MEIN KAMPF
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2012-10-07
FILM
Omstreeks 1910 arriveert de jonge Adolf Hitler (Tom Schilling) in Wenen vanuit Braunau am Inn. Z’n moeder is kort voordien overleden en omdat hij graag wil schilderen, besluit hij om deel te nemen aan de toegangsproef tot de Weense kusntacademie. Hij heeft z’n portfolio onder de arm en strandt in het opvanghuis voor dakloze mannen van mevrouw Merschmeyer (Karin Neuhäuser) waar hij voor weinig geld een bed met ontbijt krijgt, want over veel geld beschikt de jonge Adolf niet. Zijn buren zijn oude joodse mannen met niet meer dan een keppel en veel wijsheid en humor. Boekenverkoper Schlomo Herzl (Götz George) neemt de jonge overbuurman onder z’n vleugels en als die een tijdje later afgewezen wordt door de academieraad (je bent zelfs niet goed genoeg als huisschilder!) is het Schlomo die een persoonlijk gesprek met de academieoverste aanvraagt en Hitlers zaak alsnog bepleit. Maar het mag niet baten, de jonge Adolf moet tevreden zijn met het kopiëren van ansichtkaarten die Schlomo tijdens z’n tocht door de stad aan de man probeert te brengen. Hitler houdt z’n echec zolang mogelijk verborgen voor Gretchen (Anna Unterberger), het hulpje van mevrouw Merschmeyer in de keuken, met wie hij regelmatig een praatje maakt en die hij zelfs meetroont naar de opera waar Wagners Rienzi opgevoerd wordt, een compositie die hij schijnbaar vanbuiten kent en die hij op indrukwekkende wijze meezingt tot groot verdriet van Gretchen en van de andere operabezoekers, want hij overstemt compleet de solisten op de bühne!
Ondanks het feit dat Schlomo de jonge Hitler als de zoon behandelt die hij nooit zelf heeft gehad, hem regelmatig een scheerbeurt geeft, z’n haar knipt, z’n snor haar bekende vorm geeft (!), z’n aquarellen en ansichtkaarten op straat verkoopt en hem daarvoor veel te veel geld toestopt, krijgt hij weinig dankbaarheid terug, want Hitler geeft voortdurend op het joodse ras af, verwijt joden verantwoordelijk te zijn voor de belabberde Duitse economie en noemt hun bankiers bloedzuigers. In Himmlischt (Wolf Bachofner), die als slager bij mevrouw Mischmeyer in dienst is, vindt hij een medestander die bereid is om ook Tsjechen en Polen een flink pak slaag te geven en als het even kan nog veel meer. Schlomo laat de jongeman begaan, ook al raadt z’n oude vriend Lobkowitz (Bernd Birkhahn), die denkt dat hij eigenlijk God is, hem aan om met Adolf Hitler te breken. Ironisch genoeg is het precies Schlomo die het jonge heethoofd op het idee zal brengen om in de politiek te gaan…
Mein Kampf is gebaseerd op het gelijknamige toneelstuk van de Duits-Hongaarse, maar in het Engels schrijvende toneelauteur George Tabori (1914-2007), dat in 1987 in première ging en sindsdien is uitgegroeid tot het meest gespeelde toneelstuk in de Duitse theaters. Uiteraard houdt het succes verband met de titel, want die zorgt voor controverse en maakt mensen nieuwsgierig, maar beslist ook omdat Tabori erin slaagt om de schijnbaar onmogelijk te vertolken Übermensch met een flinke portie humor van z’n voetstuk te stoten. Humor is hoe men met persoonlijke catastrofen, kleine en grote, kan omgaan, aldus Tabori, en zelf wist hij daar alles over, want hij verloor z’n vader in Auschwitz en schreef over de ervaringen van z’n moeder in die tijd het toneelstuk Mutters Courage (1979).
In Mein Kampf gebruikt Tabori farceachtige elementen voor z’n vertelling over één van de donkerste periodes uit de Duitse geschiedenis: humor als middel om in het reine te komen met de grauwheid van de feiten. Een goede grap is niet komisch of humoristisch als men de inhoud ervan bekijkt, meent hij, want die is altijd een catastrofe. Met fragmenten uit Hitlers Mein Kampf en eigen gefantaseerde elementen stelt hij z’n tekst samen over de weinig succesvolle kunstenaar Adolf Hitler in een opvanghuis voor dakloze mannen, die het tot leider schopt van het nationaalsocialisme. De ironie in Taboris toneelstuk schuilt in het feit dat de oude Schlomo Herzl, onmiskenbaar een jood, aan de basis ligt van Hitlers blitzcarrière als Führer en dat hij ondanks diens antisemitische en groteske uitspraken over z’n ambitie om de wereld in z’n macht te krijgen, lange tijd niet beseft welke richting de feiten kiezen. Te laat ziet hij in dat het monster niet meer tegen te houden is.
Dat scenario was Gefundenes Fressen voor de Zwitserse regisseur Urs Odermatt, die meende dat hij beter geplaatst (en minder belast) was dan een Oostenrijker of een Duitser om deze productie tot een goed einde te brengen. Naar eigen zeggen hield hij 50 procent van Taboris tekst over en componeerde in samenwerking met scenarioschrijver Martin Lehwald de rest van het materiaal dat in de film terechtgekomen is. Dat biedt de regisseur de mogelijkheid om eigen accenten te leggen, maar aan de hand van de film is het moeilijk om het succes van het toneelstuk te verklaren, want van humor en ironie, schijnbaar dé sterkhouders van Taboris originele tekst, is in Odermatts Mein Kampf nog nauwelijks sprake. Belangrijke aandachtspunten van de auteur, nl. het medelijden van Schlomo Herzl met de verwarde jongeman uit Braunau am Inn, de aandoenlijke eenzaamheid van de oude mannen in het opvanghuis (van wie eentje zich God waant) en de absurditeit van de niet te stuiten politieke opgang van een zielige buitenstaander, ze komen in de film maar met mondjesmaat aan bod. Odermatt plaatst liever de figuur van Adolf Hitler centraal en omringt hem met een aantal onbelangrijke figuren (Gretchen, Himmlischt) waarvoor hij eigenlijk geen interessante rol of functie weet te verzinnen, met het gevolg dat Mein Kampf een beetje stuurloos door 106 minuten manoeuvreert en het nooit echt duidelijk wordt wat Urs Odermatt z’n publiek precies wil vertellen.
Tom Schilling (
Elementarteilchen, 2006;
Der Baader Meinhof Komplex, 2008) neemt de figuur van de jonge Adolf Hitler voor z’n rekening. Jammer genoeg neemt hij de rol, waarvoor hij 10 kilo af moest vallen, bloedernstig, waardoor hij nooit in de buurt komt van de ironische en pathetische manier waarop bijv. Charles Chaplin in
The Great Dictator (1940) de tragische Hitler-figuur gestalte geeft. Met z’n Oostenrijks fantasieaccent en barokke taalgebruik tovert Schilling een glimlach op de lippen op het moment dat hij als de ontredderde Adolf Hitler het oudemannenhuis voor het eerst betreedt, maar dergelijke fragmenten zijn zeldzaam, want de grote leider in spe neemt z’n eigen wartaal zeer duidelijk al veel te ernstig zonder een greintje zelfspot of relativering. Die aanpak staat haaks op de intenties van George Tabori, en die ene keer dat Hitler schijnt te twijfelen, nl. tijdens een schimppartij van Himmlischt en z’n kompanen op joden en buitenlanders in een cafeetje, maakt onvoldoende het verschil.
De interessantste figuur in Mein Kampf is Schlomo Herzl, de oude wijze boekverkoper – hij verkoopt bijbels (!), maar desnoods ook Fanny Hill mét bijbelcover – die altijd rustig blijft als Hitler weer een keer op joden afgeeft of z’n imperialistische plannen uit de doeken doet. Z’n relativerend opmerkingen en onderkoelde oneliners zijn een streling voor het oor, en met z’n typisch joods manier van zijn en doen maakt dit personage beslist het verschil in het toneelstuk. Dat Odermatt precies hier de snoeischaar hanteert is dan ook bijzonder jammer en een manco waarvan de film zich nooit herstelt. Mein Kampf wordt op die manier de vrijgeleide voor de zoveelste ambitieuze Hitler-interpretatie. Schilling las ter voorbereiding op z’ rol naar eigen zeggen Joachim Fests biografie over Hitler, terwijl hij wellicht beter het originele toneelstuk vooraf een paar keer had bekeken, want dan waren zijn Hitler-figuur én Mein Kampf misschien toch nog grappig genoeg en tegelijk absurd genoeg geworden.
BEELD EN GELUID
De beeldkwaliteit van deze dvd-release is in orde. Het beeld is vaak een beetje grauw door het gebruik van donkere kleding en weinig extra licht (in 1910 was er geen licht in huizen van de armen), maar van ongerechtigheden is geen sprake. Het zwartniveau is in orde en de details blijven meestal goed zichtbaar. Componist Enis Rotthoff schreef een mooie bijpassende soundtrack die zelden de aandacht trekt, maar die de tijdsgeest wel goed weet te vatten.
EXTRA’S
Geen
CONCLUSIE
De Duitstalige pers was destijds niet te spreken over Mein Kampf, want de film bevat niet de ingrediënten die van het originele toneelstuk eerder zo’n groot succes maakten. Regisseur Urs Odermatt kiest voor een andere invalshoek dan auteur George Tabori, maar het is niet duidelijk wat voor film hij heeft willen maken en wat hij ons precies over de jonge Adolf Hitler wil vertellen in het licht van zijn latere carrière. Huren lijkt ons de beste oplossing.