DEUTSCHLAND IM HERBST
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2008-12-08
DOCUMENTAIRE FILM
In 2008 herdachten onze oosterburen de Duitse Herfst van 1978. Precies dertig jaar geleden kwam een jarenlange confrontatie tussen linkse radicalen en de overheid in een stroomversnelling en beleefde de Duitse Bondsrepubliek een van de moeilijkste momenten uit haar 30-jarige bestaan, nl. sinds haar oprichting als democratische staat in mei 1949 door de samenvoeging van de Franse, Britse en Amerikaanse bezettingszones. Op het hoogtepunt van de evenementen besluiten elf invloedrijke Duitse regisseurs de gebeurtenissen te becommentariëren, elk op hun eigen en zeer persoonlijke manier, met beelden die nooit eerder zijn getoond. Het resultaat is een uniek tijdsdocument. Het is radicaal, brutaal en offensief, net zoals de wereld in die dagen.
Voor wie onbekend is met de politieke achtergrond en de gevolgen van het conflict, zetten we even de belangrijkste data op een rijtje:
De heropbouw van de nieuwe Duitse staat vanaf 1945 was een succesverhaal op alle niveaus. Minder dan 20 jaar na het einde van de massale bombardementen op de Duitse industriecomplexen, was de Duitse Bondsrepubliek opnieuw de economische grootmacht in Europa en de motor van de Europese economie tout court. Tijdens de studentenrebellie van halfweg de jaren zestig verschijnen de eerste scheurtjes in het netjes opgebouwde imago: de politieke leiding wordt autoritarisme verweten, niet helemaal onterecht, want aan het hoofd van de zgn. Grote Coalitie van SPD en CDU, socialisten en sociaaldemocraten, staat kanselier Kurt G. Kiesinger, voormalig lid van de nazipartij. De Duitse regering wordt ervan beschuldigd de Amerikaanse acties in Vietnam te steunen, want zwijgen is volgens de links oppositie toestemmen, en voorts dat ze pro-Navo- en pro-kapitalisme is. Tussen de gevestigde orde en de linkse jongeren, georganiseerd in militant-anarchistische groeperingen, ontstaat een diepe kloof . Het gedachtegoed van linkse intellectuelen als de Italiaan Antonio Gramsci (culturele hegemonie om de macht van de staat te consolideren in een kapitalistische maatschappij) en de Berlijner Herbert Marcuse (alleen marginale groepen studenten en verarmde arbeiders kunnen weerwerk bieden tegen de culturele indoctrinatie en de ideologische manipulatie – de zgn. repressieve tolerantie - die door de staat gevoerd wordt via de communicatiemedia) heeft een grote invloed op Nieuw Links in Europa. Uit de onvrede groeit intellectueel verzet en bij sommige linkse jongeren leidt de algehele frustratie uiteindelijk tot de overtuiging dat echte actie nodig is.
In Juni 1967 ontstaat er in Berlijn onrust onder de linkse studenten wegens het staatsbezoek van de Sjah van Iran. Aan de Staatsopera wordt hij opgewacht door protesterende Iraanse ballingen die de steun krijgen van sympathiserende jongeren. Pahlavis veiligheidsdienst gaan de opposanten en hun medestanders te lijf met houten stokken. De Berlijnse politie grijpt niet in. Voor het eerst sinds 1945 wordt het gebruik van fysiek geweld door de overheid in vraag gesteld. De linksen zijn streng, zij noemen de BRD een autoritaire politiestaat in de stijl van het naziregime. In de lente van 1968 maken Gudrun Ensslin en Andreas Baader voor het eerst een statement: in Frankfurt leggen ze twee warenhuizen in de as uit protest tegen de Vietnam-oorlog. Ze krijgen drie jaar cel. Ulrike Meinhof, op dat moment een gerenommeerde journaliste, wijdt in het linkse politieke blad Konkret verschillende artikels aan de zaak, waarin ze zich positief uitlaat over de acties. Tien dagen na de veroordeling van Ensslin en Baader wordt de linkse intellectueel en leider van het studentenprotest, Rudi Dutschke, door een rechtse extremist op straat in het hoofd geschoten. Bild, de populistische krant van mediamagnaat Axel Springer, die eerder op zijn voorpagina: “Stop Dutschke jetzt!” blokletterde, wordt verweten tot de aanslag te hebben opgestookt. Naar aanleiding van een amnestiemaatregel voor politieke gevangene ter ere van de twintigste verjaardag van de BRD, worden Ensslin en Baader in juni 1969 in voorlopige vrijheid gesteld. Zes maanden later, nadat het Bundesverfassungsgericht opnieuw hun aanhouding heeft bevolen, verdwijnen ze naar Frankrijk waar ze o.a. in een huis van de linkse journalist en revolutionair Régis Debray logeren.
Ondertussen heeft de Braziliaanse schrijver en marxist Carlos Marighella z’n Minimanual de la Guerrilla Urbana (Minihandboek van de stadsguerrilla) gepubliceerd, waarin hij verklaart “… dat de stadsguerrillero de militaire dictatuur met wapens en niet-conventionele methoden bestrijdt en dat hij om zijn politieke doel te bereiken alleen de staat, de grote concerns en de buitenlandse imperialisten zal aanvallen”. Hij inspireert Ulrike Meinhof tot het schrijven van haar Concept van de Stadsguerrilla en via haar werk beïnvloedt hij guerrillabewegingen en –groepen in de hele wereld. Bij een paspoortcontrole in april 1970 wordt Baader – in het allergrootste geheim naar Duitsland teruggekeerd met het oog op acties tegen het regime - ontmaskerd en opnieuw opgesloten. Drie weken later – op 14 mei 1970 – wordt hij op spectaculaire wijze bevrijd door Meinhof, Ensslin, Mahler en een aantal medestanders. Vervolgens vlucht het gezelschap naar Jordanië waar het in een kamp van de PLO een guerillaopleiding krijgt.
Korte tijd nadien keren ze terug naar Duitsland, waar ze hun ‘anti-imperialistische strijd” beginnen, eerst met bankovervallen om voldoende fondsen te verzamelen, later met bomaanslagen tegen Amerikaans militaire installaties, Duitse politiekantoren en gebouwen van het Alex Springer-concern. In een manifest van de hand van Ulrike Meinhof wordt voor het eerst de naam RAF (Rote Armee Fraktion) gebruikt en het logo: een rode ster met een Heckler & Koch MP5-machinegeweer op de voorgrond. Twee jaar later, na een nooit eerder geziene mensenjacht, worden Baader, Ensslin, Meinhof, Jan-Carl Raspe en Holger Meins, de zgn. eerste RAF-generatie, in juni 1972 opgepakt. Ze worden opgesloten in de Stammheim-gevangenis in Stuttgart. Regelmatig gaan ze in hongerstaking tegen hun eenzame opsluiting en het harde gevangenisregime. In November 1974 overlijdt een totaal uitgeputte Holger Meins na een langdurige hongerstaking. Ondertussen wordt een nieuwe RAF-generatie actief en die kidnapt in februari 1975 Peter Lorenz, de CDU-kandidaat voor de post van burgemeester in Berlijn. In april pakt zet de Duitse ambassade in Stockholm aan. Daar vallen twee doden omdat kanselier Helmut Schmidt weigert in te gaan op de eis om de RAF-gevangenen in Stammheim vrij te laten. Een maand later begint in Stuttgart het zgn. Stammheim-proces dat twee jaar zal aanslepen. In mei 1976 wordt Ulrike Meinhof dood aangetroffen in haar cel: verhanging volgens de autoriteiten, een politieke moord volgens de tegenstanders. In april 1977 komt de jury tot een uitspraak: levenslange opsluiting voor de drie overblijvende RAF-leden wegens verschillende moorden, pogingen tot moord, aanslagen met dodelijke afloop en het vormen van een terroristische groepering. Gedurende de hele duur van het proces voeren leden van de tweede én de derde RAF-generatie aanslagen uit op militaire doelwitten en hooggeplaatste functionarissen. Op 30 juli 1977 wordt Jürgen Ponto, hoofd van de Dresdner Bank vermoord. Zes weken later kidnapt een commando Hans Martin Schleyer, voormalig SS-officier en NSDAP-lid én president van de Duitse Werkgeversbond. In een brief aan Helmut Smidt wordt de vrijlating geëist van 11 militanten, waaronder de drie van Stammheim. In Bonn heerst een crisissfeer. Schmidt hanteert vertragingsmanoeuvres terwijl het Bundeskriminalambt met grote middelen een zoektocht opzet naar de verblijfplaats van Schleyer. Een maand lang gebeurt er niets (later is beweerd dat er al binnen een periode van 48 uur duidelijke aanwijzingen waren over de mogelijke verblijfplaats van Schleyer. Waarom de Duitse overheid besliste om niet in te grijpen, is altijd onduidelijk gebleven. Misschien was hij het offerlam om definitief met de terroristen af te rekenen…)
Op 13 oktober 1977 kaapt een Arabisch commando het Lufthansa-vliegtuig tussen Palma de Mallorca en Frankfurt. Hun eis is dezelfde als die van het Schleyer-commando. Schmidt hout het been stijf. De Arabieren vliegen naar Dubai en dan naar Aden waar ze de kapitein van het vliegtuig terechtstellen wegens gebrekkige coöperatie. Uiteindelijk landt het Lufthansa-vliegtuig in Mogadishu, Somalië, waar het door een elite-eenheid van de Duitse Federale politie de dag nadien wordt bestormd. De passagiers blijven zo goed als ongedeerd, de vier kapers komen om. Een halfuur later horen de gevangenen in Stammheim via de radio de euforische berichten. Tegen de ochtend wordt het levenloze lichaam van Baader aangetroffen met een schotwonde in het hoofd, Ensslin heeft zich verhangen, Raspe overlijdt de dag nadien als gevolg van een schotwonde in de slaap. Imgard Möller, een RAF-terroriste die vanuit Hamburg opereerde en een lange gevangenisstraf uitzat in Stammheim, had een aantal messteken in de borst. Zij overleefde de verwondingen en beweerde na haar vrijlating in 1994 dat het wel degelijk om een buitengerechtelijke terechtstelling ging, georganiseerd door de Duitse overheid.
Deutschland in Herbst, het filmproject, ontkiemt op 19 oktober 1977, dag na de ontzetting van het Lufthansa-vliegtuig in Mogadishu, op het moment dat het nieuws over de zelfmoorden in Stammheim tot de Duitse huiskamers doordringt. Links en progressief Duitsland ontwaakt met een houten kop; er ontstaat paniek, er is sprake van een angstpsychose, het gonst van geruchten als zouden alle linksen in den lande opgepakt worden, etc. De Duitse rechtsstaat staat die ochtend op de rand van de afgrond: het land is in chaos na een spiraal van geweld, angst en hysterie. Bekende linkse regisseur, tijdgenoten of zelfs studiegenoten van Baader en Ensslin, steken de koppen bij elkaar en besluiten om dit cruciale moment in de Duitse naoorlogse geschiedenis te vereeuwigen op 35 mm.
Twee projecten zijn meteen duidelijk: de begrafenis van Schleyer – z’n lijk is teruggevonden in de Belgische Ardennen – en die van de Stammheim-gevangenen. Volker Schlöndorff (Die Blechtrommel) gaat een week later op pad. Z’n verslag over de begrafenis van de voorzitter van de Werkgeversbond, geflankeerd door de vlaggen van Esso en Bayer op de achtergrond, is een stukje morbide Duitse geschiedenis: op de rouwkransen prijken de namen van het politiek personeel dat al in de jaren twintig de plak zwaaide. Schlöndorff noemt het de hoogmis van een kaste, een elite die nog nauwelijks voeling heeft met de massa. Volker Schlöndorff monteert het beeldmateriaal op de tekst van de laatste brief van Schleyer aan z’n zoon Eberhard, geschreven tijdens zijn ontvoering. Het verslag over de begrafenis van de RAF-terroristen baadt in een heel andere sfeer: tienduizenden sympathisanten zakken af naar Stuttgart, beseffend dat de Duitse Sicherheitsdienst met camera’s en fotoapparatuur klaar staat. De meesten komen vermomd, ze dragen PLO-sjaals en bivakmutsen. De sfeer is grimmig, de ceremonie is nauwelijks voorbereid, de chaos is totaal. Na de teraardebestelling komt het tot een confrontatie tussen de harde kern van sympathisanten en de ordediensten. Het zijn historische opnamen.
R.W. Fassbinder woont de vergadering van de regisseurs bij, maar hij stapt halfweg de bijeenkomst op: hij zal wel zien wat hij ervan maakt. Drie dagen later, nog voor Schlöndorff afreist om de begrafenissen te filmen, wordt z’n afgewerkte filmrol afgeleverd. Schlöndorff en Kluge – die voor de productie zouden instaan – weten niet goed wat ze met Fassbinders bijdrage moeten aanvangen. Fassbinder heeft de camera in z’n eigen appartement opgesteld en zichzelf gefilmd in de minuten en uren na het nieuwsbericht over de bevrijding in Mogadishu en de moordpartij in Stammheim. De regisseur is gespannen, overspannen en hij reageert agressief als zijn vriend Armin onverbloemd zijn mening ventileert over de terroristen. Op de achtergrond weerklinken de sirenes van politiewagens. Fassbinder is overstuur, alsof hij elk moment een inval verwacht. Volgens Schlöndorff was hij vooral bekommerd om het feit dat ze mogelijk heroïne in z’n flat zouden vinden – die wordt overigens netjes door het toilet gespoeld – maar volgens Juliane Lorenz, Fassbinders monteur en latere muze, zat de regisseur op dat moment nog niet aan de drugs en deed ie maar alsof, omdat het in het tijdsgewricht paste. Tussen haar montage schoof Fassbinder zelf beelden die hij maakte tijdens een gesprek met zijn moeder over de politieke toestand. Beiden zitten te bekvechten aan de keukentafel: wat is het begrip democratie nog waard? Moet men überhaupt nog discussiëren? De regisseur als advocaat van de duivel, zijn moeder als vertegenwoordiger van de massa, van het gewone volk, het levert spectaculaire scènes op. In het lange interview achteraf (zie extra’s) bevestigt Volker Schlöndorff dat hij destijds niet goed begreep wat Fassbinder bedoelde, maar dat nu, drie decennia later, zijn dertig minuten durende bijdrage niets van haar frisheid en evocatiekracht heeft verloren, terwijl de rest van het materiaal…
Ook interessant is de bijdrage van scenarioschrijver Peter Steinbach over de sfeer in Duitsland in de periode van de zgn. Terroristenjacht aan een grensovergang met Frankrijk. Voor de enscenering zorgde Edgar Reitz, de regisseur die later bekend werd met de Heimat-trilogie. Het is een hallucinant en angstaanjagend fragment, maar Steinbach maakte het zelf mee, zodus. Heinrich Böll schreef voor Schlöndorff het kort scenario voor Antigone, naar de gelijknamige tragedie van Sophocles, met als centrale thema de positie van het individuele geweten versus de staatswetten. Het scenario wordt zogenaamd verfilmd voor televisie, heeft ondertussen ruim 600.000 Mark gekost en ligt nu ter goedkeuring bij het directiecomité van de zender. De programmamakers wijzen erop dat het thema geweld 25 eeuwen geleden in Sophocles’ werk aan bod kwam en dat de discussie dus van alle tijden is. Gezien de sfeer van angst en ontreddering als gevolg van de golf van terreuraanslagen, zijn de directieleden geneigd om het project stop te zetten. Omdat er al zoveel geld is uitgegeven, besluiten ze uiteindelijk om de productie af te werken om ze vervolgens voor onbepaalde tijd op het schap te leggen: de koudwatervrees van officiële instellingen ten opzichte van het thema geweld.
Deutschland in Herbst debuteerde in 1978 in de Duitse bioscopen en werd ondanks z’n controversiële karakter bekroond met de Duitse Filmprijs. Het weekblad Der Spiegel schreef: dit is de tot nog toe meest opwindende film die de jonge Duitse filmgeneratie heeft gemaakt.
Precies dertig jaar later verschijnt de langspeelfilm
Der Baader Meinhof Komplex in de Duitse zalen, een indrukwekkende productie van regisseur Uli Edel (
Christiane F – Wir Kinder vom Bahnhof Zoo) naar het gelijknamige boek van Stefan Aust. Die publiceerde z’n boek al in 1985, maar zorgde na de Val van de Muur voor een update (1995) omdat uit vrijgegeven Stasi-archieven bleek dat de DDR-autoriteiten de RAF financieel zouden hebben gesteund in een poging het staatsgezag in de BRD te ondermijnen. December 2008 verschijnt de film bij ons in de zalen.
BEELD EN GELUID
Deutschland im Herbst is op voorstel van Volker Schlöndorff op 35 mm gedraaid. Het weekblad Der Spiegel financierde de productie in de overtuiging dat het om historisch materiaal ging. Dertig jaar later blijkt dat een terechte inschatting te zijn geweest. Bijgevolg is de kwaliteit van dit materiaal uitzonderlijk goed, mede omdat de originele master in goede omstandigheden is bewaard. De kwaliteit van de verschillende onderdelen varieert. Zo zijn de bijdragen van Volker Schlöndorff en Alexander Kluge tot in de puntjes afgewerkt, terwijl R.W. Fassbinder vooral aandacht had voor het nauwkeurig vastleggen van de tijdsgeest en het bijgevolg veel minder nauw heeft genomen met belichting en scherpstelling. Hier en daar is er sprake van ongerechtigheden, van een slecht zwart-witcontrast en onscherp beeld, grain en edge enhancement, maar gezien het historische en documentaire karakter van de film als Gesamtwerk, speelt dat allemaal niet zo’n grote rol. Aan het geluid is geen al te grote aandacht besteed en voor deze dvd-release is terecht geen poging gedaan om de monotrack te upgraden. Hier gaat het tenslotte in hoofdzaak om de inhoud, niet om de vorm. Jammer genoeg is Deutschland im Herbst bij ons nooit op dvd uitgebracht en dus moet u het bij deze Duitse Arthaus-uitgave zonder Nederlandse ondertitels stellen. Te koop in Duitse boekhandels en speciaalzaken of via Amazon.de .
EXTRA'S
Zeer interessant is het meer dan een half uur durende Interview met Volker Schlöndorff, die voor essentiële informatie zorgt bij het bekijken van deze lange documentaire film. Eigenlijk is het recommandabel om die extra op voorhand door te nemen, want dan weet u precies wat de makers in petto hebben en hoe u dat moet interpreteren. Het zeer korte Interview met Juliane Lorenz stelt teleur. Uiteraard is er ook nog een Originele Bioscooptrailer en een zgn. Tijdsband, een aantal schermen met de chronologie van de RAF-aanslagen, de opsluitingen, de veroordelingen en de reacties van de Duitse politie en de Duitse overheid.
CONCLUSIE
Deutschland Im Herbst is één van de vele documentaire films die in de loop van dertig jaar aan het RAF-terrorisme in Duitsland in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw zijn gewijd. Het is evenwel de enige film die is gemaakt tijdens de gebeurtenissen zelf, waardoor de productie meer dan andere films een frisse indruk heeft bewaard van de benauwde en drukkende sfeer van het moment, mede omdat de makers – allemaal jonge en geëngageerde regisseurs - zich op één of andere manier emotioneel en intellectueel bij de gang van zaken betrokken voelden. Het resultaat is uniek en origineel. Niet alle bijdragen zijn even sterk en sommige fragmenten zijn na dertig jaar nog nauwelijks relevant omdat ze teveel inzoomen op nevenaspecten of op facetten die er nu veel minder toe doen dan destijds. De reportages van Schlöndorff over de begrafenissen, de bijdrage van R.W. Fassbinder (bijna een kwart van de film), de Edgar Reitz-enscenering aan de Franse grenspost en Schlöndorffs verfilming van Henrich Bölls Antigone zijn evenwel sterke visuele en emotionele onderdelen die de tijdsgeest en de algemene sfeer van angst en totale chaos zeer precies weergeven.