MODIGLIANI
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2007-01-03
FILM
Modigliani van de Schotse cineast Mick Davis roept tegenstrijdige gevoelens op. Enerzijds is er de prachtige fotografie van cameraman Emmanuel Kadosh en de schitterende prestaties van een handvol indrukwekkende figuren, anderzijds is het verhaal van Davis rafelig en anekdotisch en deelt het ons nauwelijks iets mee over de innerlijke strijd van de kunstenaar die hij opvoert, over hoe het allemaal zo ver is kunnen komen. Bovendien heeft de regisseur zeer weinig interesse voor de kunst van Modigliani en zijn tijdgenoten en des te meer voor hun uitspattingen in de trendy cafés waar ze elkaar ’s avonds ontmoetten in het begin van de 20ste eeuw. Zijn aanpak is visueel zeer aantrekkelijk, wat niet kan worden gezegd van het script dat vaak hapert of uitwijdt over nevenaspecten die er hier nauwelijks toe doen (cfr. de ontmoeting met Renoir in het tweede deel van de film).
Modigliani vertrekt vanuit het standpunt van Jeanne Hébuterne, de maîtresse van de schilder. Zij vertelt hoe ze een jaar of zo eerder kennis maakten, een ontmoeting die meteen resulteerde in een passionele liefde met een baby als resultaat. Amedeo Modigliani is op dat moment een bekende verschijning in het Parijse artistieke wereldje van net na de Eerste Wereldoorlog (1919), maar financieel redt hij het nauwelijks. Hij moet de duimen leggen voor zwaargewichten als Picasso en de Mexicaan Rivera, schilders die een neus voor commercie hebben en zich artistiek en financieel geslaagd mogen noemen. Zij hebben het bohémienleven al lang ingeruild voor het luxeleventje dat Parijs hun kan bieden. Amedeo Modigliani is net zoals zijn vriend Utrillo uit ander hout gesneden. Hun talent lijkt eerder te bestaat bij de gratie van hun getormenteerde geest (in het geval van Utrillo) of hun drank- en drugverslaving, waardoor ze psychisch ten gronde worden gericht en fysiek meestentijds niet in staat zijn om wat dan ook op doek te zetten.
Modigliani is heel vaak onder invloed van alcohol en hasj en zijn tere gezondheid (hij heeft tuberculose sinds zijn jeugd) gaat zienderogen achteruit.
Als u zich niet matigt, gaat u binnen het jaar dood, waarschuwt zijn huisarts nog. Maar Amedeo slaat de goeie raad in de wind. Hij is een bohémien tout court, althans dat is wat Mike Davis ons laat geloven, een man die schildert als hij geld nodig heeft en voor de rest profiteert van wat het leven te bieden heeft.
Met Jeanne gaat het ondertussen niet goed. Ze heeft het comfortabele leventje thuis opgegeven en leeft met haar baby in het primitieve atelier van Amadeo. Haar moeder ziet het met hartenpijn aan en stopt haar geld toe om rond te komen.
Ik kan niet leven zonder Modi, zegt Jeanne als excuus en als waarschuwing voor wie haar probeert te overtuigen van het tegendeel. De regisseur toont haar wilskracht en haar koppigheid terwijl ze onder de ogen van haar moeder een smerige toiletpot staat schoon te maken. Waarom ze het allemaal doet blijft onduidelijk, want Modigliani zelf zien we zelden in de huiselijke sfeer. Die is voortdurend op pad, met aartsvijand Picasso of met zijn drinkbroeders Soutine en Utrillo. Het verhaal krijgt een nieuw élan wanneer Jeanne's vader ermee dreigt haar 'bastaard'; weg te nemen indien ze de
Jood niet verlaat (een plan dat hij ook zal uitvoeren), maar regisseur Mike Davis grijpt de crisis niet aan om zijn hoofdfiguur Modigliani midden in het drama te plaatsen en hem psychisch te ontrafelen. Hij gooit het over een andere boeg en ontwikkelt een nieuwe verhaallijn over de jaarlijkse competitie in de
Salons des Artistes, met als hoofdprijs 5000 Franse Francs, een evenement waar heel kunstzinnig Parijs naar uitkijkt. Voor Modigliani zou het prijzengeld het voorlopige einde betekenen van zijn problemen, want met een tweede baby op komst en de hete adem van een anti-semitische schoonvader in de nek, ziet zijn situatie er niet rooskleurig uit. Amedeo denkt er evenwel niet aan om zich in te schrijven en bijgevolg houdt ook Picasso, zijn eeuwige rivaal en tegenpool, zich afzijdig. Maar de tijd dringt, want Amedeo's hoestbuien nemen toe en regelmatig proeft hij bloed in zijn mond. Als hij zijn naam als belangrijk modernistisch schilder als nog wil vereeuwigd zien, dan heeft Modigliani geen keuze en moet hij Pablo Picasso uitdagen.
Andy Garcia (
Ocean's Eleven) speelt de rol van Amedeo Modigliani en hij doet dat met zijn bekende flair. Al meteen bij het begin zet hij de toon wanneer hij in het stamcafé – waar ook Gertrude Stein zich regelmatig ophoudt met haar Amerikaanse zakelijke partners uit de kunstwereld – voor een dansje op tafel springt en kort daarna Picasso het bloed naar het hoofd jaagt met een uitdagende opmerking.
Waarom haat je me zo?, vraagt een verbolgen Omid Djalili (Picasso),
omdat ik mezelf zo erg haat, is het cryptische antwoord. Het is één van de vele prachtige aanzetten die Andy Garcia voor het volle pond uitbuit, maar het is telkens opnieuw Mike Davis die het materiaal versnippert en zijn hoofdacteur de kans misgunt om tot volle bloei te komen. Wat dat betreft komt Elsa Zylberstein (Jeanne) er beter vanaf. Zij is vooreerst de perfect gecaste acrice voor deze rol en zou best de vrouw kunnen zijn die model stond voor de doeken van Modigliani: haar zwanenhals, de hoge jukbeenderen, het smalle gezicht met de amandelvormige ogen, ze zijn precies zoals Modigliani ze met verf en penseel heeft vereeuwigd. Zylberstein brengt een krachtige interpretatie, zuinig en onderkoeld, en ze slaagt erin om het drama waarin ze verzeild raakt perfect zichtbaar te maken. Zylberstein kent dit soort films als geen ander. Eerder werd ze gecast voor o.a.
Van Gogh (1991),
Farinelli (1994) en
Lautrec (1998). Omar Djalili (als Picasso) is een ander verhaal. De slavendrijver uit
Gladiator (2000), in deze film altijd met een revolver in zijn naaste buurt, lijkt meer op een tweederangs maffiabaasje dan op de zegevierende schilder die de 20ste eeuw in zijn eentje heeft gedomineerd. Zoals Mike Davis ons Pablo Picasso voorstelt hebben we hem in elk geval nog nooit eerder gezien: klein en een beetje dik, jawel, maar met de tronie van een boef? Djalili haalt het beste uit zichzelf voor deze rol, maar het mag nauwelijks baten, want opnieuw: door de manier waarop het scenario in elkaar is gebokst krijgt ook hij weinig kansen om zijn talent te etaleren. Miriam Margolyes (
Ladies In Lavender, 2004) heeft een klein rolletje als Getrude Stein, maar wat deze grote dame ook doet, het is elke keer perfect en de lichtjes in haar ogen blijven na afloop altijd in de herinnering hangen.
BEELD EN GELUID
Het lichtgebruik en het kleurenpalet in
Modigliani zijn indrukwekkend. Bovendien zorgt cameraman Emmanuel Kadosh voor unieke beelden die het gebrek aan consistentie in het scenario voor een belangrijk stuk compenseren. Zoals die man omgaat met vorm, sfeer en omgeving, het is vaak adembenemend en het spreekt tot de verbeelding. De tonen zijn donker, met veel bruin en sepia en het nachtelijke Parijs anno 1920, worden op een realistische manier herschapen. De lichtere tonen reserveert Mike Davis voor het atelier van Modigliani, waar het licht via grote en hooggeplaatste ramen naar binnenvalt, en voor het bezoek aan de oude Renoir in zijn mondaine villa die hem naar eigen zeggen maar een klein schilderij heeft gekost. De tinten zijn natuurlijk, pastelkleurig en zacht. De film is netjes op dvd gezet, waarbij de kleurenvlakken ook in de zeer donkere scènes hun oorspronkelijke kwaliteit behouden zonder negatieve invloed van de reductie. De kopie is vrij van vuiltjes en beschadigingen. Het geluid is eenvoudig en staat in stereo. Het bijna onopvallende surroundeffect zorgt in de veelvuldige massascènes evenwel voor voldoende ambiance waardoor de beperkte mogelijkheden maximaal zijn uitgebuit.
La Vie En Rose van Edith Piaf en typische Parijse accordeondeuntjes dragen de soundtrack, aangevuld met het indrukwekkende
Eyl Male Rakhamim van Cantor Haim Tvi Lieder, het beklijvende
Angeli van Sasha Lazard en diens indringende
Ode To Innocence, in gezongen en instrumentale versies.
EXTRA'S
Zoals vaak het geval is met RCV-dvd's staan de publicitaire trailers van het label vooraan en wordt u als kijker geen keuze geboden: u zal de beide trailers bekijken, want ze starten automatisch na het starten van de dvd. Dat werkt storend en het getuigt van weinig respect voor de koper. Van een selectiescherm is er geen sprake.
CONCLUSIE
Modigliani is visueel een aantrekkelijke film en kan rekenen op de medewerking van een stel sterke acteurs in de hoofdrollen. Andy Garcia voelt zich perfect in de huid van de getormenteerde schilder, hartstochtelijk verliefd en tegelijk ten prooi aan dodelijke verslavingen en een gebrek aan karakter die hem afleiden van zijn grote passie. Elsa Zylberstein is indrukwekkend in de eenvoud waarmee ze haar personage tot leven brengt. Omar Djalili werkt op de lachspieren en is meer een karikatuur dan wel een geloofwaardige incarnatie van de grote Picasso, maar op zijn manier is hij belangrijk en interessant. Jammer genoeg heeft regisseur Mike Davis meer interesse voor het tijdskader en de minder fraaie kanten van zijn hoofdpersonage en dringt hij nooit door tot de ziel van
Modigliani, waardoor de kijker zich nauwelijks identificeert met het drama van Amedeo Modigliani.