Regie: Wim Wenders
Met: Sam Shepard, Jessica Lange, George Kennedy, Tim Roth, Gabriel Mann, Fairuza Balk, Sarah Polley, Eva Marie Saint
Ondertussen heeft Howard z’n paard en z’n opvallende cowboyoutfit geruild voor de minder opvallende kleren van de eigenaar van een autosloopbedrijf. Hij belt z’n moeder met de vraag of hij mag komen logeren en stapt kort nadien bij haar binnen alsof hij er gisteren is vertrokken. Leuk dat je er bent, zegt de oudere dame, jammer dat ik je de afgelopen dertig jaar niet heb gezien! Maar dat betekent niet dat ze hem uit het oog is verloren, want op de logeerkamer heeft ze haar plakboek neergelegd met alle schandaaltjes waarbij haar beroemde zoon betrokken was in de voorbije 30 jaar: drugs, drank, echtscheidingen, vechtpartijen, veroordelingen en verlieslatende films. Als hij na een nachtje stappen door de politie wordt thuisgebracht, vertelt ze hem over een jonge vrouw die ooit bij haar heeft aangeklopt omdat ze een zoon van hem verwachtte. Uit Montana, als ik het mij goed herinner, zegt ze, een blondje uit Montana...
Dus zet Howard koers naar Montana, waar hij 20 jaar geleden iets heeft gehad met een jonge vrouw tijdens het draaiproces van een andere western. Doreen is ondertussen eigenares van een typisch midwestcafé en ze lacht alleen maar als ze Howard aan de bar gewaar wordt. Wat kom jij hier doen na al die tijd?, zegt ze, en nog: mocht je je zoon zoeken, die staat daar voor je, en ze wijst in de richting van een jonge kerel die met een combo’tje staat te zingen achter in de zaak… maar de 20-jarige Earl reageert agressief en afwijzend als hij even later oog in oog staat met zijn vader, in tegenstelling tot Sky, een jonge blondine die net het stoffelijk overschot van haar moeder in een blauwe urne heeft opgehaald en die wél een gesprek met de cowboy probeert aan te knopen, zij het dat Howard de bui voelt hangen en liever een zekere afstand bewaart...
Een indrukwekkende roadmovie die het Amerika van nu perfect weergeeft, staat er op de hoes van de dvd, maar dat eerste is overdreven (en gelukkig maar, want hoeveel geslaagde roadmovies ken je?), want Howard Spence is niet onderweg omdat hij daar hoog nodig aan toe is, maar omdat hij in een midlifecrisis is terechtgekomen en dus op zoek gaat naar zijn eigen verleden, wat hem van een woestijn in Utah (de filmset) naar zijn geboortedorp Elko in Nevada (huis van zijn moeder om er zich te verstoppen voor het mannetje van de filmstudio) brengt en vandaar naar Butte in Montana, op zoek naar de vrouw die hij ooit zwanger heeft gemaakt en de zoon die hij nooit heeft gekend omdat hij van zijn bestaan niet afwist… et zgn.Het zgn. Amerika van nu blijkt overigens het slaperige stadje Butte (spreek uit: bjoet) te zijn, waar nauwelijks auto’s rijden (op de gigantische gemeentelijke parkeerplaats staat precies 1 auto: die van Howard) en voetgangers zijn er een rariteit, want de enige zijn Howard en Doreen. En als Earl (Gabriel Mann) als reactie op de onverwachte ontmoeting met zijn vader ruzie krijgt met z’n vriendinnetje Amber (Fairuza Balk, Valmont, 1989), gooit hij de inboedel van zijn appartement door het raam. De rommel ligt tot halfweg de straat, maar niemand komt zich daarover beklagen, zelfs de politie niet. In Butte zorgt dat schijnbaar niet voor overlast...
Meest aantrekkelijk personage in deze film Jessica Lange, die als Doreen aanvankelijk lankmoedig reageert op Howards plotse verschijning, maar die later heel erg boos wordt als ze beseft dat hij z’n problemen probeert op te lossen door in haar leven te verdwijnen. You are a coward, Howard!, verwijt ze hem, en dan, verbaasd over haar eigen heftigheid: en het rijmt nog ook! Jessica Lange is al lang niet meer de femme fatale uit The Postman Always Rings Twice (1981) waarin ze schitterde aan de zijde van Jack Nicholson, maar op haar 55ste ziet ze er nog altijd geweldig uit en de nuances brengt ze aan met kleine bewegingen en een meisjesachtige schalksheid die nog altijd bekoort. Eva Marie Saint (North By Northwest, 1959) neemt de rol van Howards moeder voor haar rekening, maar de oude mevrouw Spence is geen onnozel besje, want ze neemt geen blad voor de mond en vertelt haar zoon ronduit wat ze van z’n gedrag denkt. Saint was 81 toen ze de rol accepteerde, maar haar acteerwerk is zondermeer voorbeeldig. Tim Roth tenslotte, kruipt in de huid van de droogstoppel Slutter, een ambtenaar met een ziekenhuisbrilletje die er geen twijfel over laat bestaan dat hij Howard Spence op tijd terug zal brengen naar de filmset in Utzah. Op medewerking hoeft hij niet echt te rekenen in Butte, want zowel Howards moeder als Doreen beweren dat ze geen contact met de filmster hebben gehad. Je hebt tegen mij gelogen, zegt hij droogjes tegen de oude mevrouw Spence, maar die ontkent: dat is gedrag voor slappelingen, zegt ze. Slutters gezicht blijft een gesloten boek, want humor is hem vreemd. Tim Roth, in z’n blauwe kostuumpje en goedkope brilletje, is uitstekend op dreef!
En toch is Don’t Come Knocking geen perfecte film en dat heeft te maken met de weinig soepele en vooral donkere manier waarop Sam Shepard het personage Howard Spence gestalte geeft, nl. zonder veel emotie of interesse. Uit zijn aanpak blijkt niet of Howard een held is of eerder een slachtoffer en hij lijkt in geen geval op het personage uit het plakboek van zijn moeder, want de Howard die de kijker ziet, gaat confrontaties en problemen uit de weg en beperkt zich tot de consumptie van heel veel alcohol. Een gemiste kans en een domper op de pret.