HABEMUS PAPAM
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2012-02-20
FILM
In het Vaticaan is de kist van de overleden paus bijgezet in de crypte en de 108 kardinalen reppen zich naar de Sixtijnse kapel voor de verkiezing van z’n opvolger. De witte rook laat evenwel op zich wachten, want men raakt het niet eens over de beste van drie kandidaten. Zoals vaak gaat de eer uiteindelijk naar een buitenstaander als compromis, in dit geval de Franse kardinaal Melville. Net voor hij op het balkon aan de gelovigen op het Sint-Pietersplein wordt voorgesteld krijgt de nieuwe paus een angstaanval of misschien is er sprake van een plotse psychische stoornis (wordt hij ter plekke dement?, heeft hij ineens alzheimer?) en hij vlucht in de richting van de vergaderzaal waar z’n lot luttele uren eerder is bezegeld. Z’n entourage is met stomheid geslagen, de pers reageert verward, de gelovigen op het plein druipen uiteindelijk af. Volgens de woordvoerder van het Vaticaan heeft de nieuwe paus zich teruggetrokken om te bidden, maar in feite is Melville gewoon in paniek: hij heeft het ambt niet geambieerd, hij is er niet voor in de wieg gelegd, hij voelt zich niet in staat om de hoogste verantwoordelijkheid in de Kerk te torsen.
Op voorstel van het pr-mannetje van het Vaticaan (Jerzy Stuhr) wordt een beroep gedaan op de beste psychoanalyticus van Rome om de paus op andere gedachten te brengen, maar een persoonlijk gesprek met 108 toehoorders en het verbod om het over seks, vrouwen, jeugdtrauma’s en dromen te hebben, het leidt tot niets. Melville wordt in een auto gestopt en naar het centrum van Rome gebracht voor een gesprek met een vrouwelijke psychoanalyticus, maar zij is niet op de hoogte van zijn identiteit en ook daar worden dus nauwelijks vorderingen gemaakt. Tegen z’n assistent zegt hij daarover: ik heb minstens drie sessies per week nodig… gedurende een paar jaar. Maar nog voor de entourage zelf een paniekaanval kan simuleren, verliezen de bodyguards de nieuwe paus uit het oog: hij verdwijnt in de massa…
Regisseur Nanni Moretti’s 12de langspeelfilm is een komedie omtrent de verkiezing van een nieuwe paus die zich niet opgewassen acht tegen de eisen van het ambt. Op papier oogt het scenario interessant want het gaat om een situatie die zich in 2000 jaar christendom nog nooit heeft voorgedaan en waarvoor geen procedure bestaat en dus is het interessant om de mogelijk consequenties te analyseren. Dat daarvoor het stramien van een komedie wordt gehanteerd is geen enkel bezwaar want ook in het lichtere genre is het mogelijk om fundamentele onderstromen aan bod te laten komen, zij het dat een gedoseerde toevoeging van humor dan bijna onmisbaar is, maar ook dat is niet noodzakelijk een probleem. Jammer genoeg slaagt Nanni Moretti maar zeer gedeeltelijk in z’n opdracht, want af en toe is er inderdaad een scène die op de lachspieren werkt, veel vaak werken z’n grappen een stuk minder en krijgt de kijker de indruk dat de regisseur te weinig stof heeft voor een film van deze lengte. Voor een gevoel van onbehagen zorgt Moretti overigens grotendeels zelf wanneer hij in de huid kruipt van de psychoanalyticus. Acteren is nl. niet zijn sterkste kant, al kan dat een gevolg zijn van zijn zin voor overacting. Bovendien is de timing van de humor niet helemaal in orde en wordt het potsierlijk op het moment dat Moretti dezelfde grap een tweede keer meent te kunnen lanceren.
De sterkste prestaties worden geleverd door een handvol kardinalen dat z’n ongeloof op een geloofwaardige manier tot uitdrukking brengt en dat ook in de humoristische scènes een goede beurt maakt. Het is een goede keuze om ze niet alleen als kardinalen te definiëren, maar ook als gewone mannen die graag een kaartje leggen, die pillen innemen tegen allerhande kwaaltjes, die weleens nachtmerries hebben en die zich in hun vrije tijd met eenvoudige dingen bezighouden. In een prachtige, maar iets te lange scène die op de koop toe opnieuw gedomineerd wordt door een té nadrukkelijk Moretti als de ondertussen bijna doelloze psychoanalyticus, zien we de heren kardinalen volleybal spelen als echte kwajongens en dat fragment zorgt voor een aantal leuke opnamen waaraan duidelijk heel veel tijd en werk is besteed.
Jammer genoeg is het scenario verre van perfect want het bevat een aantal plotwendingen die compleet overbodig zijn (de hele scène over de halfgare acteur van het toneelgezelschap) of die als een deus ex machina uit de lucht vallen (de plotse intree van de kardinalen in de toneelzaal en de daaropvolgende terugkeer van de paus naar het Vaticaan). Ze ondermijnen in hoge mate de geloofwaardigheid van de film, ook al betreft het hier een komedie waarin de makers zich enige vrijheid mogen permitteren. Voor een regisseur die voor de rest altijd de puntjes op de i zet (zie de making-of) is dat een vreemde manier van werken. Wellicht is hij ervan uitgegaan dat de humor als stoplap kon fungeren voor een aantal niet consequente plotwendingen.
Meest ontgoochelend is evenwel Michel Piccoli in de rol van de nieuwe paus. Dat de man ooit de beste en best betaalde acteur van Frankrijk was, dat willen we graag bevestigen, maar of ie op z’n 86ste nog in staat is om een geloofwaardige en overtuigende rol neer te zetten, dat durven we te betwijfelen. Kardinaal Melville sluipt een beetje als z’n eigen schaduw door Habemus Papam. We weten dat hij bang is voor de verantwoordelijkheid die het hoge ambt meebrengt, dat hij niet overtuigd is van z’n eigen capaciteiten en vooral dat hij nooit de ambitie koesterde om paus te worden, maar Moretti doet geen enkele poging om in het karakter van z’n hoofdpersonage te graven, om eventuele oorzaken voor angst en twijfel boven te spitten. De gesprekken met twee psychoanalytici zijn oppervlakkig en naast de kwestie (alsof Moretti bewust dat soort activiteiten op de korrel wil nemen), maar ook tijdens z’n driedaagse tocht door de straten van Rome zien we de oude man niet groeien, noch tot een zeker inzicht komen. Bovendien zijn Piccoli en kardinaal Melville altijd toehoorders tijdens de gesprekken die gevoerd worden (psychoanalytica en haar vriendinnen, de leden van het toneelgezelschap aan tafel) waardoor Nanni Moretti ook daar een kans laat liggen om het karakter van z’n hoofdacteur dieper uit te werken.
Habemus Papam is m.a.w. nauwelijks grappig, nauwelijks serieus, nauwelijks geloofwaardig of een beetje niets van dat alles en dat is een hele stap terug voor de regisseur die ons destijds verraste met La Stanza del Figlio (2001) waarin hij eveneens de rol van psychoanalyticus voor z’n rekening nam. Misschien heeft hij z’n ware roeping gemist.
BEELD EN GELUID
Het goede nieuws komt uit het technische departement: de kleuren zijn heftig en fel met voorop uiteraard het rood van de toog van de kardinalen en het geel van de kleren van de Afrikaanse kerkleiders. Voor de rest wordt het kleurenpalet gedomineerd door blauw, bruin en goudgeel. De film is op elk moment scherp en de details zijn altijd goed zichtbaar (wegens zelden te weinig licht). Jammer genoeg krijgt u het plafond van de Sixtijnse kapel niet te zien. De originele Italiaanse geluidsband staat 5.1, de Franse in stereo. Uit de soundtrack onthouden we het Miserere van Arvo Pärt en de prachtige ballade Todo Cambia van Mercedes Sosa.
EXTRA’S
De Making-of Habemus Papam (24 min.) gaat vooral over regisseur Nanni Moretti. De acteurs komt niet aan het woord, maar Moretti wordt wel uitgebreid getoond tijdens de voorbereiding van de film en tijdens het eigenlijke draaiwerk. Hij is luidruchtig, geagiteerd, zelden gauw tevreden en werkt z’n acteurs duidelijk heel vaak op de zenuwen. Je vraagt je af waarom niemand uiteindelijk is opgestapt. In Moretti & Piccoli in Cannes (6 min.) zien we beide heren op de rode loper in de filmstad voor de première van de film en Moretti tijdens een aantal interviews voor Frans een buitenlandse bladen en zenders. Hij gaat uitgebreid in op verschillende aspecten van de film, maar na het bekijken van Habemus Papam kan je alleen maar besluiten dat er hier sprake is van heel veel blabla. Ter afsluiting is er nog een handvol Andere Trailers.
CONCLUSIE
Habemus Papam van de Italiaanse regisseur Nanni Moretti kan op papier bogen op een interessant scenario, maar de regisseur bakt er in de praktijk niets van: de grappen zijn te vaak belegen, de uitwerking van het verhaal sputtert en verliest uiteindelijk elke geloofwaardigheid, het hoofdpersonage wordt alles behalve goed gekarakteriseerd en de acteerprestatie van Michel Piccoli is een giller.