FILM
Wiskundeprofessor Gerald Lambeau (Stellan Skarsgård) heeft een probleempje. Zijn extra moeilijke wiskundeopgave die hij ten behoeve van de intellectuele stimulatie op een bord in de gang heeft geschreven, is opgelost. Wanneer de professor aan de studenten vraagt dat de winnaar van de daaraan vasthangende onderscheiding zich bekendmaakt, stapt er niemand in het voetlicht. Onder het motto "goed begonnen is half gewonnen" post professor Lambeau dan maar een tweede opgave, een stuk moeilijker dan de eerste. Groot is dan ook zijn verbazing wanneer hij ziet hoe een nederig staflid van de onderhoudsdienst, Will Hunting (Matt Damon) het probleem blijkbaar even goed kan lezen en interpreteren als een album van Nijntje. De professor wil de man koste wat het kost rekruteren, alleen is Will geen doetje. Hij woont in een marginale wijk, onderhoudt contacten met zijn al even marginale vrienden (zoals Ben Affleck), en hij heeft een kanjer van een strafblad vol met delicten van geweldpleging. Wanneer Will het echter te bont heeft gemaakt, kan Lambeau hem een aanbod doen: Will kan vrijkomen als hij belooft tijd te spenderen aan de wiskundestudie én zich psychiatrisch te laten behandelen. Die eerste voorwaarde ligt nog wel binnen het domein van het bespreekbare, maar Will rammelt enorm met de kloten van de lange, lange lijst psychiaters die hem proberen therapie aan te smeren. Alleen Lambeau's vroegere kamergenoot Sean Maguire (Robin Williams), die recent pas zijn praktijk heeft heropgestart na het overlijden van zijn vrouw, boekt vooruitgang met Will. Bovendien ziet het er naar uit dat Wills leventje voor het eerst wat stabiliseert, want hij leert een meisje kennen, Skylar (Minnie Driver), dat méér is dan de zoveelste losse scharrel.
Het duo Damon-Affleck, twee tot dan toe erg onsuccesvolle acteurs, won tot hun eigen stomme verbazing met hun script voor
Good Will Hunting de Academy Award voor beste scenario, en ook Robin Williams, die altijd meer schittert in serieuze rollen dan in zijn komische typetjes, mocht met een beeldje naar huis. Films over psychiatrische randgevallen doen het anders traditioneel goed op het beeldjesfestival, dus zo onverwacht was de onderscheiding ook weer niet. Het gegeven van het ontluikend wiskundig talent dat opgroeit in een omgeving waar zulks voornamelijk negatieve stimuli uitlokt, is misschien wat scherp gesteld maar zeker niet af te doen als compleet ongeloofwaardig. Damon en Affleck zijn vooral niet in de val getrapt om de voor de hand liggende nevenplotlijnen, zoals het feit dat het FBI Will wil rekruteren om coderingen te analyseren, af te werken met een paar standaard Hollywood-clichés - het beschreven voorbeeld lag daadwerkelijk ooit op tafel. De scenaristen blijven bij de hoofdzaak, en dat is de geleidelijke aanpassing van Wills asociale gedrag en de aandoenlijke wisselwerking met zijn psychiater, die Will iets bijbrengt maar tegelijkertijd zélf wat bijleert over de zin van het leven. De titel bevat overigens een dubbele woordspeling: de "good" Will Hunting will bewijzen dat hij nog niet zo verdorven is als zijn strafbpad er doet uitzien, terwijl de hoofdpersonages voortdurend op zoek gaan ("hunting") naar wat
goodwill, wat rekenen op begrip om ook als volwaardig lid van de maatschappij erkend te worden, en niet als een
white piece of Irish trash.
De film betekende voor Gus Van Sant, die eerder
Drugstore Cowboy en
My Own Private Idaho regisseerde, een eerste wapenfeit in het meer commerciële circuit. Van Sants carrière is er één met hoogtes en laagtes, met daarin aardige biografische werkjes als
Milk alsook flops zoals de bijna letterlijke remake van Hitchcocks
Psycho waarmee Van Sant letterlijk niets bewees. Zijn verdienste voor deze film is dat hij enerzijds een evenwicht vindt tussen de profileringsdrang van
young Turks Damon en Affleck en anderzijds er in slaagt om een acteur als Robin Williams in te tomen zodat die er geen
one man show van maakt.
Zelfs in de huidige context, waarin Damon en Affleck zijn uitgegroeid tot supersterren, blijkt na een herhaalde kijkbeurt van
Good Will Hunting dat deze appel hen niet eerder toevallig in de schoot werd geworpen. De film heeft nog niet veel aan intrinsieke waarde verloren, en brengt nog altijd een zweem tijdloosheid naar het scherm, en vergeleken met films over verwante onderwerpen bevat dit verhaal eigenlijk opmerkelijk weinig genreclichés. Voor een drab coming-of-agedrama bevat de film nog wel enige leuke stukjes cynische humor, zoals de scène waarin Will een hypnotherapist doet geloven dat zijn kwakzalverij echt werkt, en niet te vergeten het feit dat Minnie Driver de stoere jongens uit de Ierse pub moeiteloos van tafel speelt in een competitie waarbij men om ter vettigste mop over orale seks moet vertellen. De kwalieit van de moppen van Minnie Driver is overigens een stuk beter dan die van Ben Affleck, doch dit terzijde.
De film eindigt niet met een happy of een unhappy ending, je kan de slotscène best nog vergelijken met een open einde waarin je je de vraag kan stellen of Will nu eindelijk de juiste lotsbestemming in zijn leven heeft gevonden. De sequel
Good Will Hunting 2: Hunting Season is gelukkig beperkt gebleven tot een insidergeintje in
Jay And Silent Bob Strike Back.
BEELD EN GELUID
Good Will Hunting staat op een matige, soms soft uitziende Blu-ray die wellicht wel een beetje aansluiten bij de door Gus Van Sant gehanteerde stijl, maar waarbij er af en toe toch een compressie-artefact om de hoek komt piepen dat er niet behoort te zijn. De kleuren zijn niet erg gesatureerd en laten niet echt een volle indruk na, en het afstellen van de zwarttinten, onder meer in de scène waarin Will mot zoekt in een bar, had wat beter gemogen.
Good Will Hunting is een dialoogfilm en de Engelse DTS-HD MA 5.1-track voldoet dus ruim voor het gestelde doel. Naast de gebruikte muziek van Elliot Smith wordt op gegeven moment ook erg opvallend
Baker Street van Gerry Rafferty benut in een scène waarin enkele straatschoftjes waaronder Will elkaar een flink pak slaag geven; het geluid klinkt daar zeer vreemd en lijkt net weergegeven in een echokamer, maar dat zal allicht wel de bedoeling geweest zijn. De muziek tijdens de openingscredits klinkt lichtjes off-key.
EXTRA'S
Deze release getuigt alweer van het feit dat het voor Entertainment One aankomt om zo goedkoop mogelijk releases op de markt te krijgen zonder enig respect voor bestaand bonusmateriaal. Zelfs de RCV-disk had eertijds nog wel íets, en in vergelijking met internationale releases komt deze uitgave qua ontbreken van extra's weeral over alsof de Benelux een ontwikkelingsgebied is.
CONCLUSIE
De film is een intrigerend psychologisch drama, dat allicht beter had verdiend dan een
cash in quick-release zonder extra's.