TREASURE OF THE SIERRA MADRE, THE
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2008-04-03
FILM
De natuurlijke verdorvenheid van de mens loopt als een rode draad door het oeuvre van John Huston maar nergens komt dit cynisme beter tot uiting dan in
The Treasure Of The Sierra Madre. De film begint pessimistisch, laat vervolgens langzaam alle hoop varen en eindigt met een gitzwarte climax die – zelfs in de hoogdagen van de film noir – het toppunt van bitterheid is. Studiobaas Jack Warner was in eerste instantie niet enthousiast over het project en dat verbeterde er niet op toen het budget gestaag boven de drie miljoen kroop en de locatieopnamen in Mexico een maand vertraging opliepen. Toen Huston hem in de lente van 1948 echter zijn finale montage liet zien, draaide Warner bij. Hij verklaarde aan iedereen die het wilde horen dat
The Treasure of the Sierra Madre misschien de beste film was die de studio ooit had mogen uitbrengen. Zestig jaar en talloze sublieme Warnerfilms later kan men enkel concluderen dat de hyperbolische uitspraak van de studiobaas de waarheid nog steeds geen geweld aandoet.
Na het gigantische succes van zijn debuutfilm als regisseur,
The Maltese Falcon, wilde John Huston meteen beginnen aan
The Treasure Of The Sierra Madre. Hij had het boek van de enigmatische schrijver B. Traven gelezen toen het halverwege de jaren dertig uitkwam in de Verenigde Staten en was meteen gefascineerd door Travens inzicht in de menselijke psyche. Maar door een combinatie van factoren – moeilijkheden met het verkrijgen van de rechten, een plot die de studio niet aansprak, een lange zoektocht naar een goede cast en de aanhoudende oorlog in Europa – duurde het tot 1946 eer de cineast zich vol overgave op de adaptatie stortte. Het verhaal van het boek blijft grotendeels intact: twee Amerikanen ruilen hun uitzichtloze bestaan in Mexico in voor een avontuurlijke zoektocht naar goud in een afgelegen gebergte. Een ervaren goudzoeker staat hen bij en na lang ploeteren levert dat tienduizenden dollars aan goudstof op. Zodra de buit verdeeld moet worden, komt de ware aard van de goudzoekers echter naar boven. Paranoia en hebzucht vertroebelen de relatie tussen het trio en leiden tot een grimmige, cynische climax.
De meest getalenteerde schrijver die Hollywood ooit had, blijft tot nader order Billy Wilder, maar op een zeer verdienstelijke tweede plek staat ongetwijfeld John Huston. Je hoeft maar te kijken naar de ingenieuze structuur van
The Treasure Of The Sierra Madre, de literaire kwaliteit van de dialogen, de doorgedreven karakterisering van de personages en de grandioze spanningsboog om Hustons immense talent te erkennen. Zijn scenario is deels een ouderwetse avonturenfilm, deels een dramatische karakterstudie, soms een halve komedie. Toch lijmt de scenarist wat drie compleet verschillende segmenten hadden kunnen zijn aaneen tot een coherente prent die even uniek is in stijl, vorm en sfeer als
Citizen Kane of
Vertigo. De film is een artistiek statement dat beklijft, het summum van iconoclastisch auteurschap en toch niet te beroerd om ook een groot publiek te plezieren.
Dat
The Treasure Of The Sierra Madre grotendeels op locatie in Mexico gefilmd werd, verleent de film bovendien een authenticiteit die hij niet had gehad mocht de shoot op Warners expansieve backlot gehouden zijn. De grillige flanken van het gebergte blazen bijna stof door de beeldbuis heen, de figuranten zijn échte Mexicanen en geen blanken met donkere make-up. Zoals uit zijn latere films zou blijken is Huston ook het meest in zijn element wanneer hij ver van de Hollywoodmachine zit. Op zijn regie is niets aan te merken. Hij ruilt de doorgedreven stijl van
The Maltese Falcon in voor een realistischere aanpak, zonder hierbij artistieke kaders te schuwen. Bovenal toont de cineast zich een meesterlijke 'raconteur'. Hij sleurt je beetje bij beetje het verhaal in, bouwt gestaag de spanning op, buit de karaktereigenschappen van de personages uit om de kijker te engageren. Naast een Oscar voor zijn sublieme scenario hield Huston dan ook terecht een gouden beeldje over aan zijn regie.
Die eer viel ook zijn vader te beurt, die als beste acteur in een bijrol bekroond werd op het Oscargala van 1948. Toen Walter Huston doorhad dat zijn zoon een carrière als schrijver-regisseur in Hollywood ambieerde, drukte hij hem op het hart om een onvergetelijke rol voor zijn vader te pennen mocht de kans zich voordoen. Met goudzoeker Howard loste John Huston die belofte compleet in. Walter Huston zet dan ook vol overgave zijn tanden in het personage: een ervaren avonturier met een laconieke kijk op serieuze problemen als aanvallende bandieten of interne strubbelingen over de verdeling van de buit. Howard is het personage dat de film bijeenhoudt, dat mythes doorprikt en realisme laat triomferen over hoge verwachtingen.
Compleet het tegenovergestelde is Fred C. Dobbs, gespeeld door Humphrey Bogart. Dobbs is de hebzucht zelve, een man die de gemakkelijke oplossing ziet maar niet de problemen die de gemakzucht met zich meebrengt. Hij heeft een sterk karakter maar een gemakkelijk te corrumperen geest. De gedachte aan een goudschat alleen al doet zijn hoofd duizelen en hij kan de verantwoordelijkheid niet aan om de last van het grote geld te torsen. Bogart was nooit beter op dreef dan in
The Treasure Of The Sierra Madre. De acteur is nauwelijks herkenbaar met zijn ruwe baard en grillige haardos. Gedurende grote delen van de film zit Bogart bovendien onder het stof. De romantische held van
Casablanca is ver te zoeken maar de fenomenale karakteracteur in Bogart bloeit helemaal open. In een lange carrière van memorabele personages is Fred C. Dobbs Bogarts magnum opus: een compromisloze kijk op een antipathiek karakter dat geen sympathie verdient maar niettemin oneindig lang fascineert.
De derde man van het trio goudzoekers, Curtin, is wellicht de persoon waar de kijker zich het gemakkelijkst mee zal identificeren. Tim Holt portretteert het karakter als de grootste gemene deler van Dobbs en Howard: gedreven maar met de voeten op de grond, gehard maar naïef, aangetrokken door de verlokking maar te laf om op die verlokking in te gaan. Hoewel hij niet de meest opvallende rol van het script krijgt, zet Holt toch een prima vertolking neer. Een gehaaide kaper op de kust heeft maar twintig minuten schermtijd maar dat is voldoende voor Bruce Bennett om een onvergetelijke indruk na te laten. Alfonso Bedoya is een Mexicaanse bandiet die de bekendste – en legendarisch geworden – zin uit het script mag declameren: “We don’t have badges. We don’t need badges. I don’t need to show you any stinking badges!” Regisseur Huston maakt een amusante cameo in het begin van de film als een in wit geklede Amerikaanse toerist.
Ondanks alle troeven die
The Treasure of the Sierra Madre kan voorleggen, haalt de prent geen perfecte score door een einde dat niet volledig bevredigend is. Het einde dat John Huston voor Fred C. Dobbs in petto heeft is volmaakt en past bij de verwachting die we als kijker koesteren. Daarna gaat de film echter nog tien minuten door om ook de karakterboog van Curtin en Holt rond te maken. Hun reactie op het lot van hun goudschat is minder geloofwaardig en vooral niet duister genoeg voor een film die voortdurend de schaduwzijde van de menselijke geest belicht. Het laatste shot blinkt uit in cynisme, maar dat kan de lichte teleurstelling van de voorgaande minuten niet helemaal wegwassen. Toch verdient
The Treasure Of The Sierra Madre zonder meer het predicaat klassieker. De film blijft immers een meesterwerk in elke departement van het filmvak en inspireert vandaag nog steeds een nieuwe generatie cineasten. Want zonder Fred C. Dobbs was er geen Daniel Plainview geweest, zonder
The Treasure Of The Sierra Madre geen
There Will Be Blood. De erfenis van de hebzucht blijft ook in 2008 intact…
BEELD EN GELUID
Geen enkele studio besteedt zoveel liefdevolle aandacht aan zijn oude topfilms als Warner. Logisch dus dat ook
The Treasure of the Sierra Madre gerestaureerd werd met het oog op digitale bewaring. Voor het grootste deel is de transfer een schot in de roos. De contrasten komen goed uit de verf, de scherpte was nooit beter en vuiltjes werden één voor één van de print geschraapt. Waar de restaurateurs helaas weinig aan konden doen, is de grote hoeveelheid grain die gedurende diverse sequenties een storende factor is. Het originele monospoor werd behouden, maar dankzij een grondige
opkuis van de audio-elementen klinkt de track dynamischer en helderder dan ooit. Vooral Max Steiners indrukwekkende muziek laat een onuitwisbare indruk na.
EXTRA’S
Liefhebbers van klassieke releases zal de naam Eric Lax wel bekend in de oren klinken. Net zoals bij eerdere schatten uit de Warnerkluis opent de filmprofessor de eerste schijf met een inzichtelijk
Audiocommentaar. Soms is het babbelspoor wat droogjes, maar de oneindige reeks feiten en faits divers over de prent zorgen voor een snel voorbijvliegende twee uur. Een
Bogart Trailer Gallery bevat trailers voor maar liefst twaalf films van de acteur, waaronder
The Treasure of the Sierra Madre. Nog op de eerste disk kan je kiezen voor een bioscoopervaring uit 1948 dankzij een door Leonard Maltin ingeleide
Warner Night at the Movies (25 min.). Deze extra begint met een
Trailer voor een ander uitstekend Huston-Bogartvehikel:
Key Largo. Vervolgens krijg je een
Newsreel, de komische kortfilm
So You Want to Be a Detective? en Bugs Bunnycartoon
Hot Cross Bunny voorgeschoteld.
Het hoogtepunt van de tweede dvd is
John Huston: The Man, The Movies, The Maverick (128 min.). Deze door Robert Mitchum ingeleide documentaire op speelfilmlengte overloopt de carrière van de cineast door een combinatie van interviews, filmfragmenten en op camera vastgelegde observaties van de regisseur zelf. De beeldkwaliteit van de uit 1989 daterende docu is niet altijd even goed, maar de kwaliteit van de inhoud maakt veel goed. Ook hoogstaand is
Discovering Treasure (50 min.), een retrospectieve kijk op de prent door filmhistorici en recensenten, met o.a. een bijdrage van Martin Scorsese. Ook op de tweede schijf staat de Bugs Bunnycartoon
8 Ball Bunny, waarin het opdraven van Fred C. Dobbs een running joke is. Succesvolle films kregen in de jaren veertig vaak een radioadaptatie en daar ontsnapte
The Treasure Of The Sierra Madre dus evenmin aan. In een
Lux Theater Radio Broadcast uit 1949 hernemen Walter Huston en Humphrey Bogart hun rollen uit de film. Ten slotte bevat disk twee een
Fotogalerij met circa tachtig kiekjes, onderverdeeld in vier categorieën.
CONCLUSIE
The Treasure Of The Sierra Madre bevat cynisme te over maar cineast John Huston kneedt een depressief verhaal over verraad, paranoia en moord tot een meeslepende avonturenfilm die terecht de status van klassieker veroverde. Beeld en geluid kregen bovendien een grondige restauratie. De dvd oogt en klinkt dan ook uitstekend. De grootste pluim verdient echter een bonussectie die bulkt van archiefmateriaal en beklijvende documentaires.