GARMENT JUNGLE, THE (BLU-RAY)
Bespreking door: Didier - Geplaatst op: 2022-10-24
FILM
The Garment Jungle maakt deel uit van de Columbia Noir #1-box, waartoe ook Escape In The Fog, The Undercover Man, Drive A Crooked Road, 5 Against The House en The Lineup behoren.
In heel wat filmkringen staat
The Garment Jungle geboekstaafd als één van de vergeten misdaadklassiekers die ieder zichzelf respecterend cinefiel absoluut moet zien. Het is een statement dat we geenszins betwisten, toch gaat de film gebukt onder twee grote leugens. Eentje gaat om ere wie ere toekomt, en een ander over het misleiden van het publiek, en laten we daarmee maar beginnen.
De affiche toont een schaars geklede vrouw, een verliefd koppeltje en ergens onderaan een schaar als moordwapen. Op dat laatste na, ook al wordt er nooit een schaar gebruikt om iemand te doden, is de poster één flagrante leugen. Aan mooie dames is er weliswaar geen gebrek, maar de film is allesbehalve romantisch. Van kussen is er amper sprake, maar wel van veel geweld, en daar zat de regisseur voor veel tussen, of tenminste de regisseur die oorspronkelijk aan boord was.
Op papier en op de generiek is Vincent Sherman de man achter de camera, maar daar klopt maar weinig van. Een groot deel werd door Robert Aldrich gedraaid, maar vijf dagen voordat alles klaar was, werd die ontslagen door Harry Cohn, die toen de grote baas van Columbia Pictures was. Officieel was dit op aandringen van Cohn en hoofdrolspeler Lee J. Cobb, omdat Aldrich alle verzoeken om het verhaal wat te verzachten compleet negeerde. Toen Aldrich op 4 december 1956 een milde griep kreeg en daardoor een dag opnames miste, was dit het excuus om hem te ontslaan. Sommige beweren wel dat Sherman achteraf verschillende scènes opnieuw heeft opgenomen om ze minder gewelddadig te maken, maar
The Garment Jungle is zeker en vast ook een film van Aldrich, die zo in zijn gat gebeten was dat hij achteraf nooit de film heeft willen zien. In de wandelgangen deed echter nog een ander verhaaltje de ronde, en dat was er één van afrekening. Kwatongen beweren dat de megalomane studiobaas in Aldrichs eerdere film
The Big Knife op Cohn was gebaseerd en dat de Columbia-baas dit niet kon verkroppen. De waarheid is men nooit te weten gekomen, feit blijft wel dat
The Garment Jungle een verdraaid goede film is.
Het verhaal kwam van een Readers Digest-artikel "Gangsters in the Dress Business" van Lester Velie, waarin men het had over de vele pogingen van de georganiseerde misdaad om in de kledingindustrie te infiltreren. Columbia zag best wel brood in het verhaal, en kocht er in november 1955 de rechten van op. Een van de producenten, Jerry Wald, zag hierin een eerbetoon aan de inspanningen van de vakbonden, die er alles aan deden om ervoor te zorgen dat hun werkplek gescheiden bleef van de maffia.
Het was geen toeval dat Lee J. Cobb de hoofdrol kreeg, want een jaar daarvoor speelde hij een gelijkaardige rol in het bejubelde
On The Waterfront van Elia Kazan, waarin de vakbond in een niet al te fraai daglicht stond. Cobb speelt Walter Mitchell, die in het New York van de jaren vijftig met Roxton Fashions één van de grootste kledingbedrijven bezit. De vakbonden ijveren voor hogere lonen en betere arbeidsomstandigheden, maar niet iedere fabriekseigenaar ziet deze lieden even graag komen. Slechts tien procent van de textielbedrijven in New York waren toen nog zonder vakbondsdvertegenwoordiging, en Mitchell klopt bij de lokale gangster Artie Ravidge (Richard Boone) aan om die buiten te krijgen. De ingehuurde gangsters schuwen het geweld niet. Wanneer Walters zakenpartner, die geen graten ziet in een samenwerking met de vakbond, in een lift naar beneden stort, is iedereen ervan overtuigd dat de maffia hierbij betrokken is. Ondertussen komt de zoon van Walter, Alan Mitchell (Kerwin Matthews), terug uit de Koreaanse oorlog, en wil hij een functie in het bedrijf van zijn vader.
Mocht een groot deel van de film door Robert Aldrich gedraaid zijn, dan is
The Garment Jungle één van zijn meest bescheiden films, zeker als je weet dat hij ook de man is van
Vera Cruz (volgens velen een pre-spaghettiwestern),
Kiss Me Deadly, What Ever Happened To Baby Jane? en
The Dirty Dozen. Het is duidelijk dat het voor de studio niet meer dan een tussendoortje, wat je al ziet aan de titel, die niet meer dan een zinspeling is op
Blackboard Jungle, die in hetzelfde jaar uitkwam. De film mag zich dan wel in de noch mossel noch vis-categorie wentelen, toch blijft het een zeer leuke film om naar te kijken, met schitterende vertolkingen van de altijd imponerende Lee J. Cobb en de oogverblindende Gia Scala, die heel haar leven wel ergens in te zien was, maar nooit echt doorbrak.
BEELD EN GELUID
De film is in zwart-wit gedraaid en wordt gepresenteerd in een 1.85:1-aspect ratio. Af en toe is het beeld wat korrelig, maar over het algemeen kunnen we van een geslaagde transfer spreken die voldoende gerestaureerd is, ofschoon je zeer goed merkt dat dit een goedkope film was. De film bevat een paar zeer interessante buitenopnames in het New York van het begin van de jaren '50. De geluidsband is een LPCM Mono 1.0, en behalve het feit dat die verzorgd is kun je daar maar weinig over vertellen.
EXTRA’S
De echte informatie over
The Garment Jungle vind je net zoals bij de andere films in deze box in het bijbehorende
boekje, toch is er visueel hier wat meer te sprokkelen dan bij de andere films. Er is naast een
fotogalerij, een
trailer ook een
audiocommentaar met filmkenner Kevin Lyons. In
Law of the Jungle gaat filmcriticus Tony Rayns dieper in op de productie, en in 16 minuten probeert hij te achterhalen in welke delen van de film je duidelijk de hand van de ontslagen Robert Aldrich kan zien. In
It's a Jungle Out There praat acteur Robert Loggia een twintigtal minuten over zijn aandeel in de film. Al deze extra’s zijn gepresenteerd zonder enige vorm van ondertiteling. Tenslotte is er ook nog een
kortfilm met The Three Stooges die destijds in de Amerikaanse bioscoop samen met
The Garment Jungle werd gedraaid.
CONCLUSIE
The Garment Jungle is een leuke misdaadthriller die zich afspeelt in de textielindustrie en waar de maffia een harde hand in heeft. Dat de film zo’n goede indruk achterlaat is vreemd, als je weet wat voor een zooitje het werd, met als trieste hoogtepunt regisseur Robert Aldrich die vijf dagen voor het aflopen van het draaien door Columbia aan de kant werd gezet.