FROST / NIXON
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2009-08-30
FILM
Het lijkt een riskante onderneming om 35 jaar na de feiten een film te maken over politiek gesjoemel in het Witte Huis, vooral wanneer er vergelijkingen mogelijk zijn met het jarenlange bedrog, de folterpraktijken, de illegale acties en de oorlogen van George W. Bush. Als de film Frost/Nixon één ding bewijst, dan is het wel dat het slecht gesteld is met de kritische ingesteldheid van de Amerikaanse burger in het algemeen en met de bereidheid van de Amerikaanse media om ‘s lands hoogste bestuursniveau tegen het licht te houden in het bijzonder. Waar zaten de journalisten van de Washington Post het afgelopen decennium, de opvolgers van Bob Woodward en Carl Bernstein die in een hele reeks artikelen (de zgn. Pentagon Papers) Richard Nixon indertijd aan de galg schreven? Waarom is George W. Bush nooit teruggefloten en kon hij ongestraft het Amerikaanse publiek voorliegen inzake het kernwapenarsenaal van Saddam Hoessein, de zegetocht tegen de Taliban in Afghanistan en de strijd tegen Al Qaida na de aanslagen van september 2001? Hij gooide de goede naam van de ’s werelds eerste democratie te grabbel als gevolg van Abu Graib, Guantanamo en waterboarding, maar nooit eiste de Washington Post, noch de New York Times harde maatregelen. Erger: tot in zijn laatste ambtsjaar kon George W. Bush op de steun rekenen van de Amerikaanse publieke opinie en was het eerder de financiële crisis van 2008 die hem de das omdeed. Richard Nixon moest in 1974 verdwijnen omdat hij had gelogen en omdat hij het Amerikaanse volk had ontgoocheld. Wat is er sindsdien veranderd?
Frost/Nixon is een film over het historische interview van de Britse journalist David Frost met Richard Nixon in 1977, waarin de voormalige Amerikaanse president voor het eerst schuld bekent terwijl hij ten tijde van het zgn. Watergate-schandaal alle betrokkenheid koppig bleef ontkennen. Richard Nixon trad af als president van de Verenigde Staten op 9 augustus 1974. Hij was de eerste Amerikaanse president die tot een dergelijke stap gedwongen werd na stevige aanwijzingen over zijn directe betrokkenheid bij een doofpotoperatie naar aanleiding van onregelmatigheden tijdens de presidentsverkiezingscampagne van 1972. Nixon won die verkiezingen ten nadele van de democratisch kandidaat George McGovern, maar zijn verkiezingscomité werd in verband gebracht met een inbraak in het democratische Watergate-hoofdkwartier waar afluisterapparatuur was geplaatst en waar documenten waren gekopieerd. Nixon ontkende elke persoonlijke verantwoordelijkheid, maar toen bekend raakte dat hij geluidsopnamen over z’n informele gesprekken bijhield, oordeelde het Amerikaanse Hooggerechtshof dat de tapes moesten worden vrijgegeven en toen bleek overduidelijk z’n directe betrokkenheid ondanks het feit dat essentiële fragmenten gewist waren. Nixon hield de eer aan zichzelf toen er sprake was van een zgn? impeachment, een afzettingsprocedure (gesteund door zijn eigen partij), en vertrok.
De Britse schrijver en komiek David Frost was in de jaren zestig en zeventig een bekende televisiefiguur in de Angelsaksische wereld. Vanaf 1962 presenteerde hij het succesvolle satirische BBC-programma That Was The Week That Was en hij brak in 1963 in de V.S. door met een speciale aflevering over de vermoorde president J.F. Kennedy. Tussen 1962-1965 liep op NBC een Amerikaanse versie van That Was The Week That Was en in Australië kon hij op massale aandacht rekenen voor een satirische tv-show. Frost was de enige journalist die er ooit in slaagde om zes Britse eerste ministers op rij te interviewen. Voor zijn serie The Frost Programme (ITV) interviewde hij o.a. premier Ian Smith van Rhodesië (nu Zimbabwe), de stichter van de British Union of Fascists, Sir Oswald Mosley en de eveneens Britse, maar in Ceylon (nu Sri Lanka) geboren financiële fraudeur Emil Savundra; stuk voor stuk programma’s waarmee hij grote bekendheid verwierf aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. Kort na het ontslag van Richard Nixon opperde David Frost het plan om de geplaagde ex-president te interviewen. Z’n voorstel werd op algemeen hoongelach ontvangen. Ondanks z’n grote naam werd Frost in journalistieke kringen niet au serieux genomen, hij was de clown, de satiricus, de simpele televisiepresentator en dus was geen enkel Amerikaans network bereid om z’n interview met Richard Nixon uit te zenden.
Regisseur Ron Howard (
The Da Vinci Code, 2006 en
The Missing, 2003) tekent aanvankelijk een weinig fraai portret van David Frost. Hij schildert hem af als een playboy, een partybeest en een vrouwenjager, speels en oppervlakkig,
maar dat is een dramatische keuze, legt hij uit in het bijgevoegde interview,
om het niveauverschil tussen de intellectueel Richard Nixon en lichtgewicht David Frost beter in de verf te zetten. Michael Sheen (
The Queen, 2006 en
Blood Diamond, 2006) kwijt zich uitstekend van zijn taak om de frivoliteit van het personage tot uitdrukking te brengen. Aan de andere kant plaatst de regisseur Frank Langella (
Superman Returns, 2006) als de gefrustreerde en naar rehabilitatie snakkende Richard Nixon, uitgespuwd door het publiek en beschadigd door de media, wiens entourage in het voorstel van de lichtwegende David Frost een ultieme kans ziet om het imago van de voormalige president voor eens en voor altijd op te poetsen. Vervolgens toont Howard de voorbereidende werkzaamheden van David Frost. Nu hij een toezegging heeft voor een reeks interviews met Nixon gaat hij op zoek naar medewerkers: Bob Zelnick, correspondent van ABC News en professor journalistiek aan het Boston University College, gespecialiseerd in binnenlandse politiek en het Pentagon en James Reston Jr., journalist en op dat moment auteur van drie kritische boeken over Richard Nixon. Maar hun samenwerking met David Frost verloopt moeilijk omdat die vooral bezig is met het verkopen van reclameblokken, met het verleiden van aantrekkelijke vrouwen en het bijwonen van feestjes en ondertussen nauwelijks tijd of interesse heeft voor de inhoud van de nakende confrontaties. Zelnick en Reston vrezen dan ook dat Nixon als een pletwals hun broodheer zal verbrijzelen eens de interviewsessies beginnen.
Frosts pogingen om het budget rond te krijgen lopen evenwel niet van een leien dakje. Hij heeft Nixon uit eigen zak een voorschot van 200.000 dollar betaald en kijkt aan tegen een schuld van 400.000 dollar om de rest van de afspraak na te komen, een gigantisch bedrag voor die tijd. Vervolgens slaat alles zo wat tegen: in Londen zegt men zijn langlopend contract op wegens niet verenigbaar met zijn nieuwe plannen en het Amerikaanse NBC dreigt ermee zijn wekelijkse show te schrappen. Als een self-fulfilling prophecy draaien de eerste drie interviews op een fiasco uit: Nixon gebruikt elke aanleiding om een brede exposé te geven met zinloze en nauwelijks interessante anekdotes en Frost zit er voor spek en bonen bij. Z’n medewerkers zijn in alle staten en bezweren hem het roer om te gooien. In het Nixon-kamp is men dik tevreden, alles verloopt volgens plan. Nixon zelf wordt evenwel verscheurd door een innerlijke tweestrijd: hij beseft dat hij het gevecht met David Frost makkelijk kan winnen, maar hij twijfelt eraan of hij ook de Amerikaanse publieke opinie kan overtuigen. In een lang telefoongesprek met de Britse journalist laat hij er geen twijfel over bestaan: er kan maar één winnaar zijn.
Frost/Nixon is als een confrontatie tussen David en Goliath en iedereen weet hoe die afliep. Regisseur Ron Howard bouwt de spanning beetje bij beetje op en alles lijkt te wijzen op een grandioze overwinning voor Richard Nixon, maar daar heeft het lot anders over beslist, want in de laatste week vóór het ultieme interview over Watergate gaat Frost in op een oud voorstel van James Reston Jr. om in Washington één en ander na te trekken en sluit hij zich op in z’n hotelkamer om het gesprek voor te bereiden. Een opgeladen David Frost en een veel minder fitte Richard Nixon treden uiteindelijk als Romeinse gladiatoren in de arena voor de finale confrontatie.
Aan niets is te merken dat regisseur Ron Howards film gebaseerd is op de toneelversie van Peter Morgan, die met succes in Londen werd opgevoerd en waarin Michael Sheen en Frank Langella eveneens de hoofdrol voor hun rekening namen. Scenarist/toneelschrijver Peter Morgan (
The Last King of Scotland,
The Queen,
The Other Boleyn Girl) heeft een rigoureuze selectie gemaakt uit 12 uur interviewmateriaal tussen Frost en Nixon en alleen de essentie overgehouden. Voor de rest van de opnamen heeft Howard interessante en verantwoorde locaties gevonden en schenkt hij heel veel aandacht aan de interieurs en de aankleding. De gesprekken tussen de hoofdpersonages en hun entourage worden kort gehouden en zijn doordrongen van humor en satire (behalve in het Nixon-kamp waar de sfeer meestal bedrukt en gespannen is). Oliver Platt (als Bob Zelnick) maakt een uitstekende beurt met tal van gedurfde tekstimprovisaties en Sam Rockwell (als James Reston Jr.), de belangrijkste criticus van David Frosts liederlijke levensstijl en degene die geen goed oog heeft in de afloop van de interviews, komt vaak kernachtig en gevat uit de hoek met puntige oneliners. In het Nixon-kamp is het voornamelijk Kevin Bacon (als hoofd van de Nixon-staf) die indruk maakt door zijn volgehouden geloof in Frosts onbekwaamheid en Nixons zegetocht en die met een minimum aan mimiek en met kort geformuleerde reacties de toon zet.
BEELD EN GELUID
Zoals we dat van Ron Howard kunnen verwachten is er alles aan gedaan om niet alleen met een interessante en spannende, maar ook met een mooie film voor de dag te komen. De kleuren zijn mooi en veelzijdig, de locaties perfect afgewerkt en helemaal in de stijl van de periode. De ruimte waar Frost en Nixon met elkaar praten is precies nagebouwd met dezelfde lichtinval en dezelfde -intensiteit van toen. Om de kijker dicht bij de actie te betrekken legt Ron Howard de camera vaak op de schouder alsof het om een journalistiek verslag zou gaan. Tinten en lichtsterkte blijven ook in die gevallen vrij goed overeind. De film is zonder ongerechtigheden op dvd gezet met behoud van detail en zwartniveau. Voor de muziek is een beroep gedaan op meester-tovernaar Hans Zimmer en die heeft zoals zo vaak een prachtige soundtrack geschreven die evenwel nooit het voortouw neemt of te opvallend de aandacht trekt.
EXTRA'S
Wie er niet genoeg van krijgt kan de film nog een keer helemaal opnieuw bekijken met de Audiocommentaar van Regisseur Ron Howard die heel wat leuke anekdotes te vertellen heeft of doorspoelen naar de interessante documentaire The Making of Frost/Nixon (23 min.) waarin vooral de aparte aanpak van Frank Langella de aandacht trekt. De Verwijderde Scènes (22 min.) bevatten jammer genoeg niet veel extra interessant materiaal, maar de uittreksels uit Het echte Frost/Nixon-interview zijn dan weer wél heel boeiend en verraden dat het originele materiaal het moet afleggen tegen de gedramatiseerde scènes van Michael Sheen en Frank Langella. Als toemaatje krijgt u nog een korte reportage over de Nixon-bibliotheek (6 min.). De Andere Trailers staan aan het begin van de dvd en moet u handmatig doorspoelen indien u ze wilt overslaan.
CONCLUSIE
Frost/Nixon is een interessante en spannende remake van het historische interview tussen van Britse journalist David Frost en de afgetreden Amerikaanse president Richard Nixon in 1977. Regisseur Ron Howard neemt een lange aanloop om de omstandigheden en de voorbereidingen in beeld te brengen waardoor ook jongere kijkers een goed idee krijgen over wat er allemaal op het spel stond. Enige voorkennis is een pluspunt, maar het scenario zit zo perfect in elkaar dat zelfs een onvoorbereide toeschouwer de voortgang kan volgen. Frost/Nixon is een politieke thriller en dat betekent wel dat de lat boven het gemiddelde ligt. Liefhebbers van geweld, actie en avontuur laten deze intense film dan ook beter links liggen.