Regie: Ridley Scott
Met: Josh Hartnett, Ewan McGregor, Tom Sizemore, Eric Bana, William Fichtner, Ewen Bremner, Sam Shepard, Gabriel Casseus, Kim Coates, Hugh Dancy, Ron Eldard
Het gaat evenwel vanaf de eerste minuut fout. De Somalische rebellen hebben nl. informaten in de buurt van de luchthaven opgesteld en die houden elke beweging van vliegtuigen en helikopters in het oog. Als de eerste US-helikopters opstijgen, steken ze autobanden in brand om hun medestanders verderop in de stad te alarmeren. Tegen de tijd dat het konvooi halfweg is en de helikopters hun doel bereiken, hebben de Somaliërs strategische posities ingenomen en houden ze hun mobiele raketwerpers klaar om de aanval af te slaan. De Amerikanen slagen er inderdaad in om de Somalische functionarissen (zonder Aidid) gevangen te nemen en af te voeren naar hun militaire voertuigen in het konvooi, maar net als alles in kannen en kruiken lijkt te zijn, wordt een grote legerhelikopter door een raket geraakt. Hij stort neer en drie van de vier bemanningsleden overlijden ter plekke. De vierde wordt door mariniers ontzet, doch het weghalen van de gedropte soldaten wordt vertraagd en door het toegenomen afweergeschut kan een vervangtoestel z’n werk niet doen. De zwaar bepakte mannen moeten zich zien te redden, terwijl de hele stad achter ze aanzit. Het wordt een bloedbad, met honderden doden aan Somalische zijde (althans dat suggereren de beelden) en nogal wat afgerukte ledematen en verbrijzelde lichaamsdelen aan Amerikaanse kant.
Ridley Scott maakt van elk onderwerp een actiefilm. Bijgevolg verneem je zo goed als niets over de politieke situatie in Somalië en gaat alle aandacht naar de spectaculaire ontvoeringscène en de bijna catastrofale afloop van de Amerikaanse actie. Liefhebbers van actie- en avonturenfilms waarin veel wordt geschoten, waarin oneindig veel handgranaten worden gegooid en de vijand uiteindelijk het onderspit moet delven, worden op hun wensen bediend. De camera staat afwisselend in de straten van Mogadishu en in het zenuwcentrum van het Amerikaanse leger op het vliegveld, met af en toe een beeld van hoe de rebellen zich organiseren om de aanval af te slaan. Het is allemaal spectaculair en spannend, met vallende legerhelikopters, lange scèneswaarin Amerikaanse mariniers en Somalische sluipschutters elkaar belagen, de Amerikaanse legerbevelhebbers zich achter hun beeldschermen steeds ongemakkelijker op hun stoelen bewegen en langs Somalische kant de doden uiteindelijk niet meer te tellen zijn. Over hun lot, en dat van hun gewonde medestaanders verneem je niks, over het lot van gewonde Amerikaanse soldaten des te meer. Bovendien wordt er heel veel aandacht besteed aan de afvoer van de Amerikaanse gewonden, want de mannen riskeren hun leven, maar er wordt ook voor ze gezorgd en alles wordt in het werk gesteld om de verliezen tot een minimum te beperken. Is de Amerikaanse publieke opinie het niet eens met de prijs die ze betaalt voor oorlogen waarbij voor de natie niets te winnen is, ze krijgt van Ridley Scott de boodschap dat er alles aan wordt gedaan om de menselijke tol (aan Amerikaanse zijde) zo veel mogelijk te beperken.
Het zal u dan ook niet verbazen dat Black Hawk Down vooral een heroïsch portret is over de suprematie, de vindingrijkheid en vooral de koppigheid van het Amerikaanse militaire apparaat, waarbij men voor het gemak vergeet dat het palmares sinds de Tweede Wereldoorlog veel minder aantrekkelijk oogt, want Amerika heeft nogal wat grote conflicten uiteindelijk verloren of is er niet in geslaagd om de toestand definitief te veranderen. Somalië is één van de beste voorbeelden, want ook nu nog is het Afrikaanse land zeer onstabiel en is de fundamentele oorzaak van de ellende hoegenaamd niet weggenomen. Conflicten los je niet op het slagveld op, maar aan de onderhandelingstafel, maar daaraan heeft Ridley Scott in Black Hawk Down geen boodschap, want hij zet alles in op actie. Bijgevolg is er totaal geen sprake van karakteruitdieping en de mannen in de straten van Mogadishu zijn louter vechtmachines.