Regie: John Musker & Ron Clements
Met: Scott Weinger, Robin Williams, Linda Larkin, Jonathan Freeman, Frank Welker, Gilbert Gottfried, Douglas Seale
Deze bewerking van het klassieke "sprookje van 1001 nacht" voert ons naar de Arabische stad Agrabah, ten tijde van de sultans. Een jonge straatdief, Aladdin (Scott Weinger), probeert er samen met zijn aap Abu (Frank Welker) uit de klauwen van de paleiswacht te blijven, telkens hij weer wat uit een kraampje heeft gepikt. Zoals het een behoorlijke held betaamt heeft deze dief echter een hart van goud, en is niet te beroerd om zijn gestolen etenswaren te delen met diegenen die het nóg slechter hebben dan hijzelf - het Robin Hood-syndroom, dus. Op de markt ontmoet hij kroonprinses Jasmine (Linda Larkin), die incognito het paleis is ontvlucht omdat haar vader, de sultan (Douglas Seale) haar volgens de wet binnen drie dagen, wanneer ze meerderjarig wordt, moet uithuwelijken. Voor de rij snoevers die zich totnogtoe is komen presenteren haalt ze zeer ostentatief - en terecht - haar neus op. De jongen is op slag verliefd, maar uiteraard geen geschikte partij voor nobel bloed. Aladdin trekt de ongezonde aandacht van de grootvizier van de Sultan, Jafar (Jonathan Freeman), die meent dat de jonge kerel eindelijk dié met een zuiver hart is waar hij al zo lang op wacht. Enkel een rechtschapen persoon kan namelijk in de Cave of Wonders een magische lamp halen, waarin een Geest (Robin Williams) woont die voor de eigenaar drie wensen vervult. Nutteloos om te zeggen dat de kwalificatie "zuiver van hart" niet op de machtsgeile grootvizier kan slaan, die maar wat graag de sultan zou wippen om zijn plaats te kunnen innemen. De naïeve Aladdin wordt door Jafar voor zijn karretje gespannen, maar op het einde van de rit is hij het die uiteindelijk de lamp in zijn bezit heeft. De hyperkinetische Geest openbaart zich aan Aladdin, en wanneer hij doorheeft wat voor een macht hij hiermee kan uitoefenen, draagt hij de Geest op om hem te transformeren tot een afgeborstelde en schatrijke prins. Uiteraard wordt dit gegeven gevolgd door een zedenles van hier tot in Tokio over hoe uiterlijk minder belangrijk is dan innerlijke schoonheid en moed, de kwaliteiten van de jongen waar het meisje uiteindelijk wél voor valt.
Alhoewel de film een schoolvoorbeeld van een klassiek geënte gezinstekenfilm is, zette Aladdin toch de trend voor één belangrijke innovatie: het laten inspreken van tekenfilmstemmen door bekende personages. Acteur Robin Williams, bekend van zijn onuitputtelijk improvisatietalent, met zijn stijl die bubbelt als een overkokende frietketel, voorziet de Geest niet alleen van een stem, maar ook van een attitude waarmee de animatoren hun wildste fantasieën kunnen botvieren. De niet aflatende spraakwaterval van de Geest werkt als een perfecte bliksemafleider om te verhullen dat je zonder zijn personage eigenlijk een redelijk banaal liefdesromannetje overhoudt, met de altijd weerkerende en oeverloos herkauwde karakters zoals een held die in zichzelf moet leren geloven, zijn onmogelijke liefde die duidelijk de broek draagt en de tot op het merg verrotte schurk en zijn psychotische sidekick. Dus kan het bijna niet anders dat alleen Williams overeind blijft om de show te stelen. De Geest morpht van de éne in de andere vorm, van Franse visser en schaap over quizmaster tot bijtje (compleet met de voorspelbare "just bee yourself"-grap), dat het een lieve lust is, en soms gaat de actie zó snel dat je onmogelijk alle tongue-in-cheek humor na één kijkbeurt meehebt. Misschien is dit moordtempo dat ook wel het enige wat ons ervan weerhoudt om de film een maximale score toe te kennen; maar Aladdin is een wervelend spektakel met zeer catchy songs (we zitten al zelf een halve dag "Prince Ali" te neuriën, en we kunnen maar niet stoppen!), solide animatie en misschien wel de beste art direction van alle Disneyfilms.
Enerzijds heb je de half-cartooneske vormgeving van de gebouwen en karakters, en anderzijds uitwassen aan beide zijden, waarbij Aladdin en Jasmine als redelijk normaal uitziende personen worden geanimeerd, wat dan weer helemaal niet kan gezegd worden van de slangachtige Jafar of Sultan Biertonnetje. Daarnaast slagen de animatoren er zelfs in om een tapijt karakter mee te geven, door zijn flochkes op te waarderen tot ledematen! Ook de transformatie van de guitige Geest tot zijn meer angstaanjagende verschijningsvorm wanneer Jafar de lamp in zijn bezit krijgt, benadrukt mee de evolutie van de verhaallijn, wat de coherentie alleen maar ten goede komt. De film was ook het ultieme werkstuk van liedjestekstschrijver Howard Ashman, die samen met componist annex levende legende Alan Menken de score schreef, maar overleed aan aids vóór de film vervolledigd was. Ashmans bijdrage - onder meer de tekst van de openingssong Arabian Nights - is exemplarisch voor het talent dat begin jaren '90 in de Disneystal onderdak had gevonden.
Het is alleen jammer dat Disney de laatste jaren de gewoonte heeft ontwikkeld om hun kwaliteiten iets té nadrukkelijk te willen onderstrepen, en vooral er de laatste cent uit te willen persen. Aladdin werd bijvoorbeeld opgevolgd door maar liefst twee cheapquel-producties The Return Of Jafar en Aladdin And The King Of Thieves, waarin zowat tegen elke mogelijke regel gezondigd wordt, zoals de transfer van de bemoeizieke papegaai Iago van het slechte naar het goede kamp. En alsof dat nog niet genoeg was, volgde er ook een bijzonder goedkoop ogende tv-reeks, met slappe koffie-verhaaltjes, slechte animatie en bedroevend weinig inhoud, zeker vergeleken met dit origineel. Eén van onze wensen voor de Geest zou alleszins zijn dat we al die uitgemelkte franchise even in een hoekje van onze geest konden verdrukken alsof ze nooit bestaan hadden, dan konden we des te meer opnieuw en opnieuw genieten van het origineel.
Over het geluid is iets meer te zeggen. Bij The Lion King werden we aangenaam verrast door de toevoeging van, naast de gebruikelijke Engelse en Nederlandse Dolby Digital 5.1-tracks, een speciale Disney Enhanced Home Theatre (DEHT)-remix, uitgevoerd in DTS, die scènes zoals de stampede nog eens extra goed uit de verf deed komen. Ook deze Aladdin bevat naast de standaard 5.1-mix ook een DEHT-track, die echter uitgevoerd is in "slechts" Dolby Digital 5.1. De verschillen tussen de twee tracks zijn wel gevoelig hoorbaar: de subwoofer wordt veel actiever aangesproken, de achterkanalen zijn relatief een stuk luider geworden, waardoor effecten zoals de echo's in de Cave of Wonders natuurlijker klinken. Ook de muziek klinkt voller en allesomvattender. Deze mix is zó indrukwekkend dat we ons feitelijk afvragen waarvoor men nog een originele Dolby Digital 5.1-mix heeft toegevoegd. Als uw apparatuur capabel is om Dolby Digital af te spelen, zal U immers automatisch voor de betere van de twee tracks kiezen. Voeg daarbij nog eens de aanwezigheid van een voor ons compleet nutteloze Portugese 5.1-track, en we komen tot de conclusie dat men misschien beter had gekozen voor een de originele Dolby Digital 5.1-track, en de DEHT-track beter had opgewaardeerd naar DTS. The Lion King bewijst dat zoiets mogelijk is.
Maar zonder te vergelijken met andere Disney-uitgaven is de DEHT 5.1-track toch wel een geluidstrack die waardering verdient: een erg breed audiospectrum met veel details, perfecte balans, zuiver klinkende muziek en veel dynamiek. Het is echter het extensief gebruik van de subwoofer dat bij ons het meeste enthousiasme heeft losgemaakt: het gerommel dat opborrelt wanneer de Cave of Wonders verandert in een kolkende lavapoel en Aladdin de benen (of liever, het tapijt) moet nemen is zodanig uitgebalanceerd en doordacht dat we menen dat dit wel één van de beste voorbeelden van een goed subwoofergebruik moet zijn dat we ooit hebben mogen aanhoren.
Mogen we dan toch één puntje van kritiek geven? Eéntje maar? Wel, we vinden de ondertitelde vertaling van de liedjes het origineel en de taalspitsvondigheid van Ashman en Menken helemaal geen eer aandoen. Maar hoe kan je nu als vertalertje iets betekenen in de schaduw van dergelijke woordkunstenaars?
Perfecte score, daar heb je het. Ongeveer alles wat je wenst - en geloof me, dat is méér dan wat je met drie wensen kan bereiken - is op deze disc aanwezig. De menu's zijn netjes en thematisch mooi aangepast, en uit de dvd-release van The Lion King heeft men onder meer de les getrokken van niet te vaak dezelfde filmpjes onder te brengen in verschillende categorieën. Net zoals bij de UK-versie van Atlantis, The Lost Empire is er op beide discs ook een lineair menu aanwezig, zodat mensen die al die geanimeerde menu-toestanden maar niks vinden, gemakkelijk datgene op kunnen zoeken wat ze willen.
Laat ons nu de extra's eens in detail bekijken, en beginnen doen we op disc 1. Naast de gebruikelijke navigatieschermen voor beeld en geluid worden we in de sectie "Backstage Disney "getrakteerd op twee interessante audiocommentaren, ééntje met het regisseursduo John Musker/Ron Clements, geassisteerd door co-producente Amy Pell, die meer de verhaaltechnische aspecten van de film belicht, en eentje met een viertal hoofdanimatoren, die uiteraard meer weten te vertellen over de technische aspecten. Beide tracks zijn desgewenst voorzien van Nederlandse ondertiteling. Daarnaast is er een mogelijkheid om het ondertitelspoor te vervangen door Pop Up Fun Facts, een reeks wetenswaardigheden en anekdotes over de film. Hier zijn we al minder over te spreken, want de klojo die heeft besloten om deze op het scherm te laten verschijnen in zo'n koeien van blauwe letters, dat de eigenlijke film nog nauwelijks te zien is, verdient een trap onder zijn portemonnee.
Al het bonusmateriaal dat betrekking heeft op verwijderde scènes staat op deze disc. In de sectie deleted songs leren we dat er nog heel wat meer liedjes in de pijplijn zaten, waarvan de meeste uiteindelijk niet werden gebruikt omdat één cruciaal karakter, de moeder van Aladdin, ter elfder ure uit de rolbezetting werd verwijderd. Samen duren deze liedjes 14 minuten, inclusief een woordje uitleg waarom ze verwijderd werden, en ze worden begeleid met enkele storyboards uit een vroeg stadium. Ook is er een play all-functie voorzien. Voor een analoge opzet wordt gekozen in de sectie deleted scenes, twee stuks, goed voor zes minuten. Deze omvatten een alternatieve versie van de ontmoeting tussen Aladdin en Jasmine en een scène waarin Aladdin zich, tot ongenoegen van zijn moeder, gedraagd als een verwaande pacha.
De sectie Music & More wordt opgedeeld in twee secties. In music video's zien we tal van muziekvideo's alsook wat making-of materiaal daarover. Eerst en vooral werd voor de gelegenheid de verwijderde song Proud Of Your Boy volwaardig ingezongen door Clay Aiken (2 min.). Je kan deze scène ook beluisteren in de DEHT-mix, of voorzien van de originele conceptuele storyboards, en werd er nog een 3 minuten durende behind the scenes-filmpje toegevoegd waarin eer wordt bewezen aan de componist, de overleden Howard Ashman. Over de tweede song zijn we minder te spreken: media-parvenu's Jessica Simpson en Nick Lachey, vaste cast van een Amerikaanse realitysoap van het allerlaagst denkbare niveau, hebben een compleet overbodige coverversie van A Whole New World mogen opnemen, en noch deze versie (4 min.), noch het vier minuten durende begeleidende filmpje dat één langgerekt staaltje van verwaande egotripperij is, konden ons bekoren; integendeel, we zaten met onze mond vol tanden van verbazing bij zoveel stroperige troep, en dat ze daarenboven nog eens vier minuten mogen komen kakelen en daarbij bewijzen hoe dom ze feitelijk zijn, is echt van het goede te veel. Dergelijk staaltje van wansmaak kunnen we enkel bestraffen met opnieuw aftrekking van een half punt, in de hoop dat men zoiets NOOIT meer doet. De originele song van Regina Belle & Peabo Bryson (4 min.) vinden we gelukkig in de volgende sectie, en toont aan het echtpaar Lachey-Simpson nog maar eens aan waarom men met zijn poten van de klassiekers moet blijven. Een welkome toevoeging naast de muziekvideo's is de Disney Song Selection (11 min.) waarbij je de 5 voornaamste muzikale nummers uit de film apart of achter elkaar kan bekijken met de originele Engelse lyrics, wat al veel goedmaakt.
De disc wordt afgesloten met een - eigenlijk overbodige - preview van wat er op disc 2 te vinden is, maar dat gaan we nu dadelijk voor U uitpluizen.
Bij het instoppen van de tweede disc krijgen we de keuze tussen een index en thematische menu's. De spelletjes zijn bovendien duidelijk gescheiden van het ernstigere bonusmateriaal, wat we een pluspunt vinden.
Laten we maar met de Games And Activities beginnen, dan zijn we daarvan verlost. De spelletjes zijn geïntegreerd in het menuscherm, en worden telkens ingeleid door een kibbelend stel, Jafar en Iago die in de zwarte lamp gevangen zitten. Deze spelletjes zijn Engels of Nederlands gesproken maar niet ondertiteld. De eerste feature is een Virtual Magic Carpet Ride, een spelletje waarbij je vragen moet beantwoorden en daardoor telkens beloond wordt met een eindje vlucht op het tapijt, hopelijk voor jou richting Jasmine. Hierbij is de leukste verrassing dat je onderweg hulp krijgt van een paar verdwaalde Disneyfiguren die feitelijk in andere films thuishoren, zoals Timon de meerkat uit The Lion King. We vinden deze keer dit beter uitgevoerd dan bij het gros van de soortgelijke spelletjes. Bij Inside Genie’s Lamp geeft Iago je een rondleiding in de verrassend ruime vertrekken van de Geest. Je kan ofwel een zes minuten durende tour volgen, of zelf op ontdekkingstocht gaan. Met het 3 Wishes Game gaat het weer de verkeerde kant op: als je een munt in de mond van een Jafar-automaat kan gooien, mag je een wens doen. Leuk voor ongeveer 30 seconden. Op The Genie World Tour, (3 min.) krijgen Jafar en Iago een postkaart toegestuurd van op zijn wereldreis, waarbij die "toevallig" op allerlei bekende plaatsen passeert waar Disney franchises open heeft. Leuk om eens te zien maar meer niet.
De sectie Backstage Disney is veel meer waar we op te wachten zaten. Deze sectie bestaat uit vier onderdelen, waarbij de eerste, de documentaire A Diamond In The Rough: The Making Of Aladdin van maar liefst 110 minuten ons het meest onder de indruk heeft gebracht. Deze documentaire wordt ingeleid door eminent filmkenner Leonard Maltin, en geheel in de geest van de film krijg je de keuze tussen drie mogelijkheden om deze documentaire te bekijken: een "à la carte" voorstelling, waarbij je na elk stukje hoofddocumentaire kan kiezen welke extra features je nog wil bij bekijken, een play all-optie waarbij je twee uur lang kan genieten van een kwalitatief uitstekende documentaire, of een lineaire index. De allesomvattende documentaire deed ons qua opzet heel erg denken aan die op de Star Wars Trilogy bonusdisc, en gelukkig is deze inhoudelijk even goed gestoffeerd. Dit is wat we eigenlijk op elke Disneyfilm zouden willen terugvinden, en is de voornaamste reden waarom we zo'n hoge score voor de extra's toekennen.
Maar dan is het nog verre van afgelopen. Een iets kortere documentaire Alan Menken: Musical Renaissance Man is een twintig minuten durend eerbetoon aan Alan Menken en zijn overleden collega Howard Ashman, de voornaamste voortrekkers die Disney begin jaren '90 uit de gracht trokken met hun meermaals gelauwerd werk. Ook in The Art of Aladdin, de gallerij met conceptuele tekeningen en verlaten denkpistes heb je de keuze tussen een rondleiding door regisseurs Musker en Clemens (9 min.), of het manueel rondbladeren in een redelijk uitgebreide galerij schetsen met decors, karakters, achtergronden en diens meer. De laatste sectie, Publicity, omvat onder meer een sectie met al dan niet gebruikte posters, foto's uit Aladdin-gerelateerde themaparkattracties, en trailers voor de film zelf en de twee sequels, Aladdin And The King Of Thieves en The Return Of Jafar.