THING, THE (BLU-RAY)
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2011-10-06
FILM
De basissetting van Howard Hawks’ film is behouden in de remake, maar de plot leunt dichter aan bij het oorspronkelijke kortverhaal ‘Who Goes There?’. In de barre, eeuwige winter van Antarctica leeft een stel Amerikaanse wetenschappers in isolement. Hun monotone bestaan wordt plots overhoop gegooid door de komst van een wolfshond. Het dier ontsnapte uit een nabijgelegen Noors kamp waarvan de bewoners gruwelijk verminkt worden teruggevonden. Zoekend naar een verklaring stuiten de Amerikanen op een ruimteschip dat al tientallen decennia onder het ijs ligt. Het wezen dat meereisde op de ufo is een gevaarlijke parasiet die andere levensvormen consumeert en ze vervolgens tot in de perfectie imiteert. In de huid van de wolfshond weet het wezen zo het Amerikaanse onderzoekstation binnen te dringen. De vraag rijst nu wie van de expeditieleden besmet is door de buitenaardse indringer. Langzaam maakt een diepgewortelde paranoia zich dan ook van de wetenschappers meester en groeit het besef dat het lot van de wereldbevolking van hen afhangt.
Howard Hawks, de beroemde en beruchte regisseur uit de hoogdagen van Hollywood, draaide er zijn hand niet voor om om diverse genres uit te proberen. Screwball comedy, film noir, western, noem maar op: Hawks heeft ze allemaal een keer geprobeerd. Ook een kruising tussen horror en sciencefiction staat op dat lijstje in de vorm van
The Thing From Another World. De prent creëerde spanning door de in 1951 heersende angst voor de Rode Vijand subtiel in te bedden in een fantasievolle setting vol wantrouwen en paranoia. De – nochtans in mijn ogen overroepen - cultfilm liet niettemin een onvergetelijke indruk na op vele bioscoopgangers en tv-kijkers. Zo ook op de jonge John Carpenter. De regisseur – een groot bewonderaar van Hawks – gebruikte in zijn doorbraakfilm
Halloween zelfs fragmentjes uit de prent. Toen in 1981 de kans zich voordeed om een nieuwe bewerking van
The Thing te draaien voor Universal, aarzelde hij dan ook niet: het was een van zijn jeugddromen die werkelijkheid werd.
John Carpenter is altijd een cineast geweest die op zijn best schier moeiteloos Hitchcockiaanse spanning weet te creëren, maar die op zijn slechtst monotone 'light'-horror produceert.
The Thing valt voornamelijk in de eerste categorie. Het relatief simpele verhaal is voor de regisseur niet meer dan een voorwendsel om intermenselijke reacties vast te leggen. De scènes waarin een algeheel wantrouwen de groep opslorpt, waarin niets is wat het lijkt, vormen dan ook het hoogtepunt van de film. Het is in deze sequenties dat de prent uitstijgt boven het genre, dat de makers doordringen tot de kerngedachte van de menselijke natuur en daardoor een zekere tijdloosheid weten te creëren. De regie van Carpenter speelt hierbij een doorslaggevende rol. Zoals in de meeste van zijn films belandt de dialoog op de achtergrond en zijn het de beelden die een verhaal vertellen, met een intelligent gebruik van zowel steadicam als het obligatoire widescreenformaat. De regisseur weet het isolement van de wetenschappers op Antarctica naar sfeervolle beelden te vertalen, waarbij gevaar steeds om de hoek loert. Zodoende manipuleert hij de kijker op slimme wijze in de richting van hetzelfde wantrouwen dat ook de personages koesteren, waardoor de empathie erg hoog is.
Mocht de hele film uit dergelijke scènes bestaan, dan was
The Thing ongetwijfeld boven zijn huidige cultstatus uitgestegen en had de productie de mainstream bereikt. Helaas vervalt de prent op cruciale momenten te vaak in genreclichés. Zo wordt de gruwel van het buitenaardse wezen té snel en té grotesk in beeld gebracht. Rob Bottins meesterlijk afgrijselijke en innovatieve monsterdesigns zijn nochtans een lust voor het oog, maar door je met de neus op bloed en ingewanden te drukken, verslapt de psychologische spanning en dreigt
The Thing te verschralen tot een goedkope B-film. In Ridley Scotts
Alien, een prent waarmee Carpenters film veel gelijkenissen vertoont – en waarvan het succes er waarschijnlijk toe bijgedragen heeft dat deze remake groen licht kreeg – komt nauwelijks visuele horror voor en duikt het monster pas in volle gedaante op in de laatste act. Een dergelijke aanpak had ook voor
The Thing het verschil betekend tussen een goede film en een érg goede film.
Op technisch vlak is
The Thing min of meer een unicum in het oeuvre van John Carpenter. De cineast heeft de ongelukkige neiging om al zijn films – hoe groot ook het budget – er redelijk goedkoop (en soms zelfs amateuristisch) te laten uitzien. Niet zo hier. De fotografie van de latere Spielberg-medewerker Dean Cundey brengt het besneeuwde isolement van Antarctica prachtig in beeld en geeft ook de indoorscènes een constante dreiging via goed gekozen kaders en een uitgekiende belichting. De sets zien er levensecht uit en desoriënteren je geregeld door het gebruik van een wirwar van gangen, bijgebouwen en verborgen ruimtes. Een speciale vermelding is bovendien op zijn plaats voor veteraan Albert Whitlock, wiens glorieuze matte-paintings herinneringen oproepen aan de grootse cinemascooptijden van Hollywood. De muziek is voor de verandering eens niet van de hand van Carpenter zelf, maar van de filmische grootheid Ennio Morricone. Niet dat dit veel verschil uitmaakt, want de Italiaanse componist gebruikt een typische, kenmerkende Carpenter-score met monotone ritmes en simplistische melodieën. In de cast van bekende karakteracteurs is er geen uitblinker: dit is een echte ensemblefilm: het geheel van de vertolkingen is groter dan de som van de delen.
In 2006, vijf jaar na zijn laatste langspeler en ruim een decennium na zijn laatste half-goede prent, is het gemakkelijk om John Carpenter de zoveelste ‘Hollywood hack’ te noemen die nooit meer iets fatsoenlijks zou draaien. En het is wel zo dat de man in zijn carrière veel meer mensonterende missers heeft gemaakt dan goede films. Maar dat neemt niet weg dat hij in de eerste tien jaren van zijn carrière een aantal klassieke genreprenten heeft geregisseerd. En
The Thing is er daar eentje van. Imitatie is de mooiste vorm van vleierij, zegt men wel eens. En dan zegt het voldoende dat – net zoals het origineel uit 1951 – Carpenters versie sinds 1982 ontelbare malen geïmiteerd is, het meest memorabel in de aflevering ‘Ice’ uit het eerste
X-Files-seizoen. Als je bijgevolg naast de minpuntjes van
The Thing kijkt – de te groteske horrormomenten, de gehaaste climax – vind je een ruwe diamant die de cultstatus die hij heeft ten volle verdient.
BEELD EN GELUID
The Thing is geen eenvoudige film om optimaal naar high-definition om te zetten. Door de vele praktische effecten die gebruikt zijn, is een dosis grain nagenoeg niet te verwijderen. Die zien we dan ook regelmatig terug in de sleutelscènes van de prent. Maar dat is dan ook het enige dat we de transfer kunnen aanwrijven. De scherpte is uitstekend, de kleurenweergave draagt prachtig bij tot de filmische sfeer en de zwartniveaus en contrasten zijn toepasselijk in topvorm in een film als deze. Ook de soundtrack haalt een hoog niveau. De upgrade komt weliswaar minder tot zijn recht dan bij het visuele aspect van de prent, maar in sequenties waarin de kijker uit zijnstoel springt van angst, dragen alle boxen bij tot de macabere, paranoïde sfeer die dat mogelijk maakt.
EXTRA'S
The Thing begon zijn digitale leven als een veelgeprezen laserdisc en het meeste materiaal op die drager is geïntegreerd op de dvd-uitgave. Op deze Blu-ray worden de extra's nogmaals hernomen. In een informatief
Audiocommentaar rakelen oude vrienden John Carpenter en Kurt Russell talloze anekdotes op over de barre productie in het hoge noorden. Zo mogelijk nog beter is de documentaire
Terror Takes Shape (80 min.) waarin de voornaamste cast- en crewleden elk mogelijk aspect van pre- tot postproductie overlopen en die geïllustreerd wordt met enkele setopnames. Een
Trailer (2 min.) heeft overduidelijk leentjebuur gespeeld bij
Alien, maar is daarom niet minder efficiënt. En onder de noemer
Outtakes (5 min.) krijgen we een stel geknipte scènes en aanvullend fotomateriaal te zien.
Daarnaast bevat de dvd maar liefst zes korte
Featurettes die gezamenlijk zo’n 25 minuten duren en steeds volgens hetzelfde stramien opereren: foto’s met begeleidende teksten. Deze featurettes behandelen de volgende aspecten: productieachtergrond, casting, productiefoto's, design & storyboards, locaties en postproductie. Ook een aantal pagina’s
Production Notes en
Filmografieën van John Carpenter en Kurt Russell zijn aanwezig, evenals
de U-Control-optie. Al bij al is dit dus een uitstekende special edition, ook al is er geen nieuw materiaal aanwezig in vergelijking met eerdere edities.
CONCLUSIE
Remakes zijn niet vaak superieur aan het origineel, maar
The Thing bewijst dat het wel kan. John Carpenter bouwt knap spanning op en gebruikt het isolement van de sets optimaal om wantrouwen en paranoia in de hoofden van de kijker te planten. Een gehaaste ontknoping en te groteske special effects weerhouden de prent er echter van volledig uit het genre te breken. Beeld en geluid zijn dik in orde, terwijl de bonussectie bulkt van het interessant materiaal.