FATELESS
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2007-04-25
FILM
Boedapest 1944: De nazi's bezetten Hongarije. Op straat verschijnen bij decreet de eerste gele sterren. De 14-jarige György Köves (Marcell Nagy) neemt afscheid van zijn vader die is opgevorderd voor slavenarbeid in een werkkamp. György mag niet meer naar school en geeft zich op voor vrijwillige dienst in een baksteenfabriek. Op een ochtend wordt hij met leeftijdsgenoten van de bus gehaald en naar Auschwitz gebracht. Vandaar naar Buchenwald bij Weimar en tenslotte naar een werkkamp in Zeitz (tussen Berlijn en Hannover, net op de grens met het latere Oost-Duitsland). Daar wordt hij in mei 1945 bevrijdt door Amerikaanse troepen op weg naar Berlijn.
Fateless is een verslag over het leven in de concentratiekampen door de ogen van een adolescent, een gewone jongen met gewone ambities, geen held, maar een Jood, door geboorte, onzeker over zijn lot en dat van zijn familie en kampend met de vraag waarom precies hij en niet de andere Hongaarse jongens in z'n klas het zwarte schaap zijn. Want voor de Hongaarse Joden, sinds eeuwen in het land en geassimileerd, is er geen onderscheid. Hongarije is toch Polen niet? En dus verwachten ze zich niet aan eenzelfde behandeling, protesteren ze niet tegen de oproepingsbevelen, verzetten ze zich niet als ze opgepakt worden en weggevoerd. Bovendien: God heeft het zo gewild, of het past minstens in zijn plannen met het uitverkoren volk. Als gelovige Jood denkt György er dus niet aan het lot te tarten. Ook als hem één keer heel duidelijk de kans wordt geboden om weg te komen, blijft hij netjes staan. Hij krijgt een nummer en een slaapplaats toegewezen en werkt lange dagen in de steenfabriek. Het enige vrije moment 's avonds, tijdens de primitieve wasbeurt, net voor het avondeten en het appél, koestert hij als een godgeschenk. Ondanks de honger, de ondervoeding en de fysieke ellende is er dan heel even tijd voor wat afleiding, voor een grapje, een liedje, een dansje. Maar de laatste appél kan de hele nacht duren, als de commandant een slechte bui heeft of wanneer er een aantal gevangenen ontbreken. Dan staan ze vaak met z’n allen in hun dunne streepjespakken in de vrieskou tot de ontsnappers gevonden zijn. Wie omvalt is een vogel voor de kat, wordt geslagen en geschopt, in het slechtste geval meteen afgemaakt.
György krijgt in de barak een slaapplaats naast de Oekraïner Bandi Citrom (Áron Dimény), een iets oudere man met de vast overtuiging de uitroeiing te overleven.
Ooit loop ik weer op de sjiekste boulevard van Boedapest, vertrouwt hij György toe,
en dat moet jij ook hopen, want je zonder doel kan je hier niet overleven. Maar György heeft nauwelijks een doel, zijn vader terugzien misschien, z'n oude schoolkameraden, Boekarest? Langzaam takelt zijn gezondheid af, hij krijgt schurft en luizen, zweren op z'n hoofd en z'n bovenlip, een gezwollen knie na een ongelukkige val. Z'n lichaam is nog louter vel over been, z'n ogen trekken zich terug in zwarte oogkassen. Op een ochtend ligt hij tussen de lijken op de 'dodenkar' richting crematorium. De kar rijdt langs de lange rijen ontkleedde mannenlijken op de grond. In de verte strompelen streepjespakken door de modderpoelen in de richting van de soepbedeling: wortelsoep, dun als water.
Fateless of
Sorstalanság, zoals de film oorspronkelijk heet, is gebaseerd op de gelijknamige debuutroman van de Hongaarse Nobelprijswinnaar voor Literatuur Imre Kertész (2002) over zijn ervaringen in de Duitse concentratiekampen tijdens W.O.II. Bij de publicatie van het boek, in 1975, was de weerklank matig, want de optimistische toon in sommige passages van het werk werd ongepast genoemd en misplaatst. Kertész’ verdediging dat het om de ervaringen van een 14-jarige ging die het concentratiekampleven met andere ogen bekeek als de volwassenen, kon maar weinigen overtuigen. Drie decennia later heeft Lajos Koltai (
Malèna 2000) de precieze toon gevonden om het autobiografische werk van Imre Kertész toch te verfilmen. De regisseur kiest voor een sterk hoofdpersonage. Voor Marcell Nagy (als György) is
Fateless de eerste ervaring met het witte doek. Van een onbezorgde tiener die liever naar z'n buurmeisje gluurt dan het afscheidsgebed voor zijn vader au serieux te nemen, evolueert hij in de loop van 140 minuten tot een getekend slachtoffer van de Holocaust, z’n blik heeft alle warmte en interesse voor de buitenwereld verloren, vanbinnen is hij leeg en dat staat op z’n gezicht te lezen. Z'n prestatie is – voor een veertienjarige – indrukwekkend en beklemmend.
Maar
Fateless is niet alleen kommer en kwel. Koltai gaat zeer voorzichtig om met de humor van Imre Kertész en geeft de minder dramatische en zelfs ronduit grappige momenten een fijnzinnige behandeling tussen de zeer aangrijpende en beklijvende momenten uit deze film, zonder ook maar op één moment de indruk te wekken in de voetsporen te willen treden van
La Vita È Bella (1997) van Roberto Benigni. Beide films hebben overigens nauwelijks raakpunten, niet qua inhoud, noch qua aanpak.
Fateless blijft op elk moment een realistisch en trouw verslag van de feiten, een serieuze en ernstige film, verteld in korte en lange sequenties die van elkaar worden gescheiden door zwart. György Köves geeft zelf commentaar, maar wat ie doet wordt nooit belerend en storend, want de tekst is altijd poëtisch en ingehouden. Andere fragmenten passeren als documentaire collages zonder commentaar en zonder dialogen. Het zijn korte indrukken over de sfeer, de praktische problemen en de pesterijen waarmee de gedetineerden kampen. Lajos Koltai wisselt ze voorzichtig af met langere en meer verhalende scènes die voor het dramatische verloop en de ontwikkeling van het verhaal zorgen. Een paar keer toont de regisseur zeer nadrukkelijk waar het in de vernietigingskampen om te doen was, maar veel meer tijd besteedt hij aan de manier waarop de jonge hoofdrolspeler de dingen ziet, de vriendschap en de solidariteit tussen de gevangenen ervaart en ondergaat, ons toont hoe ze hem van een gewisse dood redden.
Vrij abrupt schuift de regisseur vervolgens het verhaal vooruit in de tijd en zet György op transport naar Boedapest. De oorlog is voorbij en de vijand verslagen. In een compleet platgebrand Dresden, tussen de dakloze en hongerige Duitsers, is hij getuige van het leedvermaak van een overlevende. Zelf raakt het hem nauwelijks.
Je bent veranderd, zegt z'n voormalig vriendinnetje als ze hem een paar dagen later in het trappenhuis van zijn geboortehuis tegen het lijf loopt.
Ik ben al een keer gestorven, zegt de 15-jarige met glazige ogen.
BEELD EN GELUID
Fateless kan aanvankelijk rekenen op de warme bruine kleuren van rijkelijk ingerichte interieurs, de salons en eetkamers van de gearriveerde Hongaarse Joden. Voor de straten kiest hij grijze en afgewassen tinten, want die zijn onveilig. Alleen de sterren vallen duidelijk op tegen de zwarte achtergrond van de lange winterjassen. Na de razzia op de bus verdwijnt de kleur uit het beeld en blijft er alleen zwart-wit met een blauwachtige schijn over als metafoor voor de hopeloosheid. De film staat in z'n originele aspect ratio en de transfer is zo goed als perfect, zowel qua zwart-witcontrasten als scherpte. Er zijn geen digitale artefacten of beschadigingen en ook op grote schermen blijft het beeld uitermate stabiel. Het geluid staat in 5.1 en de achterste geluidskanalen krijgen regelmatig extra impulsen om een opvallend en gevarieerd surroundeffect te creëren. De muziektrack is van de hand van Ennio Morricone, maar Lajos Kostai stopt z'n film niet vol met orkestraal geweld: in de heel lange concentratiekampcollage is de muziek terecht met mondjesmaat aangebracht.
EXTRA'S
De dvd bevat de
Originele Bioscooptrailer en een aantal
Andere Trailers. De
Making of en het
Interview met Lajos Kostai, twee documentaires waarmee Angelsaksische kopers eerder zijn verwend, ontbreken jammer genoeg op deze dvd.
CONCLUSIE
Fateless is een verhaal over de overlevingsstrijd in de Duitse concentratiekampen tijdens W.O.II door de ogen van een tiener. Dat die het allemaal een beetje anders ziet, zal niemand verbazen. Zonder evenwel afbreuk te doen aan de ernst van de misdaden tegen de menselijkheid die in de vernietigings- en werkkampen zijn gepleegd, weet Lajos Koltai van
Fateless een originele productie te maken met een bijzondere kijk op de Holocaust. Het is het bekende verhaal over de gruweldaden, de pesterijen, de onmenselijke mishandelingen en de vernietigende vernederingen, maar altijd via de ogen van een 14-jarige die hun intensiteit niet altijd kan inschatten of er met ongeloof naar kijkt en die op zijn beurt vaak meer oog heeft voor minder belangrijke en zijdelingse aspecten van het kampleven. Eens terug in Boedapest, in een halfverwoeste stad met getekende mensen die zijn ervaringen niet delen, kijkt hij bijna met heimwee terug op z’n verblijf in het kamp, op de zekerheden en het klokvaste ritme dat er heerste, op de ervaringen die wildvreemden er met hem deelden. Het klink onwaarschijnlijk en het is onbegrijpelijk, maar voor sommige overlevenden van de Holocaust is dat een bittere realiteit geweest, tijdelijk, vele jaren lang of gewoon voor de rest van hun leven.