HERRENKINDER
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2014-09-23
DOCUMENTAIRE
Kort na de machtsovername in 1933 palmen de nazi’s de Rijksorganisatie voor Duitse Jeugdverenigingen in, een overkoepelende organisatie met meer dan 10 miljoen leden. Hun eigen Hitlerjugend bestond al sinds 1922, maar was er nooit in geslaagd om meer dan 100.000 jongeren te bereiken. Meteen wordt een grote hervorming ingezet om de Duitse jeugdbewegingen op nationaalsocialistische leest te schoeien. Tegelijkertijd richten de nazi’s de zgn. Napola’s (Nationalpolitische Erziehungsanstalten) op om de toekomstige civiele elite van de NS-staat op te bouwen, waarvoor de beste elementen uit de jeugdbewegingen geselecteerd werden. Begin 1945 waren er in Duitsland en de ingelijfde gebieden zo’n 40 Napola’s met naar schatting 15.000 scholieren. Toegelaten worden tot een opleiding in een Napola gold tussen 1933 en 1945 als een grote eer en een voorrecht.
Het Engelse systeem van Public Schools en de Pruisische Kadettenopleiding golden als voorbeelden voor de Napola-pedagogiek. De ideale Napola-leerling had een arische achtergrond, was lichamelijk fit en eerder intelligent en had liefste een wat rebels karakter. Van de jongemannen zoals ze genoemd werden, verwachtte men dat ze in staat waren om een sterke wil te ontwikkelen, want in Napola was het de bedoeling om van jongens leiders te maken. Hun ouders werd een exclusieve opleiding beloofd en een succesvolle carrière nadien. Weinig kapitaalkrachtige families hoefden geen schoolgeld te betalen en kregen in vele gevallen zelfs financiële ondersteuning van de Duitse staat. De opleiding was op militaire leest geschoeid, wat o.a. betekende dat alles in het werk werd gesteld om de burgerlijke en persoonlijk identiteit van de kandidaat uit te wissen. Vanaf nu droeg hij een uniform, was zijn leven ingedeeld in tijdsblokken en streng collectief georganiseerd: als iemand een fout maakte, werd de hele groep gestraft. Een winterse nachtmars in korte broek en met rugzak, was een typische en gebruikelijke straf. Uiteraard was er sprake van nationaalsocialistische indoctrinatie, niet als schoolvak, maar als leidraad tijdens alledaagse bezigheden. Een jongeman werd geacht zich als een overwinnaar en een herenmens te gedragen, maar tegelijk gehoorzaam en onderdanig te zijn met betrekking tot zijn meerdere(n). Onderlinge competitie om de beste te zijn en tegelijk beseffend niet goed genoeg te zijn, zorgden voor spanning, stress en frustratie, waardoor het ontwikkelen van een eigen identiteit zo goed als onmogelijk gemaakt werd: alleen in een groep voelde een jongeman zich veilig en zeker.
In de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog besloten leerlingen van de hoogste jaargangen van Napola om zich aan te sluiten bij de soldaten aan het front. Als overtuigde aanhangers van het regime streden ze met fanatieke overgave. De helft zou het niet overleven. Na de oorlog kregen de Napola-leerlingen een koude douche toen ze vernamen dat alles wat hun verteld was, alles wat ze geïdealiseerd hadden, fout was. Er werd ze te verstaan te gegeven beter niet over hun opleiding te praten, wat velen in de rest van hun leven ook niet gedaan hebben, zelfs niet tegen hun naaste familieleden.
De Napola-leerlingen waren evenwel voor de rest van hun leven beschadigd. Omdat men ze op jonge leeftijd (tussen 10 en 12 jaar) uit hun vertrouwde milieu verwijderd had voor een harde en paramilitaristische opleiding, waren ze als volwassen nauwelijks in staat om emoties uit te drukken en introduceerden ze in hun privéleven vaak de tactieken die hen op de voormalige eliteschool waren aangeleerd. Hun gezinnen, maar vooral hun kinderen waren er het slachtoffer van. De regisseurs Eduard Erne en Christian Schneider praten in de documentaire met de dochter van Gero Karrer. Hij pleegde jaren geleden mét zijn vrouw zelfmoord toen de eerste tekenen van ouderdom en fysiek verval zich manifesteerden. Vragen over z’n Napola-verleden kan ze hem niet meer stellen, maar samen met haar beide zoons gaat ze op zoek naar zsijn verleden en naar de bizarre houding die haar moeder ten aanzien van de hele affaire aannam. De 80-jarige Erwin Schuppe is nog altijd de patriarch van de familie. Gezegend is wat hard maakt, is zijn devies gebleven en in die geest heeft hij ook z’n dochter Marianne en haar jongere broer Herman opgevoed. Allebei hebben ze er problemen mee: is er wat van de ns-erfenis in hun psyche terechtgekomen? Hun zoektocht leidt tot vragen en klachten waarop zelfs de kleindochter van Schuppe geen antwoord vindt.
De makers praten uitgebreid met dochter Marva en de kleinzoons Jakob en Philipp van Gero Karrer aan de hand van foto’s uit het familiealbum. Voor de jongens is het de eerste keer dat ze over het verleden van hun grootvader verteld wordt. Het is een onaangename confrontatie, maar in de verhalen van hun moeder herkennen ze het prototype van de compleet fout opgevoede Napola-jongemannen. Op de vraag waarom ze dat allemaal nu pas vernemen, is hun moeders antwoord duidelijk: ook zij was jarenlang nauwelijks op de hoogte. Of de zelfmoord van haar vader verband houdt met z’n opvoeding, ze heeft er het raden naar. Het gesprek met Erwin en Irmela Schuppe hebben de makers opgenomen op video. Ze tonen het interview achteraf aan hun kinderen Marianne en Herman en diens dochter Helke. Voor dochter Marianne zijn de uitspraken van haar vader het bewijs dat hij niet in staat is/was om de Napola-erfenis af te schudden. Hij was niet in staat om z’n emoties te tonen of te bespreken, zegt ze, en hij heeft van mij veel meer gevraagd dan waartoe ik in staat was. En over haar moeder: ze verdedigt hem, terwijl ze beseft dat hij ons tekort heeft gedaan en ons een harde jeugd heeft bezorgd. Ben ik wegens mijn voorgeschiedenis een kleine nazi?, vraagt haar vader zich voor de camera af, ben ik een dader of een slachtoffer?
Herrenkinder is een documentaire over de gevolgen van de Napola-opvoeding voor het nageslacht van de betrokkenen, voor de kinderen en zelfs kleinkinderen, maar er zijn ook voormalige Napola-leerlingen die tot in onze tijd de verwoestende effecten ervan aan den lijve ondervinden. Eduard Erne en Christian Schneider reizen met een aantal 70+’ers naar hun oude school in Oostenrijk en in het huidige Polen om te kijken naar wat er is overgebleven en hoe ze op de nieuwe kennismaking reageren. Schrijver Hellmuth Karasek vertelt over de onmenselijke lichamelijke opvoeding en de zware sportproeven. Journalist Theo Sommer, voormalig uitgever van de krant Die Zeit, vraagt zich af of de strenge opvoeding werkelijk een slechte zaak is geweest voor z’n latere leven en de voormalige Oostenrijkse minister van Justitie, Harald Ofner, vertelt hoe de zgn. padvinderspelletjes in de laatste maanden van de oorlog steeds meer een paramilitaristisch karakter kregen. Dirigent Joachim Carlos Martini ten slotte, tot z’n tiende levensjaar opgegroeid in Chile, vertelt over de pesterijen omdat hij slecht was in sport en naar huis wilde. Hij was een buitenstaander die in een compleet andere wereld terechtkwam en die moeite had om zich aan het harde systeem aan te passen. Z’n bed werd ’s nachts vaak omgekieperd en hij kreeg voortdurend minachtende opmerkingen. Brieven aan mijn ouders om naar huis te mogen komen, werden gecensureerd, zegt hij, uiteindelijk heb ik me in mijn lot geschikt om erger te voorkomen.
Over de Napola-leerlingen is eerder geschreven en zijn er documentaires en films gemaakt (Napola, 2004), maar voor het eerst is gepeild naar de invloed van de Napola-opvoeding op het nageslacht en Eduard Erne en Christian Schneider bewijzen in Herrenkinder dat de effecten verder reiken dan de betrokkenen. De meeste nakomelingen van Napola-leerlingen waren niet of nauwelijks op de hoogte van het verleden van hun vader of grootvader en net zoals de kinderen en kleinkinderen van voormalige nazi-leden zijn ze onaangenaam verrast door de verhalen en de feiten. Voor vele jonge Duitsers is het schokkend vast te moeten stellen dat hun voorouders het slachtoffer zijn geweest van de naziterreur of erger: dat hun vaders of grootvaders het regime actief hebben gesteund en in de ideologie hebben geloofd.
BEELD EN GELUID
De recente opnamen van Eduard Erne en Christian Schneider voldoen aan de gangbare normen; het materiaal van meer dan een halve eeuw geleden heeft de bekende fouten: gebrekkig zwartniveau, vaak onscherp beeld en redelijk wat ongerechtigheden. Het geluid staat in stereo en dat is voldoende voor dit soort productie.
EXTRA’S
Geen
CONCLUSIE
In Herrenkinder maken Eduard Erne en Christian Schneider de balans op van de Napola-opvoeding voor de nakomelingen van de betrokkenen. Ze praten met voormalige Napola-leeringen en hun kinderen en illustreren de documentaire met originele footage uit de periode. Het resultaat is een bijzonder goed gemaakte documentaire waarin correcte vragen worden gesteld.