WOLF MAN, THE
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2010-07-01
FILM
Met
Frankenstein, Dracula, The Mummy en
The Invisible Man had Universal in de jaren dertig een brede selectie monsters gecreëerd om de horrorprenten van de studio te bevolken. Eén mythisch wezen was echter nog niet het onderwerp geweest van een eigen filmreeks: de weerwolf. Daar kwam in 1941 echter verandering in toen Lon Chaney Jr. voor het eerst zijn tanden zette in de rol van
The Wolf Man. Alle ingrediënten van de geroemde Universal-horrorfilms zijn ook in deze productie aanwezig: sfeervolle sets, een macabere atmosfeer en sublieme make-up die de weerwolf levensecht op het scherm schildert. Maar de prent bewijst ook dat – tien jaar na het gigantische succes van
Frankenstein – de geijkte formule voor het creëren van een monsterlijke kaskraker sleet begint te vertonen. Want veel verrassing of suspense valt er niet te bespeuren.
Scenarist Curt Siodmak maakt Larry Talbot tot het hoofdpersonage van de film: de zoon van een Welshe edelman, die na jaren vervreemding van zijn vader huiswaarts keert. In het pittoreske dorp ontmoet hij de vrouw van zijn leven, Jenny, en met al zijn charme tracht hij haar voor zich te winnen. Tijdens een bezoek aan een zigeunerkermis lijkt dat nog te lukken ook, tot een losgebroken wolf paniek zaait en Larry een venijnige beet bezorgt alvorens door diens zilveren wandelstok te worden neergeknuppeld. Het beest, zo blijkt, was een zigeuner die aan lycantropie leed. Larry weigert te beseffen dat ook hij hierdoor bij het volle maanlicht in een weerwolf zal veranderen. Maar op een dramatische nacht gebeurt de transformatie, trekt Larry in wolvenvacht erop uit en doodt hij een mens. De schuld vreet weg aan zijn ziel en wanhopig probeert hij zijn omgeving voor het gevaar te waarschuwen. Maar niemand gelooft zijn verhaal.
De nogal generische plot is niet bepaald het sterkste punt van
The Wolf Man, zoveel mag duidelijk zijn. Het verhaal komt slechts traag op gang, de expositie geschiedt in ellenlange, herhalende dialogen i.p.v. in opvallende beelden en van dramatische spankracht komt evenmin veel in huis. Wie echter iets dieper graaft in de symboliek van het scenario, komt tot verrassende ontdekkingen. Zo kan je de film lezen als een metafoor voor het lot van de joden in nazi-Duitsland. Het pentagram dat een weerwolfvloek op iemands huid brandt, heeft bijv. veel weg van een davidster. En de transformatie van ogenschijnlijk deugdelijke burgers in bloeddorstige wolven kan beschouwd worden als een kritiek op de Duitse bevolking, die al te gemakkelijk in de huid van een fascistische nazi kroop. Vergezocht? Niet als je weet dat scenarist Siodmak een Duitse Jood was, die na de coup van Hitler in 1933 het vaderland ontvluchtte. Maar zelfs deze diepere laag voorkomt niet dat de film een al te gezapig tempo aanhoudt, met weinig hoogtepunten, die bovendien allemaal pas in het laatste kwartier plaatsvinden.
Op visueel vlak zet
The Wolf Man gelukkig wel de trant voort van sfeervolle Universal-horrorprenten. Opnieuw wordt grotendeels gebruik gemaakt van de backlot, waarbij voornamelijk de woudsequenties en een telescoopkamer een onuitwisbare indruk nalaten. De fotografie is eveneens van een goede standaard, zeker wanneer mistbanken in grillige vormen over de sets waaien. En ook de muzikale score draagt zijn steentje bij met enkele knappe composities die spanning creëren terwijl die in het script of in de acteerprestaties achterwege blijft. Cineast George Waggner haalt niet het uiterste uit de regiemogelijkheden en blijft steken in voorspelbare shots die weinig emotie opwekken. Ster van de show is echter weerom Jack Pierces make-up. Het harige uiterlijk van het centrale karakter heeft niet de iconische kwaliteit van een Frankenstein, maar suggereert subtiel wolfachtige kenmerken in een menselijk gelaat.
Lon Chaney Jr. moest iedere dag acht uur de make-upstoel in voor zijn vertolking – vijf voor het aanbrengen, drie voor het verwijderen – en dat laat sporen na in zijn ongeïnspireerde vertolking. Zijn gelaat schijnt slechts één uitdrukking te kennen en zijn lichaamstaal is zo mogelijk nog houteriger. Van alle Universal-monsters is zijn interpretatie veruit de minst memorabele. De nevencast wordt gevuld met acteurs die allemaal al hun sporen verdienden of nog zouden verdienen in horrorfilms. Claude Rains dook al op in
The Invisible Man, maar slaapwandelt hier door zijn rol. Bela Lugosi heeft slechts enkele minuten screentijd in de film, waardoor zijn veredelde cameo nauwelijks opvalt. En Ralph Bellamy, die drie decennia later een heel ander soort horror zou aanboren in
Rosemary's Baby acteert zo serieus dat je vermoedt dat hij zich in een Shakespeare-stuk waant. De twee voornaamste vrouwenrollen vallen dan weer in makkelijk definieerbare stereotypes: Maria Ouspenskaya is de mysterieuze zigeunerin, Evelyn Ankers de obligatoire liefdesconnectie van het monster.
65 jaar nadat hij voor het eerst op het witte doek verscheen, blijft
The Wolf Man interessant omwille van zijn connectie met de belangrijkste horrorcyclus uit de filmgeschiedenis. Maar de prent verbleekt in vergelijking met
Frankenstein, Dracula of
The Mummy door een weinig opwindend script, een vakkundige maar karakterloze regie en ondermaatse acteerprestaties. Enkel de sfeervolle beelden van de Universal-backlot houden het schip drijvende en zorgen voor de illusie van een goede, ouderwetse horrorfilm. Dat de elementen voor een emotionelere film wél vaag te herkennen zijn in
The Wolf Man – vooral de onvermoede moord van een vader op zijn zoon in de laatste vijf minuten is een goed voorbeeld – maakt het bekijken van de prent des te frustrerender.
BEELD EN GELUID
De transfer op deze schijf is identiek aan die op een eerdere release. Dat betekent dat in vergelijking met de andere Universal-horrorfilms uit de jaren dertig, de print van
The Wolf Man een aangename verrassing is. De mistige scènes mogen dan te lijden hebben onder een beperkte scherpte en enkele spijtige vuiltjes, voor het overige is de film zeer goed bekijkbaar, met een prima contrast en uitstekende zwartniveaus. Het originele monogeluid heeft nauwelijks last van ruis en laat zowel de dialogen als de muziek helder door de boxen schallen.
EXTRA'S
De eerste disk van deze special edition is identiek aan die van een eerdere release. De schijf bevat een informatief
Audiocommentaar door filmhistoricus Tom Weaver. Ook een documentaire is aanwezig, getiteld
Monster By Moonlight (33 min.) en met
An American Werewolf In London-regisseur John Landis als gastheer. O.a. make-upguru Rick Baker komt uitgebreid aan het woord en ook fragmenten uit de vier sequels op
The Wolf Man worden getoond. De
Trailer (2 min.) wordt gedwarsboomd door een slechte beeldkwaliteit, maar is een goed voorbeeld van een typische jarenveertigtrailer. Afrondend worden in
The Wolf Man Archives (7 min.) posters en setfoto’s van de prent op het kleine scherm getoverd.
De tweede disk laat drie nagelnieuwe featurettes op de kijker los. In
From Ancient Curse to Modern Myth (10 min.) wordt uit de doeken gedaan hoe scenarist Curt Siodmak nagenoeg in zijn eentje de mythologie van de weerwolf uit zijn duim zoog.
Pure in Heart (37 min.) blikt vervolgens terug op leven en carrière van acteur Lon Chaney Jr.
He Who Made Monsters (25 min.) geeft dan weer een terecht podium aan de geniale make-upartiest Jack Pierce, die tal van Universal-monsters vorm gaf.
CONCLUSIE
The Wolf Man is het laatste klassieke Universal-monster dat het witte doek haalde, maar ook het minst tot de verbeelding sprekende. Een by-the-numbersscenario, een desolate regie en weinig inspirerende vertolkingen jagen enkele bijna-fatale zilveren kogels door de film. Enkel het altijd uitstekende production design en de inspanningen van de technische ploeg staan garant voor lichtpuntjes, zij het niet voor een volle maan. Beeld en geluid zijn vrij goed voor hun leeftijd en ook de extra’s mogen er best wezen. Zeker de gloednieuwe featurettes zijn uitstekend.