Regie: Peter Greenaway
Met: JJ Feild, Raymond J. Barry, Michèle Bernier, Valentina Cervi, Caroline Dhavernas, Anna Galiena, Deborah Harry, Steven Mackintosh
Het atoomgetal 92 staat centraal in de film, vandaar dat hij ook wel eens The History of Uranium wordt genoemd, en hoofdpersonage Tulse Luper is erdoor gefascineerd, want hij heeft in z’n leven niet alleen in 92 verschillende gevangenissen gezeten, hij heeft ook 92 koffers waarin hij memorabilia van z’n vele reizen en avonturen verzamelt. Voorts is er sprake van 92 objecten die symbool staan voor de wereld en zijn er 92 verschillende personages of als u wilt karakters, waar aandacht aan wordt besteed. Omdat allemaal in 131 minuten te proppen moet je van goeden huize zijn of een hels tempo aanhouden en Greenaway kiest voor dat laatste,, met als gevolg dat je als kijker geen seconde mag missen of je bent eraan voor de moeite. Alhoewel, de dialogen zijn vaak zo nonsensicaal en ongerijmd, dat het moeilijk is om bij de les blijven, maar dat is wellicht ook niet altijd de bedoeling, want even vaak speelt de regisseur met sfeer en stemming en gebruikt hij humor om de ernst of het gelijk van z’n personages te relativeren.
Hoofdpersonage Tulse Luper wordt als 10-jarige een eerste keer opgesloten in een bezemhok als hij met z’n vriendjes een aanvalsscène uit de Eerste Wereldoorlog naspeelt en daarbij een aantal tuinschuttingen vernielt. Dat de oorlog inmiddels is afgelopen, is voor de jonge kereltjes uiteraard geen punt. Het gaat om de spanning en het avontuur. Tulse vult in het bezemhok z’n eerste koffer. Vervolgens spoelt het verhaal vooruit en zien we hem als jonge journalist in de Moabwoestijn in Utah waar hij op zoek gaat naar verlaten Mormonendorpjes in de buurt van Salt Lake City. Met z’n witte paard en laarzen houden sommige Mormonen hem voor de opvolger van hun stichter Joseph Smith, maar een familie van Duits-Amerikaanse oorsprong met nogal wat fascistische sympathieën denkt daar anders over: misschien is de jonge Brit op zoek naar het plaatselijke goud? Naar uranium? Z’n verhaaltje over verlaten Mormonendorpjes geloven ze niet en dus wordt Tulse gevangengenomen en aan een soort totempaal gebonden met z’n broek ver beneden z’n knieën en honing aan z’n piemel om gevaarlijke insecten aan te trekken. Hoe het afloopt komen we niet te weten, maar ze laten hem uiteindelijk wel gaan.
Vervolgens duikt hij voor de rest van de film op in Antwerpen in 1938, waar hij infiltreert in een nazi-gezind milieu (ja, toch?) en weer in nieuwe avonturen en situaties terechtkomt. Het ziet er allemaal goed uit als gevolg van de technische foefjes die Greenaway gebruikt om een haast onbegrijpelijk en nauwelijks interessant verhaal toch visueel aantrekkelijk te houden, maar hij vergeet daarbij dat film in de allereerste plaats de kijker moet aanspreken, boeien, emotioneren of amuseren, en daarvan is er in deze pretentieuze intellectualistische prent nauwelijks sprake. Greenaway doet z’n ding en heeft er duidelijk zin in, als kijker blijf je onbevredigd en zelfs geïrriteerd achter, tenzij je op tijd de afstandbediening gebruikt om flink wat door te spoelen of gewoon op de eject-knop hebt gedrukt. Het is jammer, want Greenaway is een groot en origineel regisseur, maar films maak je uiteindelijk voor toeschouwers, niet voor musea.
The Tulse Luper Suitcases is m.a.w. geen film voor een luie vrijdagavond na een drukke kantoordag. Tot en met de scènes in de Moabwoestijn in Utah kan het er nog allemaal mee door, nadien wordt het verhaal onoverzichtelijk en moet het hoofdpersonage te veel en te vaak de scènes delen met steeds nieuwe personages, waarvan alleen Deborah Harry (zangeres Blondie) de aandacht weet vast te houden. JJ Feild neemt de hoofdrol voor z’n rekening, maar zijn personage Tulse Luper wordt eigenlijk nooit een man van vlees en bloed en beklijven doet z’ prestatie al evenmin. Hij is een acteur die meestal alleen voor tv-films en –series wordt gerekruteerd. Hij was o.a. te zien in The Ruby In The Smoke (2006) en Centurion (2010). De andere acteurs uit de cast krijgen niet de gelegenheid om te scoren. Hun personages zijn niet meer dan karikaturen die nauwelijks tot de verbeelding spreken.