THERE WILL BE BLOOD
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2011-08-17
FILM
In There Will Be Blood schetst regisseur Paul Thomas Anderson het portret van de olie-industrie in de Verenigde Staten in het begin van de vorige eeuw. Z’n hoofdpersonage en pionier Daniel Plainview vindt in 1898 olie in de woestijn en begint niet lang daarna met de exploitatie van de site. Tien jaar later mag hij zich een oliebaron noemen, want z’n kleine imperium is gezond en brengt zo’n 5000 dollar per week op. Aan een werkongeluk houdt hij een weeskind over dat hij H.W. Plainview noemt en als z’n eigen zoon opvoedt. Hij heeft dus redenen om vooruit te kijken, de opvolging is als het ware gegarandeerd. En Plainview heeft het geluk aan z’n kant, want via een tip komt hij in Little Boston in Californië terecht waar hij een lucratieve deal kan sluiten met een aantal boeren waardoor z’n activiteiten verveelvoudigen. Dat hij z’n belofte niet nakomt over de bouw van een schooltje en het oppompen van grondwater om het dorre landschap in een oase van groen te veranderen, dat deert Daniel Plainview nauwelijks. Als zakenman heeft hij andere zorgen aan z’n hoofd, zo bijv. de hoge kosten die de spoorwegmaatschappij aanrekent voor het transport van z’n olievaten naar de bewoonde wereld of de voortdurende druk van concurrent Standard Oil om het olieveld het verkopen, want z’n enige redding is een 160 km lange pijpleiding naar zee, jammer genoeg over het land van een boer die niet wil verkopen, noch leasen.
There Will Be Blood is vooral het verhaal over een tijdperk en daarvoor zijn de grote middelen niet geschuwd. De boortorens, de woonhuizen en de leefomstandigheden, ze zijn door Andersons team zorgvuldig bestudeerd aan de hand van oude filmpjes en foto’s uit het begin van vorige eeuw en het resultaat is vergelijkbaar met de beste kostuumdrama’s van Engelse makelij over het leven van de burgerij en de adel in bijv. Londen en Parijs in de 18de en 19de eeuw. Bovendien beschikt de regisseur met Daniel Day-Lewis over een acteur die het hoofdpersonage van de film op een unieke en geloofwaardige manier in beeld brengt, van hardwerkende arbeider, geslepen zakenman en liefhebbende vader tot keiharde en meedogenloze kapitalist en finaal een tot waanzin gedreven menselijk wrak. Macht en geld maken niet per se gelukkig, dat lijkt zo wat de eenvoudigste les die uit There Will Be Blood te leren valt. Maar tegelijk is dit het verhaal over de pioniers van onze moderne samenleving, de mannen die er alles aan deden om hun dromen te verwezenlijken en daartoe alle middelen gebruikten waardoor de ontwikkeling van nieuwe technieken werd gestimuleerd. De carrière van Daniel Plainview kent meer hoogten dan laagten, maar in z’n privéleven gaat het van kwaad tot erger. Als z’n zoontje doof wordt na een explosie op een boortoren, ruilt hij hem zonder verpinken in voor Henry, een dertiger die beweert z’n halfbroer te zijn. Als hij merkt dat er bedrog in het spel is, schakelt hij Henri gelijk uit en haalt de kleine H.W. van de dovenschool in Los Angeles om de continuïteit te verzekeren. Maar het is voor de kijker duidelijk dat de jonge knaap nooit meer zal zijn dan een bouwsteen in Plainviews toekomstplannen.
Regisseur Paul Thomas Anderson boort nog een tweede plotlijn aan, nl. over Plainviews conflict met Eli Sunday, de predikant van de Kerk van de Derde Openbaring, een man wiens bedrog hem van meet af aan op de zenuwen werkt en die hij duidelijk ooit te grazen wil nemen, maar ondanks de sterke prestatie van Paul Dano (die de rol van Paul én Eli Sunday voor z’n rekening neemt) komt de verhaallijn niet echt uit de verf omdat de antagonist te veel afwezig is in de film en de aandacht van de regisseur ondertussen vooral op de technische en financiële kant van het olieboren gericht is. Dat is jammer, want het conflict tussen beide mannen voorspelt vuurwerk en een emotionele en dramatische afwikkeling (waarmee de film uiteindelijk ook eindigt), maar de aanleiding tot die finale confrontatie vertoont nogal wat hiaten die de toeschouwer met het aangereikte materiaal niet zo maar zelf in kan vullen. Het is een gemiste kans.
Daniel Plainview is geen aangenaam man. Hij is nukkig, grillig, eigenzinnig en z’n vriendelijkheid en hartelijkheid lijken meer dan eens geveinsd in functie van wat hij per se wil bereiken. Mensen voorliegen en zonder blikken of blozen bedriegen, hij heeft er geen problemen mee, en mooi zijn de fragmenten waarin de camera op dat moment het gezichtje van de jonge H.W. in beeld brengt, want hij kent z’n vader en hij beseft dat er sprake is van misbruik van vertrouwen en bedrog, maar hij zwijgt, alsof hij zich al bewust is van z’n eigen nietigheid. Het zijn vooral die kleine collages die There Will Be Blood belangrijk maken, want van Daniel Plainview zal de kijker nooit echt gaan houden in de loop van de film, noch van de meeste andere figuren die de regisseur ten tonele voert. Dit is wat dat betreft vooral een film waarin het production design en het camerawerk belangrijk zijn, maar dat leidt niet noodzakelijk tot een perfecte en evenwichtige film. Wat in There Will Be Blood vooral ontbreekt is emotie. Het is een film van het hoofd en veel minder van het hart. Bovendien zijn het onderwerp en het tijdskader voor Amerikaanse toeschouwers een interessant facet van de vaderlandse geschiedenis, voor buitenstaanders spelen nu net die aspecten een minder belangrijke rol en moet de productie vooral met dramatische argumenten overtuigen. Vooral op dat niveau gaat regisseur Paul Thomas Anderson in There Will Be Blood zeer kort door de bocht.
De film is zeer oppervlakkig gebaseerd op Upton Sinclairs roman Oil! uit 1927 over een corrupte oliefamilie en hoofdfiguur Daniel Plainview herinnert ons zeker aan de opmerking van Mr. Bernstein uit Orson Welles’ Citizen Kane, nl. dat het gemakkelijk is om veel geld te verdienen als dat je doel is. Maar Andersons personage is een eenzame man die niemand nodig heeft en die uiteindelijk ook nergens spijt over heeft. Vanbinnen is hij leeg en misschien wordt hij zelfs niet eens gedreven door de kans op veel geld, want het huis dat hij zich op latere leeftijd laat bouwen en dat veel groter is dan het pand waarin hij als kind altijd graag had willen wonen, is eerder een gevangenis waarin hij zich kan opsluiten om de boze wereld de rug toe te keren. Predikant Eli Sunday is een eerder toevallige struikelsteen, net zoals Henry en zelfs H.W. in zekere zin, en die ruimt hij op als hem dat uitkomt. There Will be Blood is op die manier het portret van een verbitterd en wereldvreemd oliemagnaat en een klein beetje van een al even wereldvreemde, maar misschien niet helemaal eerlijke predikant en dat zorgt in de laatste minuten van de film voor een schokmoment. Finaal is Paul Thomas Andersons There Will Be Blood een interessante film met heel veel spektakel, avontuur en af en toe een tedere scène, maar een grote epische film is There Will Be Blood niet, want z’n personages zijn slachtoffers, geen helden.
BEELD EN GELUID
There Will Be Blood schippert voortdurend tussen scènes in fel zonlicht en donkere interieuropnamen waarvoor zo weinig licht gebruikt is dat het soms moeilijk is om uit te maken wat de regisseur wil tonen. De dagscènes zijn scherp en gedetailleerd, de donkere fragmenten soms wat korrelig, maar altijd zonder noemenswaardige ongerechtigheden. Het zwartniveau is zondermeer uitstekend, de kleuren zijn soms een beetje aan de vuile kant, andere keren wat flets, maar dat is beslist een overwogen keuze. Het geluid kan u beluisteren in een 5.1-versie en is wegens de vele avontuurlijke scènes belangrijk in deze film. De soundtrack van Jonny Greenwood (Radiohead) is origineel en bij momenten zeer opvallend aanwezig, maar de sfeer en de toon sluiten niet altijd even goed aan bij het beeldmateriaal. De muziek dreigt soms een beetje op zichzelf te bestaan.
EXTRA’S
Als enige extra is er de featurette
15 Minuten waarin u beeldmateriaal en foto’s te zien krijgt uit de beginperiode van de oliewinning in de U.S.A. Het wordt vergeleken met scènes uit Andersons eindproduct, waaruit blijkt dat hij zeer nauwgezet te werk is gegaan om de realiteit van toen zo getrouw mogelijk weer te geven. Wie per se de weggeknipte scènes uit de film wil zien, is wellicht beter af met de
Blu-rayversie van
There Will Be Blood.
CONCLUSIE
There Will Be Blood van regisseur Paul Thomas Anderson is een dubbeltje op z’n kant. De karakterontwikkeling is stevig en Daniel Day-Lewis kreeg dan ook terecht de Oscar voor beste acteur (2007), en ook de Oscar voor de beste cinematografie (Robert Elswit) was een terechte keuze, maar schijnbaar was men het in Hollywood niet helemaal eens over de verdienste van de regisseur en dus zag die de prijs (terecht) aan z’n neus voorbij gaan ten voordele van Joel & Ethan Coen (
No Country for Old Men).
There Will Be Blood is visueel geen slechte film, maar Paul Thomas Anderson doet z’n productie de das om door bewust zoveel mogelijk emotie te weren. De dvd is goed van kwaliteit, jammer genoeg is de sectie Extra’s stiefmoederlijk behandeld t.o.v. de Blu-ray.