GÖTTER DER PEST
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2009-03-12
FILM
In zijn derde langspeelfilm
Götter der Pest keert R.W. Fassbinder terug naar de kleine crimineel Franz Walsch uit
Liebe Ist Kälter Als Der Tod (1969). De regisseur neemt de draad op op het moment dat zijn hoofdpersonage de gevangenis van München verlaat. Hoewel het hier ontegensprekelijk om een sequel gaat – de enige uit zijn oeuvre – geeft Fassbinder de fakkel door aan Harry Baer om de figuur van Franz Walsch gestalte te geven. Opnieuw kiest de regisseur voor een gangsterfilm naar Amerikaanse snit, maar qua stijl en afwerking beïnvloed door de Franse film noir en de Nouvelle Vague.
Franz verlaat de gevangenis en is weer vrij. Met die vrijheid weet hij evenwel niet meteen wat aan te vangen. Hij zoekt z’n vriendinnetje Johanna (Hanna Schygulla) op die al die tijd op hem heeft gewacht, maar haar aanhankelijkheid werkt hem op de zenuwen en dus kiest hij voor een relatie met de minder pathetische Margarethe (Margarethe von Trotta). Om iets om handen te hebben, zoekt hij contact met zijn broer Marian, maar die blijkt al een paar dagen spoorloos te zijn. Wanneer Franz zijn broer uiteindelijk vindt, is die al een paar dagen dood. Hij had geklikt, vertelt zijn oude makker Günter, bijgenaamd de Gorilla, hem. Franz legt er zich bij neer en samen plannen ze een overval op een supermarkt. Maar dat is buiten Johanna gerekend, want zij is niet zinnens om Franz zo maar los te laten.
In Götter Der Pest experimenteert R.W. Fassbinder met thema’s die hij ook in zijn latere films te berde zal brengen: de onmogelijkheid om aan het eigen milieu te ontsnappen, om hechte liefdesrelaties op te bouwen, de gespannen verhouding tussen de geslachten en de vaststelling dat vrouwen vaak sterker en tegelijk gevoeliger zijn dan mannen. Het verschil met zijn latere film ligt in de aanpak: sober gefilmd in zwart-wit, minimale decors in grauw en grijs, weinig dialogen en een rustig tempo zonder actie of geweld. Het verhaal – voor zover daar sprake van is – komt langzaam op gang en het duurt een hele poos voor de verhaallijn zichtbaar wordt. Fassbinder kriskrast nl. geruime tijd tussen de verschillende personages en locaties, waarbij het onderling verband niet altijd even duidelijk is. Zo is het onduidelijk waarom een politierechercheur Johanna, Franz en een praatzieke pornoverkoopster aan de tand wil voelen op het moment dat de moord op Marian nog niet bekend is en er dus geen directe aanleiding is om de Gorilla op te pakken. Later is er die wel, maar het lijkt er in elk geval op alsof de chronologie van de vertelling niet helemaal in orde is.
Dat zal Fassbinder uiteraard worst wezen, want hem is het alleen om stemming en atmosfeer te doen, om de leegheid van de personages en hun onmogelijkheid tot wederzijds begrip, overeenstemming en communicatie, want zelfs de relatie tussen Franz en zijn boezemvriend (en moordenaar van zijn broer) Günther (Günther Kaufmann), alias
de Gorilla, is flinterdun en ze steunt hoofdzakelijk op hun beider criminele interesses. Het zijn opnieuw de vrouwen die de actie sturen: Johanna, die zich niet bij de feiten neerlegt en bereid is Franz te vernietigen, Margarethe die probeert om hem een alternatief te bieden voor de supermarktoverval, zijn schoonzus Magdalena (Ingrid Caven) die hem graag de plaats van zijn broer Marian laat innemen en de pornoverkoopster Carla (Carla Egerer) die haar inside information met harde Deutsch Mark laat betalen, want waarvan zal ze anders leven?
R.W. Fassbinder heeft in Götter Der Pest niet veel meer te bieden dan uitzichtloosheid en pessimisme. Het politieke commentaar dat hij onder het trailerbeeld schuift is veelzeggend (Criminelen zijn onze goden & het kapitalisme is een pest), maar het is in deze film nauwelijks meer dan een pose. Wat Götter Der Pest vooral mist is een echt verhaal en een stevig scenario. Bovendien ontstaat ook de indruk dat het hier om een snel tussendoortje gaat: het fragment waarin we Franz zien in het huis van z’n moeder (Lilo Pempeit), Franz die in de slaapkamer van Margarethe een plaatje draait, een gewonde Günther die tegen het einde van de film langs verlichte etalages strompelt, Fassbinder heeft het later allemaal beter, bondiger en met meer zeggingskracht gedaan.
BEELD EN GELUID
De film staat in een 1.33:1-verhouding en is opgenomen in zwart-wit. Als gevolg van een rigoureuze digitale schoonmaakbeurt is Götter der Pest in z’n oude glorie hersteld: de zwartniveaus zijn aangepast, de beschadigingen en vuiltjes zijn verwijderd. Toch blijft dit een beetje een grauwe film met heel veel grijze en witte vlakken. Het monospoor heeft een upgrade gekregen naar stereo, maar dat speelt in deze dialoogfilm nauwelijks een rol.
EXTRA'S
Er is een Originele Bioscooptrailer en de lange documentaire Ende Einer Kommune (50 min.) waarin aandacht wordt besteed aan de koele ontvangst van Liebe ist Kälter als der Tod op Het Filmfestival van Berlijn in 1969, met een verslag van Fassbinders persconferentie achteraf en uittreksels uit een aantal radio- en tv-interviews waarin de regisseur zich verdedigt. Voorts is er beeldmateriaal over repetities van het Action-theater in München en een vrij lange opname van een discussie tussen R.W. Fassbinder en zijn acteurstroep over de crisis van het gezelschap, waarbij het op het einde duidelijk wordt dat Fassbinder zich met een aantal acteurs terugtrekt om het Antitheater op te richten.
CONCLUSIE
Götter Der Pest is één van Fassbinders minst toegankelijke en minst interessante films. Deze sequel op Kälter Als Der Tod mist vooral een stevig verhaal, terwijl er qua uitwerking en visualisering schijnbaar weinig moeite is gedaan om de kijker bij de handeling te betrekken. Götter Der Pest passeert dan ook een beetje als een vervelende en langdradige film die bovendien niet echt overtuigt.