LIFE AND DEATH OF COLONEL BLIMP, THE
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2007-01-15
Deze film maakt deel uit van de negendelige The Powell and Pressburger Collection, waartoe ook nog 49th Parallel, A Canterbury Tale, I Know Where I'm Going, A Matter Of Life And Death, The Red Shoes, The Battle Of The River Plate, Ill Met By Moonlight en They're A Weird Mob behoren. Recent verscheen een update van deze boxset die Black Narcissus en Tales Of Hoffman toevoegt aan de collectie.
FILM
Na het succes van
49th Parallel, en gesterkt door een innige band die op korte tijd tussen de twee was gegroeid, besloten regisseur Michael Powell en scenarist Emeric Pressburger vaker de handen in elkaar te slaan. Het duo stampte een eigen productiefirma uit de grond, 'The Archers', waarmee ze eigenzinnige, actuele en publieksvriendelijke prenten wilden maken. In 1942 resulteerde dat in
One Of Our Aircraft Is Missing, een spannende oorlogsfilm die opnieuw de box office deed rinkelen en voor het eerst Powell en Pressburger gezamenlijk credit gaf als producent, scenarist en regisseur. Hun faam was op amper 24 maanden zo gegroeid, dat ze voor hun derde samenwerking een budget van maar liefst £150.000 – een reusachtig bedrag in 1943 – wisten bijeen te harken voor een prestigieus epos over een gerespecteerde militair. Die film, hun eerste in Technicolor, zou hen definitief tot het pantheon van Britse filmmakers verheffen:
The Life And Death Of Colonel Blimp.
In eerste instantie lijkt de film nochtans niet meer dan een luchtig tussendoortje, met een zwierig ballet van motorfietsen, goedgehumeurde soldaten en de enthousiaste raid op een Turks badhuis. Daar overvalt een jonge rekruut een humeurige zestiger met walrussnor en bolle buik, Clive Candy, alias de titulaire kolonel. Na een misplaatste belediging schiet Candy echter in een colère, waarna de prent ons veertig jaar terug in de tijd transporteert, naar 1902, toen de kolonel nog een ranke twintiger met libido op overschot was. Hij bevindt zich in Berlijn om een opruiend artikel over hem te wreken en belandt zo in een geciviliseerd zwaardduel met Theo Kretschmar-Shuldorff, een Duitse militair. De twee worden haast meteen de beste vrienden. Zelfs als de bloedmooie Edith een wig tussen hen lijkt te drijven, vertoont hun vriendschap niet de minste barst.
We ontmoeten het duo ruim 16 jaar later voor een tweede keer, op het einde van de Eerste Wereldoorlog. Clive, die de met Theo getrouwde Edith nooit uit zijn hoofd heeft kunnen zetten, loopt een verpleegster tegen het lijf die haar evenbeeld is en trouwt met haar. Theo is krijgsgevangen genomen in Engeland, maar wordt na de wapenstilstand uitgenodigd in Clives huis. Die behandelt hem niet als een vijand, maar als een goede vriend die opbeuring nodig heeft na een desastreuze krijg. De frivoliteit van het eerste uur heeft inmiddels plaats gemaakt voor nostalgie naar een manier van oorlog voeren die sportiviteit en eerbied hoog in het vaandel droeg en die na W.O. I op zijn laatste benen lijkt te lopen. Theo beseft dat langzamerhand, maar Clive zit nog vastgeroest in het Britse Imperialistische gedachtegoed.
Anno 1940 is hij nog geen steek veranderd. Hoewel de Nazi's een vuilere en gemenere oorlog dan ooit voeren, is de Tweede Wereldoorlog voor hem niet meer dan een zoveelste conflict. De Duitsers zijn voor 'Blimp' geen vijanden, maar vrienden met wie er een meningsverschil is. Zijn naïeve visie komt hem op ontslag uit het leger te staan. Het is aan Theo, die goede oude Theo, om hem duidelijk te maken hoe oorlog veranderd is de voorbije veertig jaar en hoe er voor de onschuld die Clive propageert geen plaats meer is in de tweede wereldbrand. Maar helemaal overtuigd is Clive Candy niet: hij leeft liever met de nostalgie naar vroeger, dan volkomen de realiteit van de dag te aanvaarden, ook al beschimpt en bespot men hem daarvoor.
In tegenstelling tot hun twee vorige oorlogsfilms is
The Life And Death Of Colonel Blimp geen simpel propagandamiddel. Integendeel zelfs. De prent lijdt aan hetzelfde syndroom als Clive Candy: hij verbant de gruwelijke realiteit en vervangt ze door een idyllisch droombeeld van quintessentiële Britsheid. Dit is een uiterst geciviliseerde film, die – letterlijk – niet in zwart en wit denkt, maar schakeringen ontwaart in karakters en conflicten. Het personage van Theo – magistraal vertolkt door Anton Walbrook – is een Duitser, maar wellicht ook de meeste nobele man op het scherm. In 1943 was dat geen evidente keuze – premier Churchill poogde
Blimp zelfs te bannen uit cinema's – maar Powell en Pressburger durven de nuancering aan. Ze schetsen dan ook een intelligent portret van de evolutie van moderne oorlogvoering, hierbij zowel Hitler als de geallieerden een veeg uit de pan gevend voor de brute baldadigheid waarmee beide partijen tegenover elkaar stonden.
The Life And Death Of Colonel Blimp is daarom geen film die pacifisme preekt – hij is zelfs vol lof over het leger als instituut – maar eentje die rationaliteit boven alles aanprijst.
De boodschap is dus sterk in Powell en Pressburgers derde samenwerking, en ze resoneert nog steeds voor een modern publiek, maar de grote stap voorwaarts in hun carrière wordt voornamelijk verwezenlijkt door de visuele stijl.
Blimp is immers een pareltje om naar te kijken. Niet alleen omwille van de glorie van 3-strip Technicolor, die ieder frame stralend van het scherm doet spatten, maar ook omwille van de visuele bravoure van het regisseursduo. Powell en Pressburger tasten de mogelijkheden van het medium voortdurend af en schuwen daarbij het experiment niet. Tijdens een zwaardduel zweeft de camera opwaarts, tot hij door het dak breekt en ons een weemoedig winters Berlijn toont. Bruusk verschijnende wildtrofeeën aan de muur maken de regelmatige sprongen in de tijd tot innovatieve netvliesprikkels. En het gebruik van kleur, cameravoering en licht om een emotionele speech van Walbrook – één lange, volgehouden close-up – te ondersteunen. Geholpen door een onovertroffen technisch team van cameramannen, decorbouwers en kostuumontwerpers, evolueren de filmmakers voor de ogen van de kijkers van getalenteerde vakmensen naar visionaire beeldkunstenaars.
En dan de cast nog. Mijn God, wat brengen Powell en Pressburger een fenomenale cast bijeen. Als de titulaire kolonel is Roger Livesey een revelatie. Met verfrissende zelfzekerheid dartelt hij over het scherm. Het enthousiasme dat hij in het verhaal aan zijn medekarakters overdraagt, straalt ook over op de kijker. De transformatie van viriele twintiger, via oprechte veertiger, naar verontruste zestiger weet hij bovendien succesvol te realiseren, mede dankzij het prima werk van het make-upteam. In drie verschillende rollen is ook Deborah Kerr in uitstekenden doen. De actrice – van wie ik me in haar lange carrière geen enkele slechte rol kan herinneren – zet telkens een distinctief ander karakter neer en is zo overtuigend dat je soms met de ogen knippert om te kijken of zij het echt wel is. Maar dé topattractie is eens te meer Anton Walbrook. Met verfijning en gracieuze moed zet hij Theo neer. Niemand in de film weet je zo te ontroeren als hij. Niemands nobele karaktertrekken zou je meer willen bezitten dan de zijne. In kleinere rollen mag bovendien ook de Schot John Laurie vermeld worden, als de loyale kompaan van Clive Candy.
Meer dan zestig jaar na release overtuigt
The Life And Death Of Colonel Blimp nog steeds als een virtuoze visuele film die ondanks zijn lengte van 160 minuten geen seconde verveelt en nog steeds een relevante boodschap te vertellen heeft. Als het op articiteit en filmkunde aankomt, zijn er bovendien weinig films die de evenknie van deze prent zijn. De ongewone mix tussen humor en ernst zal niet iedereen kunnen bekoren, en de braafheid van de film weerhoudt je er enigszins van om de productie als een onvolprezen klassieker aan te duiden. Het is een prent ook die meerdere visies nodig heeft om de ware klasse ervan te doorgronden. Maar in de carrières van Michael Powell en Emeric Pressburger is dit zonder twijfel de sleutelfilm en voor velen is het – om nostalgische maar ook bewonderende redenen – hun allerbeste.
BEELD EN GELUID
The Life And Death Of Colonel Blimp kreeg voor deze dvd-release een digitale opknapbeurt en ziet er daardoor beter uit dan ooit tevoren. Van printvuiltjes is nagenoeg niets te merken, filmgrain is slechts in geringe mate aanwezig en zowel scherpte als contrast en zwartniveaus scheren hoge toppen. Maar dé kers op de taart is de sublieme weergave van de Technicolorkleuren, die iedere kijkbeurt tot een visueel festijn maken. Het geluid staat in de originele mono-vorm op de disc en kreeg ook een stevige kuisbeurt. Achtergrondruis is niet waar te nemen, de dialogen klinken steeds helder en scherp, en de muziek schalt melodisch uit de boxen. Een dvd-transfer kortom die past bij de status van de film.
EXTRA'S
De belangrijkste extra op de disc is een retrospectieve documentaire, die o.a. cameraman Jack Cardiff, acteur en fan Stephen Fry en Emeric Pressburgers kleinzoon Kevin MacDonald – tegenwoordig zelf een succesvol regisseur van o.a.
Touching The Void en
The Last King Of Scotland - aan het woord laat.
A Profile Of The Life And Death Of Colonel Blimp (24 min.) geeft inzicht in de ontstaansgeschiedenis van de prent, brengt de primaire thema’s in focus en helpt liefdevol de passie voor de film aan te wakkeren. In een
Fotogalerij (2 min.) passeren een paar tiental stills, terwijl een handvol
Biografieën van cast en crew wel info over Michael Powell maar vreemd genoeg niet over Emeric Pressburger bevat.
CONCLUSIE
The Life And Death Of Colonel Blimp is een film waar bitter weinig negatiefs op aan te merken valt. Cast en crew zetten allemaal hun beste beentje voor en leveren een prent af vol visuele bravoure en nostalgische eerlijkheid. Het is een film die echter meerdere visies nodig heeft om ten volle geapprecieerd te worden. Meervoudige kijkbeurten vormen echter geen probleem als je een dvd-transfer hebt die zo glorieus is als deze, terwijl de bonussectie klein maar inzichtvol is. Om een lang verhaal kort te maken: dit is een dvd die niet in je collectie mag ontbreken.