broadway.
Daniel Geller & Dayna Goldfine maken van
Ballets Russes een prachtige documentaire over de geschiedenis van de verschillende gezelschappen naar aanleiding van een reünie van hun grote dansers in 2000 in New York. De oudjes, inmiddels kloeke 70ers, 80ers en 90ers, waarvan de meesten nog altijd druk in de weer in hun eigen balletscholen, voornamelijk in De VS waar ze na WOII werk vonden in films en theatervoorstellingen, komen uitgebreid aan bod, leiden de makers rond in hun studio's of demonstreren de danspassen die hen destijds wereldberoemd hebben gemaakt. De makers monteren de interviews tussen de massa's archiefbeelden die ze hebben teruggevonden in Europese, Russische en Amerikaanse verzamelingen. Met foto's en affiches wordt het beeld vervolledigd. Het overzicht is quasi compleet en de oude filmpjes, vaak zelfs al in kleur, zijn indrukwekkend. Zeer de moeite zijn ook de gesprekken met de niet-Russische dansers die ooit deel uitmaakten van de balletgezelschappen en die om de schijn op te houden verplicht werden om hun naam aan te passen. In dat geval was o.a. danser Marc Platt die als Marc Platoff geafficheerd werd. Het is maar één van de vele anekdotes die van
Ballets Russes één groot kijkplezier maken dat balletliefhebbers zullen weten te appreciëren.
Ondanks de kracht die van de documentaire uitgaat vanwege het indrukwekkende archiefmateriaal, dankt de film zijn warme kracht grotendeels aan de interviews met de bejaarde dansers en danseressen. Nathalie Krassovska voert een paar houterige pasjes uit in haar dansschool in Dallas en verzekert de makers dat ze
altijd al danseres had willen worden. Irina Baronova vertelt dat ze door haar moeder in Parijs naar danslessen bij een choreografe van het Bolshoi werd gestuurd omdat alle Russische emigranten in Parijs dat destijds deden.
Ik wilde eigenlijk helemaal niet dansen, zegt ze met overtuiging. Maar ze was een vechter, ze klom graag als een jongen in hoge bomen en wilde in alles perfect zijn.
Geleidelijk aan werd mijn interesse gewekt, voegt ze er met sterretjes in de oude ogen aan toe. Beiden werden destijds
baby-ballerina's genoemd, omdat ze al op zeer jonge leeftijd een grote perfectie bereikten als solodanseressen van het
Ballets Russes.
Op het moment dat het
Ballets Russes in twee gezelschappen uiteenvalt, is de gouden tijd voorbij. Inhoudelijk hebben beide dansgroepen heel wat van hun pluimen verloren en de bikkelharde concurrentie mondt uit in een commerciëler repertoire dat een ruimer publiek kan bekoren. De
French Can Can en ander populistisch werk doen hun intrede en heel wat dansers en danseressen vragen zich af waartoe hun jarenlange en gedisciplineerde opleidingen nog dienen. Het lange verblijf in Noord- en Zuid-Amerika tijdens de Tweede Wereldoorlog en de dwang om voortdurend op te treden, eisen hun tol. Door gebrek aan middelen en mensen wordt het repertoire niet meer vernieuwd.
Uiteindelijk werden er mensen aangeworven die nauwelijks konden dansen, beweert één van de oorspronkelijke ballerina’s. Wanneer na de oorlog in New York de koppen bij elkaar worden gestoken met het oog op een
relance van het
Ballets Russes op de Amerikaanse markt, blijkt van hun vooroorlogse kwaliteit nog maar weinig over te blijven. Begin jaren '60 dooft het
Ballets Russes uit.
Geller & Goldfine vertellen de opkomst en het verval van de balletgezelschappen in chronologische volgorde. Vanaf het moment dat de intriges en de onderlinge strijd de bovenhand krijgen wordt hun verhaal er één over financiële en administratieve intriges en storten ze een vloed van tourdata en zijdelingse anekdotes over de toeschouwer uit die nog nauwelijks wat van doen hebben met het
Ballets Russes als hoeksteen in de geschiedenis van de danskunst. De artistieke en culturele invloed van het gezelschap in de jaren’40 en z'n belang voor de latere ontwikkelingen in Europa en de Verenigde Staten, komen niet meer aan bod, evenmin als de artistieke prestaties waarbij de geïnterviewden in de tussenliggende 50 jaar betrokken zijn geweest. Het is jammer, want het is beslist materiaal dat de dansliefhebbers meer interesseert dan de loutere opsomming van
facts and figures.
BEELD EN GELUID
Ballets Russes bestaat grotendeels uit footage, oude opnamen van balletvoorstellingen, toentertijd onder de beste omstandigheden opgenomen, naar de normen van vandaag technisch ondermaats. Hun nostalgiegehalte is hoog en daarom storen de ongerechtigheden, de wazige beeldkwaliteit en de afgewassen kleuren niet. De toegevoegde waarde schuilt in de uniciteit van het materiaal en het verbaast dat dergelijk materiaal überhaupt een wereldoorlog en grootscheepse opruimacties in de jaren '60 heeft overleefd.
Ballet Russes is een historische documentaire en dus zijn we soepel wat de kwalitatieve beoordeling betreft want er is sprake van een educatieve invalshoek. De recente opnamen zijn overigens perfect van beeld en kleur en het geluid – in het geval van de oude opnamen meestal afwezig – verdient een ruime voldoende.
EXTRA'S
Heel veel extra-materiaal op deze dvd:
Extra Footage is opgesplitst in vijf hoofdstukken en bevat alles bij elkaar 66 minuten supplementair materiaal: in
Dancer Beginnings (8'30") vertellen Frederic Franklin, Alicial Markova, George Zoritch en Maria Tallchief over hun kinderjaren, hun opleiding, de start van hun carrière en hun ontdekking door Diaghilev of Balanchine. De heel recente interviews (2000) worden geïllustreerd met oude foto's uit de privé collecties van de artiesten. In
Collaborators (10') praat Alicia Markova over haar samenwerking met Igor Strawinsky en hebben Mark Platt en een aantal andere grote diva's het over hun contacten met de grote Russische choregrafen Michel Fokine, Geroge Balanchine, Leonide Massive, Bronislava Nijinska en de Amerikaanse topchoreograaf Richard Rodgers. Opnieuw gebruiken Gellen en Goldfine fotomateriaal en heel veel originele footage van dansvoorstellingen uit de jaren '30 en '40. In
Behind the Velvet Curtain (12') praten de sterren over hun collega’s, hun karakter, dansstijl, etc.
The Rehearsal Studio (16') bevat hoofdzakelijk recent materiaal waarin we de oude sterren aan het werk zien in hun eigen dansscholen of bij de repetitie van een nieuwe dansvoorstelling. Zo zien we Frederic Franklin als kloeke tachtiger tijdens de voorbereidingen van een Romeo en Julia dansvoorstelling. Daarnaast opnieuw heel veel oud en uniek archiefmateriaal.
Archival Footage (9') tenslotte bevat een fragment uit een film van Wakefield Poole. Hij specialiseerde zich in wat hij zelf noemt
choreografische porno, zeemzoete en romantische filmpjes met mooie jongens in de hoofdrol en Yvonne Craig zien we vervolgens in een scène uit de film
Bad Girl. Ook leuk : Frederic Franklin en Maria Tallchief in
Swan Lake (1954), Frederic Franklin in het Russisch aandoende
The Red Poppy, (kleur, 1945), Maria Tallchief in
Don Quichote (1954) en tenslotte Nathalie Krassovska in
Raymonda (1955). De extra
Roses & Fall – Performance op Dagboekfragmenten van Nijinski (7') is een kort filmpje van de Nederlandse cineaste Bea de Visser met in de hoofdrol de Frans danser Jean-Guillaume Weis. Er zijn ook nog
Andere Trailers: o.a.
Factotum over het leven van Charles Bukowski en
Into Great Silence, een verstild portret over het dagelijkse leven in
La Grande Chartreuse, één van Frankrijks bekendste kloosters in de Franse Alpen.
CONCLUSIE
Ballet Russes is een ambitieus overzicht over de ontwikkeling van de moderne dans in West-Europa in de eerste helft van de vorige eeuw. Wegbereider was de Russische impresario Serge Diaghilev die in 1909 besloot dat een danscompagnie op Bolshoi-niveau commerciële en artistieke mogelijkheden bood in Parijs. Regisseurs Daniel Geller & Dayna Goldfine maken van hun documentaire een chronologisch overzicht en stofferen hun uniek en belangwekkend archiefmateriaal met interviews, gemaakt met de oude coryfeeën van het eertijds wereldberoemde dansgezelschap en zijn beide opvolgers, de
Ballets Russes de Monte Carlo en de
Original Ballets Russes. De nadruk ligt op de historische feiten eerder dan op de sociale en maatschappelijke context waarbinnen de balletgroepen functioneerden en de aandacht gaat in de tweede helft van de film in belangrijke mate over de
Ballets Russes in Amerika. Dat hoeft niet te verbazen gezien de nationaliteit van de makers en het feit dat de meeste leden van de voormalige dansgroepen uiteindelijk in de States zijn gebleven. Toch is
Ballets Russes zeer de moeite. Geller & Goldfine maken er een erg mooi en interessant verhaal van over perfecte ballerina's, grote en nog grotere ego's, enthousiaste fans, laaiende successen, eindeloze glamour en rinkelende kassa's, bittere afrekeningen, zoete liefdes en bovenal heel veel goddelijke danspassen.