Regie: Nanouk Leopold
Met: Jeroen Willems, Wim Opbrouck, Henri Garcin, Martijn Lakemeier
Uiteindelijk neemt Henk het initiatief: hij kruipt bij Helmer in het nieuwe tweepersoonsbed. Het is niet duidelijk wat hij zoekt: een minnaar of een vaderfiguur. Helmer raakt in paniek, maar uiteindelijk draait hij zich om en legt z’n arm om de jonge medewerker. Verder gaat hij niet. De volgende ochtends deelt de melkrijder hem mee dat het zijn laatste werkdag is: hij gaat bij z’n zus in Mechelen wonen. Helmer reageert nauwelijks, maar op z’n gezicht zie je dat het hem spijt. Stalknecht Henk, misschien ontgoocheld wegens Helmers afwijzing, houdt het voor bekeken, stapt op z’n fiets en vertrekt. En het wordt stil boven als z’n vader overlijdt. Hij staat er nu helemaal alleen voor…
Regisseur Nanouk Leopold maakt van Boven Is Het Stil een strakke en verstilde film in een stijl die we kennen van onze eigen Fien Troch (Kid, 2012; Unspoken, 2008), dat wil zeggen met spaarzame dialogen en zonder dialogue intérieure, met weinig echte actie en gerealiseerd met een zeer kleine bezetting, waarbij hoofdzakelijk op de intrinsieke spanning en de fysieke of mentale kracht van de personages wordt ingezet om het beoogde doel te bereiken. Het is een moeilijk genre, want het verondersteld een perfect evenwicht tussen de karige informatie die de kijker via beeld en woord verstrekt wordt en wat de combinatie van beide tussen de regels suggereert ter opheldering van wat de regisseur niet rechtstreeks wil vertellen. Fien Troch heeft dat procedé al minstens twee keer op een zo goed als perfecte manier gehanteerd, Nanouk Leopolds twee eerdere pogingen in die richting (Wolfsbergen, 2007; Brownian Movement, 2010) gingen gedeeltelijk kopje onder omdat ze qua inhoud te mager en qua stijl te pretentieus waren om te overtuigen. Derde keer goeie keer, dus? Jammer genoeg niet helemaal, want opnieuw blijkt de Nederlandse regisseuse niet in staat om wat ze in gang heeft gezet tot een goed einde te brengen. Dat komt omdat ze vorm voorrang geeft op inhoud en toon, waarbij het compleet ontbreken van emotie het grootste struikelblok vormt. Van een hoofdpersonage in een film verwacht je dat het evolueert en dat is in Boven Is Het Stil niet het geval, want melkveehouder Helmer is na 90 minuten nog altijd dezelfde afstandelijke en emotieloze 55-jarige uit de beginscène.
Als we Wim Opbrouck in het interview in de Extra’s mogen geloven, is er wel degelijk nog sprake geweest van een allerlaatste draaidag met Helmer en de melkrijder in een scène die voor enige opheldering kon zorgen. Waarom niets van dat materiaal in de film (of desnoods in de Verwijderde Scènes) terecht is gekomen, het is een raadsel. Een regisseur hoeft niet alles te vertellen, maar hij/zij kan de kijker ook niet met lege handen achterlaten. Jammer genoeg is dat in deze film wel het geval en als toeschouwer heb je het gevoel naar een drama te kijken dat er uiteindelijk geen is.
Het goeie nieuws is dat hoofdrolspeler Jeroen Willems een indrukwekkende rol neerzet als de ongelikte beer die nauwelijks in staat is om emoties te uiten en op die van anderen te reageren. Kers op de taart zou uiteraard de ommezwaai in het karakter Helmer zijn, maar daartoe krijgt Willems niet de gelegenheid, want dat materiaal is op de vloer van de montagekamer terechtgekomen. Blijft over een guitige Wim Opbrouck, het enige personage dat voor een lichtere toon in deze onderkoelde arthousefilm zorgt. Opbrouck heeft de fysiek en de aanstekelijke uitstraling van een zachtaardige beer en als melkrijder geeft hij heel duidelijke signalen die maar op één manier te interpreteren zijn. Maar wegens de eigenzinnige aanpak van de regisseur leidt ook die rol uiteindelijk tot niets.
Visueel is Boven Is Het Stil een boeiende filmervaring, want cameraman Frank van den Eeden (Kid, 2012) brengt de innerlijke verscheurdheid en rusteloosheid van het hoofdpersonage op een zeer adequate manier in beeld via veelzeggende close-ups en korte opnamen van lege veldjes en waaiende graspartijen. De film is gebaseerd op het gelijknamige boek van Gerbrand Bakker, maar wijkt uiteindelijk zeer nadrukkelijk af van de roman, wat in dit geval niet echt een beter resultaat oplevert.