Regie: Richard Lester
Met: The Beatles, George Harrison, John Lennon, Paul McCartney, Ringo Starr, Leo McKern, Eleanor Bron, Victor Spinetti, Roy Kinnear, Patrick Cargill, John Bluthal, Alfie Bass, Warren Mitchell, Peter Copley, Bruce Lacey
Anno 1965 kon niemand vermoeden dat The Beatles meer waren dan het zoveelste popgroepje dat op korte termijn veel geld in het laatje brengt en dat zou uitgroeien tot hét culturele fenomeen dat de pop- en rockmuziek van de komende decennia zou definiëren. Anderzijds profileerden de Beatles zichzelf tijdens interviews voor de internationale pers altijd als vier doodgewone Liverpoolse jongens die het succes niet naar het hoofd was gestegen en vragen over hun privéleven werden steevast met een grapje weggewimpeld. In samenspraak met regisseur Richard Lester werd dan maar een beroep gedaan op Charles Wood (The Knack, 1965) om een scenario te verzinnen dat de muziek centraal stelde en de vier jongens toeliet om hun imago van onbezorgde grappenmakers te continueren.
Help! is het wat bizarre verhaal over een ring met een rode diamant die via de post bij Ringo Starr terechtkomt en hem bijna het leven kost, want wat hij niet weet is dat het juweel aan een Aziatische stam toebehoort die hem elke dag aan de vinger van een andere jonge vrouw schuift die 24 uur later tijdens een plechtige ceremonie aan de goden wordt geofferd. Dat Ringo geen meisje is, is schijnbaar geen probleem, want als stamhoofd Clang op televisie een BBC-optreden van de Beatles ziet, herkent hij de ring aan Ringo’s vinger en spoedt hij zich naar Londen om wat van hem is te recupereren of desnoods Ringo ter plekke aan z’n god te offeren tijdens een bloederige ceremonie. Het resultaat is een helse jachtpartij met de geheimzinnige Clang als jager en Ringo Starr als diens prooi, waarbij meerdere keren gepoogd wordt om Ringo’s ringvinger gewoon af te snijden of af te hakken. Gelukkig is er de aantrekkelijke Ahme, de rechterhand van Clang, die hem telkens op het nippertje uit de handen van haar baas weet te houden, want ook zij is uiteraard op de een of andere manier een beetje een aanbidster van de fabfour!
Help! mocht wat kosten en dus is de film dit keer in kleur en op locatie gedraaid, meer bepaald in Oostenrijk en op de Bahama’s, want daar verstoppen de Beatles zich met hun geterroriseerde drummer in de hoop dat de ring op de een of andere manier gewoon van z’n vinger schuift. De opnamen op de Bahama’s zorgen voor een exotisch tintje met veel zonneschijn en blauwe luchten, maar het zijn vooral de fragmenten met de Beatles in de Oostenrijkse sneeuw die het sterkst tot de verbeelding spreken en die voor altijd vereenzelvigd worden met deze film, want de muziekclip die Richard Lester er draaide voor Ticket to Ride – met vier Beatles die verwoede pogingen doen om op hun ski’s overeind te blijven – werd voor lange tijd het grote voorbeeld voor videoclipmakers en is sindsdien onder diverse gedaanten geïmiteerd. Voor John, Paul, George en Ringo was het de eerste keer dat ze op ski’s stonden en dus besloot Richard Lester om z’n camera gewoon te laten draaien en hun eerste lesje op tape vast te leggen. Samen met wat gedurfdere glijpartijtjes nadien, de perfect uitgekiende stills en de aparte aankleding - donkerblauwe jassen, John en Ringo met bijpassende blauwe pet, George met Sherlock Holmers-achtige jas en hoge hoed - levert dat het sterkste beeld uit de film op, want de jacht op Ringo door de oosterse priester Clang én door Foot en Algernon, twee Britse heren die de ring willen verzilveren, is uiteraard niet meer dan een aanleiding om de Beatles gewoon te laten schitteren in rollen waarin ze zich goed voelen en zich uit kunnen leven, tot groot jolijt van de fans overigens.
En net zoals in A Hard Day’s Night zijn de dialogen in Help! voor een flink stuk geïmproviseerd, want volgens Richard Lester was het onmogelijk om John Lennon, Paul McCartney, George Harrison en Ringo Starr grote brokken tekst uit het hoofd te laten leren. Het voordeel is dat je ze aan het werk ziet zoals ze in het echte leven zijn, zegt hij daar 40 jaar later over, maar het maakt niet uit, want Help! werd nog een groter commercieel succes dan zijn voorganger en het bezorgde Richard Lester later een MTV-award als de vader van de videoclip. Ik heb ze meteen gebeld en om een dna-test gevraagd, zegt hij daar nu over, en nog: ik herinner me dat ik toen bij mezelf dacht dat wat er ook mocht gebeuren in de rest van mijn leven en ik bijv. werd aangereden door een bus, de Evening Standard als headline zou voeren ‘Beatles-regisseur betrokken in dodelijk drama’ en eigenlijk denk ik dat dat vandaag nog zo zou zijn.
En de acteerprestaties? De Beatles zelf zijn natuurtalenten, zoveel is duidelijk, maar eigenlijk doet het er niet toe wat ze doen of wat ze zeggen, want nu net als toen kijken we naar hun leuke kopjes en de bekken die ze trekken, een unieke combinatie zoals die zelden in de rockwereld te zien was. Bovendien zijn er de zeven nieuw prachtige composities met uiteraard de titelsong als ankerpunt (op de skipiste in Oostenrijk) en gevoelige – vaak ten onrechte minder bekende – pareltjes zoals You’ve Got to Hide Your Love Away (in de flat met de vier voordeuren) en You’re Going to Lose that Girl (in de studio). Victor Spinetti, die in A Hard Day’s Night de rol van de weerbarstige studioregisseur voor z’n rekening nam, is opnieuw van de partij, dit keer in de rol van de onhandige, maar doorzettende wetenschapper Foot, die de ring tot elke prijs in handen wil krijgen. Een bijna onherkenbare Leo McKern (Ladyhawke, 1984) neemt de rol van het oosterse stamhoofd Clang voor z’n rekening, maar het is uiteindelijk toch Eleanor Bron (Alfie, 1966) die in de afdeling nevenrollen de meeste aandacht trekt als de dubbelagente Ahme, die Ringo een flink aantal keer uit gevaarlijke situaties redt. U kon deze Engelse actrice overigens in 2012 nog aan het werk zien in de komedie Hyde Park On Hudson naast o.a. Bill Murray en Laura Linney.