BOSS OF IT ALL, THE
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2007-10-02
FILM
Ravn (Peter Gantzler) is de oprichter van een succesvol IT-bedrijfje in Kopenhagen. Omdat hij zichzelf destijds liever de rol van collega dan van baas aanmat, heeft hij een
directeur bedacht, een sterke man die vanuit Amerika het reilen en zeilen van het bedrijf in het oog houdt en ingrijpt wanneer nodig. Op die manier is Ravn erin geslaagd om de verantwoordelijkheid en de impopulaire maatregelen die nodig zijn om het voortbestaan van het bedrijf te garanderen van zich af te schuiven. Zelf is hij de
tussenpersoon, degene die de slechte boodschappen meedeelt aan het personeel en tegelijk toch op hun collegialiteit kan blijven rekenen. Nu hij besloten heeft om het bedrijf te verkopen aan de IJslander Finnur (Friorik Thor Frioriksson) heeft hij een probleem: de koper wil per se de
grote baas ontmoeten, want Finnur, die niet veel opheeft met de Deense medemens, doet uiteraard geen zaken met ondergeschikten. Om het probleem op te lossen huurt Ravn de derderangsacteur Kristoffer in om voor een paar dagen de rol van directeur te spelen.
Kristoffer (Jens Albinus), de tijdelijke baas, is evenwel geen simpele geest en maakt het Ravn met zijn filosofische bespiegelingen over z'n lichtend voorbeeld Gambini niet echt makkelijk. Bovendien weet Kristoffer niets af van IT en heeft hij nog nooit van HR gehoord, wat al op de eerste dag voor pijnlijke situaties zorgt. De diensthoofden, verzameld in Ravns kantoor, bekijken de grote baas - die ze voor het eerst in hun carrière te zien krijgen – met argwaan en een zekere verbazing. Ravn slaat en zalft, maar hij kan niet voorkomen dat Kristoffer – die vanaf nu Svend E wordt genoemd – zich op een vrij eigenzinnige wijze door de eerste confrontatie werkt. Svend E op zijn beurt is al even verbaasd over het zootje ongeregeld waarmee hij geconfronteerd wordt: een baas die collega speelt (Ravn), een mannelijke collega die het altijd over het weer heeft en dan plots uit zijn dak gaat (Gorm) en dan iemand tegen de grond mept, de migrant Spencer (Jean-Marc Barr) die maar moeilijk uit zijn woorden komt in het Deens, de zeer kritisch kijkende vrouwelijke HR-manager Lise (Iben Hjejle), de verleidelijke secretaresse Heidi A (Mia Lyhne) en die andere vrouwelijke medewerkster Mette (Louise Mieritz) die opschrikt telkens als de fotokopieermachine aanslaat. Svend E kijkt diepzinnig, draait om de moeilijke vragen en de ingewikkelde verzoeken om advies heen, maar overtuigen doet hij niet.
In de dagen die volgen leert hij het personeel beter kennen en stelt tot zijn verbazing vast dat Ravn voor elk van de diensthoofden een andere beeld van de
grote chef heeft gecreëerd, speciaal op hun maat geschreven: HR-manager Lise meent dat hij homo is, en Heidi A kreeg ooit via de mail een huwelijksaanzoek van Svend E zonder dat ze elkaar ooit hadden ontmoet, wat haar er niet van weerhield om erop in te gaan, via de mail, uiteraard. Gorm, de
weer-man, slaat Kristoffer binnen de kortste keren zo maar op z'n gezicht als die het recente weerbericht tegenspreekt en
Mette van de kopieermachine schrikt en vlucht naar haar kantoortje wanneer ze én de machine hoort aanslaan én Kristoffer, alias Svend E, in de deuropening ziet staan. Kristoffer praat er met Ravn over, maar die doet de hele zaak af als onbelangrijk.
Bovendien is het maar voor een paar dagen, drukt hij de acteur op het hart. Als hij zich in de toekomst wil beperken tot het eenvoudige antwoord 'ja' op alle vragen en toespelingen, dan komt het allemaal wel in orde. Maar die suggestie leidt tot nog meer verwarring, want Lise vertrouwt Svend E toe dat hij
gay is omdat hij wellicht nooit de geschikte vrouw heeft gevonden.
Ja, is zijn aarzelende antwoord, waarna ze hem als het ware verplicht om haar op z’n eigen werktafel te pakken. Ook op de toespelingen van Heidi A over zijn huwelijksaanzoek antwoordt Kristoffer/Svend E zoals afgesproken met
ja en
ja en ook dat leidt tot misverstanden, want Heidi A ziet zichzelf meteen als de toekomstige Heidi E.
De eerste ontmoeting met de IJslander Finnur over het verkoopscontract wordt een fiasco: de wat ruige noorderling is niet opgezet met Svend E's ontwijkende antwoorden en filosofische ontboezemingen en de vergadering wordt vroegtijdig afgebroken waarbij de Ijslander als een woeste Viking naar buiten stormt met in zijn kielzog z'n cynische tolk Ijslands-Deens. Bij de volgende ontmoeting heeft Finnur een advocate meegebracht om de tekst van de overeenkomst en de afgesproken prijs van de overname op papier te zetten. Tot Svend E's verbazing gaat het om zijn ex-vrouw Kisser (Sofie Grabol) die hem destijds heeft gedumpt omdat ze hem een sufferd en een
weirdo vond. Van haar verneemt hij dat Ravn erin heeft toegestemd het personeel bij de verkoop te ontslaan. Volgens Kisser is hij ook de enige die in dienst blijft van de Ijslander omdat hij de eigenaar zou zijn van de bedrijfspatenten. Svend E is ontzet door die mededeling, want uit de gesprekken met het personeel heeft hij geleerd dat Ravn totaal geen inbreng heeft gehad bij de ontwikkeling van het product dat van het bedrijf een succes heeft gemaakt. Svend E/Kristoffer mag dan niet helemaal in orde zijn, zijn besluit staat vast: voor die onrechtvaardigheid zal hij een stokje steken.
The Boss Of It All is een lichtvoetige zij het satirische persiflage boordevol absurdistische situaties en mesjogge dialogen, gebracht door een cast van al even wereldvreemde en bizarre personages. Lars von Triers meest recente film is een karikatuur van hedendaagse soaps en sitcoms (bijv.
The Office) en van het moderne maar niet altijd kosjere bedrijfsleven waar alles in functie staat van snel gewin en vooral eigengewin onder het mom van een ernstige en maatschappelijk verantwoorde bedrijfsvoering. Niet één van de opgevoerde personages is normaal te noemen en de situaties waarin ze verzeild raken zijn dat evenmin. Bovendien drijft de regisseur de spot met de Ijslanders die hij een rancuneuze houding aanmeet wegens
vierhonderd jaar Deense overheersing en onderdrukking van de IJslandse cultuur en met de Deense maatschappij waarmee hij altijd al een liefde-haatrelatie heeft gehad en die hij twee eeuwen intellectuele stilstand verwijt. De interactie tussen de karakters leidt tot knotsgekke confrontaties die gespeend zijn van elke vorm van realisme, maar met een hoog humorgehalte. Von Trier introduceert de film zelf bij de kijker terwijl z'n camera over de gevel van het grauwe kantoorgebouw glijdt en hij legt er de nadruk op dat
deze film u niet zal verleiden tot enige bespiegeling, want het is zgn. pure
fun waarom het hier gaat. Hij bestaat het ook om halfweg een pauze in te lassen en Kristoffers ex-vrouw te introduceren als een deus ex machina die
de gang van zaken in een nieuwe richting zal sturen, waardoor hij de kijker met de neus op de feiten drukt: dit is komedie met de maker hemzelf, Lars von Trier, als de machtige man achter de knoppen, de marionettenspeler die elke voortgang van het verhaal en de ontwikkeling van de karakters eigenhandig kan bepalen, los van enige logica of wetmatigheid. Van de bedenker van de Dogmaregels, de regisseur van eigenzinnige films als
Dancer In The Dark en
Dogville, verwacht je als kijker uiteraard geen normaal en simplistisch verhaal en Von Trier lost de verwachtingen zonder meer in waarbij hij zowel qua stijl als aanpak voor verrassende effecten zorgt. Liefhebbers van zijn vroegere werk zullen zich allicht verbazen over het nieuwe terrein dat de Deen ontgint, want
The Boss Of It All lijkt nergens op de films die hij tot nog toe heeft gemaakt. Toch kan schijn bedriegen want de Von Trier- thema’s over macht en machtsmisbruik, idealisme en moraliteitsbesef zijn ook hier aan de orde, waardoor deze productie perfect in zijn oeuvre past.
Een Von Trierfilm is altijd een beetje een gebeurtenis en het is dan ook vreemd dat
The Boss of it All zonder groot mediaspektakel is gelanceerd en bijna onopgemerkt is gepasseerd. Hetzelfde lot was overigens
Manderlay (2005), het tweede deel uit de
USA-Trilogie, beschoren dat in Nederland ruime aandacht kreeg en in Vlaanderen jammer genoeg in geen enkel groot filmhuis op de affiche heeft gestaan. Ondertussen heeft Lars von Trier een rustpauze ingelast - sommigen spreken van een zware depressie - om zich te herbronnen. Het tanend succes van zijn producties sinds
Dogville zit daar beslist voor iets tussen. Toch bewijst Lars von Trier in
The Boss Of It All dat hij het metier nog altijd in de vingers heeft en dat zijn experimenteerdrang onaangetast is. Maar misschien is hij het slachtoffer van zijn eigen succes, dat, gecombineerd met zijn welbekende eigenzinnigheid en zijn niet evidente onderwerpskeuze verwachtingen wekt die hij niet langer inlost bij een grote schare fans: na
Dancer in the Dark was
Dogville een veel minder toegankelijke film wegens de toneelmatige aanpak en zag men in
Manderlay niet meer dan een makkelijk doordrukje.
BEELD EN GELUID
Dé nieuwigheid in
The Boss Of It All is de toepassing van een systeem dat
Automavision wordt genoemd, waarbij de camera op de goede plaats wordt neergezet en zelf de beeldinstellingen bepaalt zonder tussenkomst van de regisseur. Het meest opvallende resultaat van deze methode is een snelle en schoksgewijze beeldwisseling in één en dezelfde
take, een zenuwachtig opeenvolging van beeld en tegenbeeld in dialoogscènes, waarbij de aandacht van de kijker naar de technische hocus pocus dreigt af te dwalen en de dialogen nog moeilijk te volgen zijn (vooral voor niet-Deenssprekenden die ook nog eens ondertitels moeten lezen). In sommige scènes kiest de computer overigens voor kadreringen die nauwelijks esthetisch verantwoord of gewoon mooi kunnen worden genoemd (afgekapte gezichten en lichamen, te hoge of te lage camerastandpunten, etc.). Dat verklaart evenwel nog niet de vele
sprongen in de opeenvolgende beeldwisselingen in één en dezelfde scène die zich af en toe voordoen. Dat komt omdat voor de montage beelden uit verschillende
takes zijn gebruikt (waarbij de positie van de figuren ondertussen veranderd is ten opzicht van het decor) of omdat de opnamen werden onderbroken (wat veel minder waarschijnlijk is) en de computer bij de vervolgscène geen rekening heeft gehouden (of kunnen houden) met wat vooraf ging. Wat er ook van zij, het is een toepassing die hopelijk tot dit ene experiment wordt beperkt, want anders houdt Von Trier straks geen toeschouwers meer over.
Automavision is een gimmick, niets meer. Het geluid staat in stereo en het is acceptabel van kwaliteit, maar het doet uiteraard een beetje vreemd aan om de cast van Von Trier plots weer Deens te horen praten. Het verhoogt de drempel en de afhankelijkheid van de ondertitels aanzienlijk.
EXTRA'S
Andere Trailers, o.a. die van
The Science Of Sleep.
CONCLUSIE
The Boss Of It All van de Deens regisseur Lars Von Trier is een grappige komedie met sarcastische en cynische insteekjes, boordevol absurde dialogen en bizarre acteerprestaties, een perfecte persiflage op tv-series als
The Office een konsoorten waarin alles draait om de vervorming van de realiteit, om machtstrijd, zedelijkheid. Tegelijk is deze productie een scherpe karikatuur van het zgn.
schone ondernemerschap in de kapitalistische maatschappij. Inhoudelijk bevindt Von trier zich weer op het scherp van de snee. Jammer dus dat de technische realisatie van de film te wensen over door het gebruik van een experimenteel registratiesysteem (Automavision).