KUIFJE EN HET HAAIENMEER
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2001-01-07
INLEIDING
Elk beetje stripliefhebber weet dat Hergé, de geestelijke vader van Kuifje, aangaande zijn scheppingen een ziekelijke controlefreak was, die met moeite iets uit handen gaf, en al zeker niet als hij er zelf zijn naam niet mocht onder zetten. Zo heeft wijlen Edgar Pierre Jacobs jarenlang de decors van de Kuifje-strips voor zijn rekening genomen, zonder ook maar eenmaal vermeld te worden in de albums (behalve dan als mummie in een galerij opgezet in de hertekende versie van
De Sigaren Van De Farao).
Ook de stichting Hergé, onder supervisie van de tweede man van Hergé-weduwe Fanny Rodwell, staat zeer weifelachtig tegenover het gebruik van alle Kuifje-referenties, maar heeft toch in de jaren '90 aan de Canadese tekenfilmmaatschappij Nelvana de toestemming gegeven alle Kuifje-albums te verfilmen, wat uiteindelijk een wonderlijk goede adaptatie is geworden, die de sfeer van de Kuifje-albums alleen maar ten volle respecteert.
Deze film hoort hier voor alle duidelijkheid niet bij:
Kuifje En Het Haaienmeer is tot stand gekomen in 1972, dus nog voor Hergés overlijden. De druk om de held van het beeldverhaal naar het witte doek te brengen, werd op gegeven moment zo groot dat Hergé niet langer kon weigeren. Er waren al een paar krampachtige pogingen tot verfilming gepleegd in de jaren '50, o.a. een Amerikaanse versie van
De Geheimzinnige Ster (in de stijl van Woody's Roundup uit
Toy Story 2), en een Belgisch-Franse versie van
De Zaak Zonnebloem, beiden qua verhaal erg afwijkend van het originele verhaal. Verder waren er ook twee verfilmingen met echte acteurs,
Kuifje En Het Gulden Vlies, en
Kuifje En De Blauwe Sinaasappels, beiden niet gebaseerd op een bestaand Kuifje-album.
De adaptatie van vlees en bloed kende echter maar een matig succes, en voor
Kuifje En Het Haaienmeer werd dan maar weer voor een klassieke tekenfilm geopteerd, echter opnieuw niet gebaseerd op een bestaande strip. Er wordt wel gratuit teruggegrepen naar het eerdere werk van Hergé - een klassieke truc bij stripalbums om de lezer aan te zetten om ook de vorige delen van de reeks te kopen. Zo speelt het verhaal zich net als
De Zaak Zonnebloem, De Scepter Van Ottokar en de twee
Maan-albums af in Syldavië, een fictieve en erg op Joegoslavië lijkende Balkanstaat die vaak in het oeuvre van Hergé opduikt, heeft de Milanese Nachtegaal, operadiva La Castafiore op het einde van een cameo (maar heeft eigenlijk nauwelijks wat met het verhaal in sé te maken), wordt het schattige visvormige onderzeeertje uit
De Schat Van Scharlaken Rackham nog eens van onder het stof gehaald, en vooral, ontmoet Kuifje opnieuw zijn aartsvijand, de Griekse reder Rastapopoulos. Wie de moeite doet om de kleine lettertjes te lezen, merkt dat het scenario niet van Hergé zelf is, maar wel van Michel Regnier (Greg), de vorig jaar overleden stripscenarist die o.a. verhalen van Chick Bill, Robbedoes en Olivier Blunder op zijn naam heeft staan. De inbreng van Hergé in dit werk is dan ook eerder conceptueel, en minder direct.
FILM
Het verhaal dan in een notendop: in alle musea ter wereld woedt een plaag van kunstdiefstallen, waarbij de originelen worden vervangen door kopieen. Professor Zonnebloem heeft zich in een villa aan het meer van Flechisaff (!) in Syldavië teruggetrokken om de laatste hand te leggen aan zijn laatste uitvinding: een driedimensionaal kopieertoestel. Zonnebloem nodigt Kuifje, Haddock en het onvermijdelijke detective-duo Jansen en Janssen uit op vakantie. De problemen beginnen al wanneer het vliegtuig van Kuifje een noodlanding moet maken, en twee kinderen, Niko en Nouchka, op het nippertje de passagiers uit het wrak kunnen redden. Eens aangekomen in de villa, merkt Kuifje dat Zonnebloem bespionneerd wordt. Al snel blijkt dat de kunstdieven op Zonnebloems uitvinding uit zijn, om zo in een handomdraai valse kunstwerken bij de vleet te kunnen fabriceren. Brein achter de kunstdiefstallen is de maniakale Rastapopoulos, die Niko en Nouchka laat ontvoeren en Kuifje opdraagt om hem de uitvinding te brengen, in ruil voor het leven van de kinderen. Kuifje laat de haaivormige onderzeëer van Zonnebloem naar Syldavië transporteren, en wanneer hij Rastapopoulos' basis in het meer bezoekt voor de uitwisseling, hoopt hij dat kapitein Haddock hem intussen kan volgen. Om de uitvinding toch niet in handen van de bende te laten vallen, heeft Zonnebloem zijn kopieermachine bovendien een klein beetje gesaboteerd, in de hoop dat Rastapopoulos dit niet op tijd merkt.
BEELD EN GELUID
De DVD bevat 5 geluidstracks, waaronder een nauwelijks te genieten Nederlandse track (zeg maar Hollandse); ik geef persoonlijk de voorkeur aan de originele Franse geluidstrack met Nederlandse ondertitels. Alle geluidstracks zijn overigens mono, het beeld is uiteraard niet 16:9 enhanced, en de animatie is, voor iemand die alleen maar de Nelvana-tekenfilms gezien heeft, op zijn minst redelijk houterig te noemen. Desondanks krijgt PFC een pluim, dat ze deze films tenminste uitbrengen. In het achterhoofd houdende dat de film intussen al bijna dertig jaar oud is, hebben ze volgens mij nog het beste gemaakt van wat er van het ruwe materiaal te maken valt; wat dat betreft blijft PFC me met elke nieuwe release opnieuw verbazen.
EXTRA'S
Buiten geanimeerde en van muziek voorziene menu's zijn er geen extra's te bespeuren. Vergeleken met de Goscinny-documentaires op de Asterix- en Lucky Luke-DVD's had bijvoorbeeld bonusmateriaal over Hergé het document mooi kunnen aanvullen. Het TV-kanaal Arte heeft recent nog een hele thema-avond aan Kuifje gewijd; plaatsgebrek zal alleszins het probleem niet geweest zijn, want dit is maar een enkelzijdige, enkellagige DVD. Het kan natuurlijk ook altijd dat de soms grillige Stichting Hergé hier een stokje voor heeft gestoken. Who knows?
CONCLUSIE
Kuifje En Het Haaienmeer is zeker niet het beste Kuifjeverhaal ooit (dat is
De Juwelen Van Bianca Castafiore), en deze film is ook niet de beste Kuifje-verfilming ooit (dat zijn de Nelvana-tekenfilms). Vergeleken met het materiaal uit de vijftiger en zestiger jaren was dit echter, zeker voor een niet-Amerikaanse productie, een mijlpaal in de tekenfilmgeschiedenis, een pluim op de hoed van de Belgen die zonder deze DVD-release waarschijnlijk roemloos in de archieven was blijven stof verzamelen. Het is gek, maar wij schijnen met zijn allen collectief geheugenverlies te hebben wanneer het over de Belgische tekenfilmindustrie gaat...