QUIZ SHOW
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2005-09-28
FILM
Voor zij die het nog niet wisten: televisie is niet meer of niet minder dan de reïncarnatie van Satan. Een verderfelijke amusementsmachine, volgestouwd met ongrappige sitcoms, misdaadseries met een moreel onaanvaardbaar moordgehalte en afmattende quizzen voor dommeriken. Hét gedroomde instrument dus om de kneedbare man of vrouw of kind na een drukke werk/school-dag naar de duistere zijde te doen overhellen. Bovenstaande boutade mag dan wel dik in de verf gezet zijn, er schuilt een kern van waarheid in. TV-producers gaan dikwijls erg ver om aan de wensen van een veeleisend publiek tegemoet te komen. Ze schrikken hierbij vaak niet terug van een gezonde dosis manipulatie en andere beïnvloedende praktijken. Ze flirten voortdurend met de grens van het al dan niet toelaatbare. En wie denkt dat dit vooral een symptoom is van het 'Big Brother'-tijdperk, heeft het mis. Dat bewijst Robert Redfords nostalgische doch kritische kijk op een geruchtmakend televisieschandaal uit de jaren vijftig:
Quiz Show.
De quiz waarop de titel alludeert is
Twenty-One, het populairste televisiespelletje van 1957, uitgezonden door de Amerikaanse tv-gigant NBC. Meer dan veertig miljoen mensen zitten wekelijks aan de buis gekluisterd om te zien wie van de twee kandidaten de aartsmoeilijke vragen correct zou beantwoorden en als eerste de kaap van 21 punten zou ronden. Producent Dan Enright is dolblij met het succes van zijn show, maar kan het niet aanzien dat de onsympathiek ogende jood Herbert Stempel week na week wint, waardoor de kijkcijfers stagneren en de onvrede van sponsor Geritol toeneemt. Maar Enright heeft een plan. Hij overtuigt Stempel om bewust een fout antwoord te geven, zodat Charles Van Doren, een jonge, mediagenieke telg uit een roemrucht schrijversgeslacht, de fakkel van kampioen kan overnemen. Al snel heeft Stempel spijt van zijn beslissing. Hij licht het Congres in over fraude bij
Twenty-One en zet zo een diepgravend onderzoek naar TV-ethica in gang. De pas afgestudeerde ambitieuze advocaat Dick Goodwin is vastbesloten de zaak wereldnieuws te maken: hij wil als het ware TV zelf voor de rechter slepen. Maar staat zijn vriendschap met Charles van Doren een objectieve benadering in de weg?
De plot van
Quiz Show mag dan op het eerste zicht intrigerend zijn, veel ruimte voor spanning en creatieve inventiviteit lijkt ogenschijnlijk niet aanwezig. Maar zoals het spreekwoord terecht opmerkt: schijn bedriegt. De prent bulkt namelijk van de goed uitgewerkte, filmische ideeën, bouwt moeiteloos een nagelbijtende spanningsboog op en vergeet tussendoor niet om ongedwongen, intelligente opmerkingen te maken over mens en maatschappij. Dit is geen omhooggevallen drama met overacterende personages, elitaire verhaallijnen of een met enerverende arrogantie doorspekte moraal. Integendeel. Als je alle ingrediënten mocht opsommen die een entertainende, spannende, belangrijke, uitmuntende film behoort te bezitten, zou je zonder twijfel uitkomen bij het recept voor
Quiz Show. De lof mag gericht worden aan iedereen die aan de productie zijn steentje heeft bijgedragen, zonder uitzondering, maar toch zijn er een aantal sleutelmensen wiens bijdrage primordiaal was in het slagen van de film.
In de eerste plaats is dat Paul Attanasio, die hier het scenario van zijn leven schrijft. Zijn script misstaat niet tussen universeel verafgode klassiekers als
Chinatown,
Citizen Kane of
The Apartment. Attanasio heeft de gave om ideale filmpersonages te scheppen: net anders genoeg om interessant te zijn voor het kijkersvolkje, maar ook met genoeg karakteristieken om er een deel van jezelf in te herkennen. Bovendien geeft de scenarist elk van zijn karakters een eigen stem mee. Met de ogen dicht kan je weten wie op welk moment spreekt, of het nu in erudiete volzinnen is of in volkse werkerstaal. En welke woorden rollen van hun lippen! Subtiele zinnen, volgestouwd met onzichtbaar verpakte expositie. Hartverscheurende ontboezemingen, bulkend van pathos. En altijd, als een rode draad door de exquise dialogen, is er een soms ontwapende, soms duivels venijnige humor. Maar de genialiteit van Attanasio beperkt zich niet tot woorden en personages. Zijn script bevat geen enkele overbodige scène, kiest zorgvuldig de momenten uit waarop belangrijke plotwendingen geschieden. Het graait je vanaf de eerste seconde bij de keel en laat je pas ruim twee uur later los. Als het scenario het fundament is waarop iedere film steunt, dan is dat van
Quiz Show van het betrouwbaarste beton gemaakt.
Het goede nieuws eindigt echter hier niet. Ook de technische kant van de prent werd met veel oog voor detail verzorgd. Michael Ballhaus, een director of photography uit de duizenden, haalt bijvoorbeeld de beste instrumenten uit zijn trukendoos boven. Liefdevol licht hij acteurs en decors uit in een warme, kleurige gloed, die je stante pede doet terugdenken aan de zorgeloze jaren vijftig. Als meester van de camerabeweging sleurt hij je bovendien moeiteloos het verhaal in, zelden opvallend, maar steeds genoegzaam en subtiel manipulerend. De muzikale score van Mark Isham treedt eveneens zelden op het voorplan, maar staat er op de belangrijke momenten. De componist lijkt ook de less-is-more aanpak genegen te zijn en gekoppeld aan een aantal herkenbare deuntjes uit de fifties resulteert dit in een prima uitgebalanceerde soundmix. Kostuumdesigners en decorbouwers spaarden daarenboven kosten noch moeite om het tijdvak realistisch naar het witte doek te vertalen. Kers op de taart is de intelligente montage, die keer op keer de honger naar meer aanwakkert en alle 127 minuten van de film aan sneltreinvaart voorbij doen denderen.
Quiz Show is trouwens ook gezegend met een cast om U tegen te zeggen. De pivotale rol van advocaat Dick Goodwin wordt bijvoorbeeld met verve vertolt door Rob Morrow. Soms is het doorbijten om zijn Bostons accent te doorgronden, maar wie zich de moeite getroost, ontdekt een herkenbaar, door ambitie gedreven personage. Morrows karakter verschilt trouwens weinig van Ralph Fiennes' Charles Van Doren, in de zin dat beiden een kans grijpen als die zich aandient. Enkel de morele achtergrond van hun keuzes maakt een verschil. Hierin ligt wellicht de verklaring waarom Fiennes en Morrow zo’n prima on-screen koppel vormen. Van Doren wordt door Fiennes enigmatisch en lichtelijk naïef neergezet, soms op het randje van een karikatuur, maar juist daarom werkt zijn redelijk antipathieke karakter nooit wrevel op. Een prachtig moment is bovendien de scène waarin Van Doren zijn quizbedrog opbiecht aan zijn vader (een fabuleuze, oscargenomineerde Paul Scofield). De sequentie is doordrongen van alle emoties die een mens op momenten van introspectie kan doorlopen en weerlegt grandioos de kritiek als zou
Quiz Show een cerebrale, kille film zijn. Verder zijn alle nevenrollen tot in de perfectie gecast, van David Paymers gladde producer tot de amusante cameo van Martin Scorsese als de grote baas van Geritol.
Vele lofbetuigingen uitte ik al, maar de belangrijkste naam heb ik voor het laatst opgespaard. Producent-regisseur Robert Redford bewijst met
Quiz Show immers iets wat de kenners reeds lang wisten: hij is een schitterend acteur, maar zijn ware roeping ligt in regie. Niet alleen weet hij de plot op een fascinerende wijze aan de kijker te verkopen, de beste prestaties uit zijn acteurs te halen en moeiteloos een film te creëren die niet enkel intelligent maar ook entertainend is. De cineast pompt bovendien een forse lading subtext de prent in, waardoor die niet enkel het relaas brengt van een quizschandaal, maar een metafoor vormt voor het einde van de Amerikaanse onschuld. De film opent immers met Rob Morrow, die op de radio van zijn gloednieuwe wagen naar de tonen van Spoetnik luistert. Het begin van een Koude Oorlog die de V.S.A. en de hele wereld decennia lang in een versmachtende greep zou houden. Het is Redfords verdienste dat hij de boodschap er niet inramt, maar op natuurlijk wijze aan de kijker overdraagt.
De jaren negentig hebben kortom flink wat uitmuntende films geproduceerd, maar slechts weinigen bezitten de impact, het vakmanschap en de artistieke kwaliteiten van
Quiz Show. Het is wat mij betreft een van de meest onderschatte films van de voorbije decennia, onterecht getypecast als een prent met inhoud maar zonder plezier. En waar ik in 1994 nog had moeten zeggen dat Robert Redfords productie een schitterende film is waarvan de ware grootsheid pas door meerdere viewings en na verloop van tijd naar waarde te schatten zou zijn, kan ik in 2005 een absoluter oordeel vellen. Het verdict luidt dat
Quiz Show met de jaren enkel maar beter is geworden en nu in de categorie van de allergrootsten valt. De categorie waarin zelfs een perfecte tien op tien een understatement is.
BEELD EN GELUID
Zowel beeld als geluid staan in goede, zij het niet fabuleuze, vorm op deze disc. Op visueel vlak valt vooral op hoe edge enhancement de scherpte iets te fel opdrijft en hoe de print niet vrij is van occasionele beschadigingen en grain. Anderzijds wordt het warme kleurenpalet van Michael Ballhaus knap weergegeven en zijn zwartniveaus en contrast dik in orde. Samengeteld levert dat een degelijke score op, zonder meer.
Quiz Show is een film die het voorhaal voornamelijk via dialogen vertelt en dus krijgt de 2.0-mix weinig kans om het volledige boxen-spectrum te vullen. Toch is er voor het overige weinig op te merken over het geluid, in negatieve noch positieve zin. Kwaliteit zonder klasse, zullen we gemakshalve zeggen.
EXTRA'S
Niets. Noppes. Nougabollen. Zelfs geen trailer. Een schande is het dat een film van dit kaliber nog geen Special Edition heeft gekregen!
CONCLUSIE
Quiz Show is een van de meest onderschatte prenten van de voorbije decennia, die hopelijk snel aanzien zal worden voor de klassieker die hij is. Met Robert Redford als artistiek brein, het schitterende scenario als verstand en de uniform excellente prestaties van de acteurs als hart, is dit een film die geen cinefiel aan zich voorbij mag laten gaan. Beeld en geluid zijn OK, maar konden beter, terwijl extra's helaas compleet ontbreken.