Regie: Yimou Zhang
Met: Matt Damon, Tian Jing, Willem Dafoe, Andy Lau, Pedro Pascal, Hanyu Zhang, Lu Han, Kenny Lin, Eddie Peng, Xuan Huang, Ryan Zheng, Karry Wang
Veel tijd om zich over hun benarde situatie te bezinnen, krijgen William en Tovar niet, want al meteen na hun gevangenneming breekt de hel los: vanuit het verre dal zwelt een monsterlijk geluid aan en niet veel later zien ze hoe duizenden bizarre creaturen zich over het geaccidenteerde landschap een weg banen in de richting van de muur met maar één doel: zich te goed doen aan mensenvlees om er nadien de koningin mee te voeden met het oog op nog meer nageslacht. Tao Tei worden ze genoemd, een kruising tussen een grote hagedis en groenachtige luipaarden met Alienachtige koppen, een soort die meer dan 20 eeuwen geleden met een meteoriet naar de aarde is gekomen en sindsdien om de 60 jaar de menselijke soort aanvalt, om haar nederigheid bij te brengen, aldus strateeg Wang… William en Tovar hebben weinig keuze, het is sterven of voor elkaars leven vechten…
Het opzet van The Great Wall wordt tijdens de begintitels een legende uit het oude China genoemd, maar zelfs als je onderwijscarrière is beperkt gebleven tot de kleuterklasjes, besef je dat dit een verhaal is van de hand van schrijvers en scenaristen met een voorliefde voor sciencefiction en fantasy. Nee, de bijna 9000 km lange Chinese Muur (inclusief natuurlijke elementen zoals heuvels, bergen, rivieren en verdedigingsgroeven), waaraan sinds de Zhou-dynastie (722 – 481 v. Ch.) ruim 1700 jaar is gewerkt, is niet gebouwd om buitenaardse monsters tegen te houden, maar als een barrière tegen de barbaren die de opeenvolgende koninkrijken bleven bestoken. Het grootste deel van de Chinese Muur kwam trouwens tot stand tijdens de Ming-dynastie (1368-1644), die af te rekenen had met voortdurende invallen van Mongoolse steppenruiters.
Maar barbaren of Mongolen waren duidelijk niet spectaculair genoeg voor de makers van deze groots opgezette Amerikaanse-Chinese film en dat is jammer, want langsheen de Chinese Muur zijn in de loop der tijden voldoende spraakmakende conflicten uitgevochten die tot de verbeelding spreken. Men heeft duidelijk geen risico’s willen nemen en bovendien was de film gebaat bij een derde partij, waardoor het voorzichtige evenwicht tussen de Amerikaanse en de Chinese inbreng werd gegarandeerd. Het resultaat is een productie waarin wonderbaarlijke Chinese militaire technieken (in de Extra’s geeft de Amerikaanse producer toe dat sommige wapens uit latere perioden dateren) gekoppeld worden aan monsters die we eerder verwachten in succesvolle Amerikaanse Hollywood-producties, een versmelting van martial arts à la Akira Kurosawa en monsterfilms à la Ridley Scott met andere woorden, wat vooral liefhebbers van actie- en avonturenfilms zal plezieren. Wie op een kunstzinnige of een historische correcte benadering had gehoopt, komt bedrogen uit, al moeten we toegeven dat de CGI bij momenten bloedmooi en indrukwekkend is, want zoals je de Chinese Muur in deze film ziet, zo heb je hem nooit eerder gezien: meer dan 30 meter hoog en voorzien van een groot aantal militaire snufjes zoals horizontaal draaiende messen om de tegen de muur opklimmende Tao Tei doormidden te snijden, en gigantische torens met horizontale metalen dwarsbalken die door vrouwelijke benji-springers worden gebruikt om de monsters aan de voet van de muur aan hun lans te rijgen. In drie lange en totaal verschillend gechoreografeerde vechtscènes zijn we getuige van de confrontatie tussen Chinezen en Tao Tei, waarbij William uiteindelijk het verschil zal maken met een magneet die schijnbaar invloed heeft op het gedrag van de monsters.
Mocht u met andere woorden niet voor het wat banale verhaaltje naar deze film kijken, dan is er nog altijd het fantastische production design dat regisseur Yimou Zhang uit z’n hoge hoed heeft getoverd en dat niet hoeft onder te doen voor het allermooiste in zijn eerdere films Curse Of The Golden Flower (2006) en House Of Flying Daggers (2004), zij het dat het in The Great Wall niet om oogverblindende kimono’s, maar om minstens even wondermooie en kleurige legeruniformen en harnassen gaat. De Tao Tei, duidelijk opgesplitst in mannelijke en vrouwelijke exemplaren, zijn lenig als luipaarden en zwermen als mieren over de steile wand van de Chinese Muur, maar de Chinezen hebben zestig jaar de tijd gehad om hun techniek en infrastructuur aan te passen en dus maken de monsters geen kans, al wordt het gauw duidelijk dat ze een zekere intelligentie bezitten en hun strategie eveneens bij kunnen sturen.
Omdat het Yimou Zhang in The Great Wall vooral om actie te doen is, zijn de dialogen tot een minimum beperkt, kwestie van de Amerikanen niet te veel met Chinese klanken om de oren te slaan, en omgekeerd. Het gevolg laat zich raden: een minimale karakterisering van de hoofdpersonages, wat vooral nadelig uitpakt voor Matt Damon (Elysium, 2013; The Departed, 2006), want die loopt er – behalve in de vechtscènes – meestal een beetje doelloos bij, want deze oorlogswapens en vechttechnieken heeft William nog nooit eerder gezien, laat staan dat ie tijdens zijn huurlingencarrière dit soort vijand zou hebben ontmoet. De heldenrol zal hij met andere woorden moeten delen met een plaatselijke krijgsheer die het maximum uit de beschikbare middelen weet te halen en dat is niet toevallig de bevallige commandant Lee Mae, die het bevel over de troepen heeft overgenomen nadat haar overste door de Tao Tei in een val is gelokt. Er is sprake van wat vluchtige romantiiek tussen William en Lee, maar tot handtastelijkheden komt het niet, dat zouden ze in Peking wellicht niet echt op prijs stellen! William en Lee mogen uiteraard wel de spannende eindscène voor hun rekening nemen, waardoor het evenwicht opnieuw netjes wordt bewaard.
Willem Dafoe (Antichrist, 2009, Pasolini, 2014) ziet u in een klein rolletje. Zijn personage Ballard is 25 jaar eerder naar China gekomen op zoek naar het ‘zwarte poeder’ en hij wordt sindsdien gevangen gehouden. Hij speelt een rol in de poging van Tovar om er met een kleine hoeveelheid buskruit vandoor te gaan. Jammer genoeg lijkt het personage Ballard niet meer dan een trucje om het aantal westerse gezichten in de film op te krikken. Pedro Pascal (Game Of Thrones seizoen 4, 2014) neemt de rol van Williams sidekick Tovar voor zijn rekening, maar ook die rol is te klein om het verschil te maken. Langs Chinese zijde maakt Tian Jing (commandant Lee Mae) een goede indruk alhoewel er ook in haar geval weinig sprake is van karakterisering. Andy Lau (Shaolin, 2011; Three Kingdoms, 2008) heeft een kleine rol, wat de in Hong Kong geboren acteur er niet van weerhoudt om regelmatig de aandacht op z’n personage Wang te vestigen.