CATCH ME IF YOU CAN
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2003-08-28
FILM
Frank Abagnale sr. (Christopher Walken) is een niet al te succesvolle zakenman, die constant overhoop ligt met de belastingen, die hem tot de de laatste druppel willen uitpersen. Zijn zoon Frank jr. (Leonardo DiCaprio) kijkt enorm naar hem op, maar moet lijdzaam toezien hoe het faillissement uiteindelijk leidt tot een echtscheiding, en moeder Paula (Nathalie Baye) heeft kort daarop in no time een ander aan de haak geslagen. Frank Jr. geraakt op drift, en moet maar zijn eigen boontjes zien te doppen. Maar dát is nu net waar hij steengoed in is; als tiener al had hij op zijn nieuwe school zich een week lang voorgedaan als de interim-leerkracht, en op de kortste keren tijd belandt hij op de luchthaven, waar hij zich uitgeeft voor piloot. Niet dat het vliegen hem zo interesseert, wel dat het pilotenwezen in de maatschappij van de jaren '60 genoeg vertrouwen opwekt opdat piloten zonder dat iemand wantrouwig wordt, overal betalen met cheques. Franks namaakcheques zijn van een bijzondere kwaliteit, en op de duur kent hij zodanig de knepen van het vak, dat tegen de tijd dat de politie hem opgespoord heeft, de vogel alweer is gaan vliegen naar een ander nestje. Frank wil aan de maatschappij in het algemeen en aan zijn vader in het bijzonder bewijzen hoe succesvol hij wel is, maar dat is zonder de ijver van FBI-agent Carl Hanratty (Tom Hanks) gerekend. De inspecteur, het type dat blijkbaar achter zijn bureau geboren is, bijt zich als een bloedhond in het spoor van Frank Abagnale jr. vast; wanneer echter blijkt dat Frank intussen al voor meer dan een miljoen dollar ongedekte cheques heeft verzilverd, wordt de druk om hem te klissen wel érg hoog. En niet alleen blijft Frank uit de klauwen van de FBI, hij maakt er nog eens een sport van om ze intussen nog een potje belachelijk te maken ook. Met zijn vervalsingskunsten produceert hij ook diploma's van arts en advocaat, en weet zelfs zodanig indruk te maken op de bekende openbare aanklager Roger Strong (Martin Sheen), dat hij hem om de hand van zijn dochter Brenda (Amy Adams) kan vragen. Maar op het verlovingsfeest daagt er plots iemand op die niet op de uitnodigingenlijst stond: Carl Hanratty.
Na het zwaarmoedige
Artificial Intelligence en de briljante SF-film noir
Minority Report had Stevie blijkbaar de smaak weer eens te pakken gekregen om een ongecompliceerde rechtlijnige avonturenfilm te maken, liefst met niet te veel diepgang, en hij vond inspiratie in het levensverhaal van voormalig meestervervalser Frank Abagnale jr. Ook het feit dat diens strapatsen zich voornamelijk in de jaren '60 afspeelden, was voor Spielberg het gedroomde excuus om zich nog eens met zijn volle gewicht op de swinging sixties te storten. Voor de hoofdrol trok hij de snotneus aller snotneuzen, Leonardo DiCaprio aan, en alhoewel die over de nodige flair (en uiteraard over de nodige pretentie) beschikt om die rol zonder problemen aan te kunnen, vergt het soms wat van het verbeeldingsvermogen van de kijker om zich voor te stellen dat zijn personage slechts 18 jaar zou zijn. En dat van de horde vrouwelijke aanbidders die achter zijn lijf loopt, hij Jennifer Garner laat staan voor een gibberende kleuter met een beugel die lijkt gestolen te zijn uit het Museum voor Schone Kunsten, dat gelooft U toch zelf niet, zeker? Daar recht tegenover staat Tom Hanks als de beendroge, compleet humorloze agent Carl Hanratty, die niet weet hoe hij een schietijzer moet vasthouden, vlug in zijn ego gekrenkt is, en enkel maar schijnt te kunnen glimlachen als hij een verdachte achter de tralies kan draaien. Hanks is duidelijk een meer doorwinterd acteur, en toont met deze rol nog maar eens zijn veelzijdigheid. Weer echter bekruipt ons de twijfel naar de accuraatheid van Spielbergs portrettering van de FBI-agenten als een bende stoffige archivarissen (alhoewel dan het mysterie waarom het FBI de aanslagen van 11 september 2001 niet zag aankomen, meteen opgelost zou zijn). De show wordt voornamelijk gestolen door Christopher Walken, die als de door narigheid, pech, een echtscheidingsprocedure en de belastingen achtervolgde Frank Abagnale sr. toch nog fier als een gieter staat te janken als een klein kind wanneer hij van zijn gefortuneerde zoon een Cadillac cadeau krijgt.
Nu, wat houdt de film dan toch zo boeiend? De achtervolging natuurlijk, waarbij Abagnale met zijn van zelfvertrouwen overlopende ego telkens weer Hanratty te kakken zet, gecombineerd met het waanzinnige gegoochel waarmee Abagnale jr. erin slaagt om zich telkens op het cruciale moment te verpoppen in een andere identiteit. En voor een dergelijke film komt dan nog maar eens de meester-verteller in Spielberg boven, die in perfecte synergie met componist John Williams de éne suspense-scène op de andere laat volgen, en dat bovendien mooi aankleedt met erg sprekende beelden, zoals de ronddolende revolvers die achteraf blijken te behoren aan Hanratty en zijn twee niet bepaald overgekwalificeerde hulpjes. Die beeldtaal is een middel dat alleen de groten der aarde zoals Spielberg perfect kunnen aanwenden; kijk na de film nog maar eens opnieuw naar de begingeneriek, en je merkt dat de simplistisch aandoende tekenfilm feitelijk een samenvatting van de film vormt. Op al die kleine details is er netjes gelet, en dat geeft je als filmkijker een goed gevoel. Alleen het einde van de film kan voor de nodige discussie zorgen: de éne zal beweren dat de gebeurtenissen ná Abagnales arrestatie net de kern van de film vormen, een kritikaster zal zich misschien ergeren aan het feit dat er in onvervalste Hollywood-traditie alweer eens een complete stijlbreuk wordt begaan in het geforceerde happy end. U mag zelf beslissen wat U erover vindt.
BEELD EN GELUID
De DTS-geluidstrack is een fijn subtiel werkje, dat misschien niet uitblinkt in volume of frequentie, maar toch aan de nodige scènes, vooral dan die op de luchthaven, dat beetje extra dynamiek meegeeft. De illusie van overvliegende toestellen in de achtergrond wordt door de split-surround zeer goed geëvoceerd, en hierin wint de DTS-track het dan van de overigens ook niet slechte Dolby Digital 5.1-track. Beide tracks hebben duidelijke dialogen, die in evenwicht zijn met de muziek.
Maar de hoge score op gebied van beeld wordt flink teniet gedaan door de gebrekkige beeldkwaliteit. Het beeld is verknipt van een cinematische 1.85:1-verhouding naar 1.78:1, maar dit is een minimale ingreep waar we niet over vallen, en het beeld is anamorfisch gecodeerd. Eerste groot probleem is ongetwijfeld de scherpte, of liever het gebrek daaraan. De makers hebben, ondanks het feit dat de film zich volledig afspeelt in de jaren '60, bewust onthouden van het gebruik van psychedelische pastelkleuren die je tegenwoordig alleen nog maar aantreft op de zelfbouwpaketten van een bekende Zweedse meubelgigant. Het resultaat is echter dat de film donker en somber oogt, en dit heeft een negatieve wisselwerking met de zachtheid van het beeld, met een soms bijna volledige afwezigheid van rode tinten. De kleurvlakken vertonen ook nogal wat chroma-noise. Maar dat is helaas niet de ergste tekortkoming: dat is grain, grain en nog eens grain. In onze hoedanigheid van DVD Info-medewerker zien we hopen DVD's de revue passeren, maar het ruisniveau dat we op deze disc hebben moeten weerstaan, vinden we anders enkel terug bij low-budget titels, zo erg is het met deze disc gesteld. Wat in verhouding tot de prijs absoluut niet zou mogen. Dat het beeld voor de rest vrij is van artefacts is maar een magere pleister op de wonde. Ook jammer is dat de originele opgedrukte Engelse opschriften ("Zeven jaar later" etc.) zijn verwijderd, en in de ondertitelingstrack opgenomen zijn. Want vermits de dialoog constant blijft doorlopen, en de titling daar dus middenin is gedropt, leidt dit soms tot verwarring.
Update: Eén van oplettende lezers, Dominique van Durpe, merkte op:
"I.v.m. die sterke grain: de director of photography bij deze film is Janusz Kamiski, de huis-director of photography van Spielberg. Die heeft toch de gewoonte Fuji Filmstock te gebruiken die heel grainy is. Bij zijn eigen film Lost Souls is het heel opvallend. Bij de DVD van AI en Minority Report zie je het toch ook heel goed. Waarschijnlijk is dit bij de Catch Me-DVD ook zo."
We geven deze informatie ter volledigheid aan U, beste lezer, mee.
Nog even opmerken dat de op de hoes opgegeven speelduur (95 minuten) nog niet bij benadering juist is, en dat we het raden hebben waarvoor deze film een angst-icoontje heeft gekregen.
EXTRA'S
Uiteraard bevat deze disc uiteraard geen commentaartrack, want elke zichzelf een beetje respecterende DVD-liefhebber wéét wat de heer Spielberg, Steven over commentaartracks denkt. Naast mooie geanimeerde menu's die helemaal in overeenstemming zijn met de rest van het artwork dat voor deze film werd gemaakt, bestaat de hoofdmoot van de extra's, die allemaal op de tweede disc terug te vinden zijn, uit een hele schare aan kortere en langere documentaires, sommige wel, sommige niet verder onderverdeeld in hoofdstukken, maar allemaal Nederlands ondertiteld. We overlopen:
Catch Me If You Can: Behind The Camera (17 min)
Een blik achter de schermen, maar niet zo promotioneel van aard als wat we op andere discs vaak terugvinden. Spielberg mag dan wel geen commentaartracks voorzien, de documentaires waar hij zijn medewerking aan verleent zijn zonder uitzondering allemaal interessant, en bieden een waardevolle aanvulling in een poging tot het peilen wat er allemaal in Spielbergs brein rondwaarde terwijl hij deze film draaide.
Cast Me If You Can: The Casting Of The Film (28 min)
In verschillende korte hoofdstukjes vertellen de castleden hoe ze bij deze film terecht zijn gekomen, en discussiëren ze over het personage dat ze vertolken, en hoe hun visie daarover vaak verschilde met de visie van Spielberg. Er is een play-all optie voorzien. Merk ook op dat de samenstellers van deze DVD het niet konden laten om ook Jennifer Garner in deze selectie op te nemen, alhoewel haar rol in deze film erg beperkt is. Maar rouwig zijn we daar niet over.
Scoring Catch Me If You Can (5 min)
De originele filmmuziek is (zucht, nog maar eens) van de hand van John Williams, die uiteraard vooral teruggreep naar muzikale invloeden uit de jazz-scène van de jaren '50 en de beginnende sixties.
Frank Abagnale: Between Reality and Fiction (15 min)
Hier zat U op te wachten: in deze sectie maakt U kennis met de échte Frank William Abagnale, die er uiteraard tegenwoordig een stuk gerimpelder uitziet dan DiCaprio (maar wat niet is, kan nog komen, Leo). Jammer genoeg is deze featurette in vier stukken gehakt, en is er ditmaal géén play all-optie aanwezig, ofschoon die, als die ergens had thuisgehoord, hier wel nodig was geweest. Abagnale beschrijft hoe hij inderdaad, zoals we in de film zagen, probeerde zijn ongelukkige jeugd zo snel mogelijk te vergeten, en thuis als tiener wegliep. Vervolgens weidt hij uit over hoe hij sommige valse documenten fabriceerde (deze featurette is, helaas, veel te kort), en ook geen enkele moeite had om zich als achttienjarige achtereenvolgens als piloot, dokter en advocaat voor te doen. En natuurlijk hoe hij geklist werd.
The FBI Perspective (7 min)
In deze featurette laat men een gepensioneerde FBI-agent aan het woord, die als technisch adviseur op de set aan de slag mocht, en moest toezien dat de beschrijving van de werking van het FBI in de jaren '60 zo correct mogelijk werd weergegeven.
Catch Me If You Can: In Closing (5 min)
Zoals op het einde van het televisienieuws: herhaling van de hoofdpunten en aftiteling. Waaruit blijkt dat men inderdaad misschien beter al deze filmpjes aan elkaar had gebreid tot één langere featurette.
Tot slot vinden we op de disc nog drie fotogalerijen met een kleine honderd productiefoto's. Vooral bij de foto's over de kleding kan je met één druk op de knop het ongedragen kostuum vergelijken met het stukje film waar het in gedragen wordt.
CONCLUSIE
Catch Me If You Can bewijst nog maar eens dat Spielberg van alle markten thuis is, maar tegen de rest van zijn oeuvre uitgezet is dit een luchtig, maar vermakelijk tussendoortje. Een verhaal met veel bravoure, maar niet altijd even geloofwaardig, en duidelijk ondergeschikt aan de stijl, zo zouden we het nog het beste kunnen samenvatten. Verder wordt op de extra-schijf getoond hoe men van één - weliswaar interessante - documentaire een hele reeks documentaires kan maken met behulp van een simpele schaar. Zo lijkt het bij het bekijken van de disc dat je een ik weet niet hoe gevulde bonusschijf gaat krijgen, terwijl qua gewicht het bonusmateriaal vergelijkbaar is met andere langere documentaires, zoals die op
The Silence Of The Lambs, Braveheart of
Dancer In The Dark. Dit vinden we op zijn zachtst gezegd een beetje misleidend, en verantwoordt zeker de (veel te) hoge winkelprijs niet. En wat de deur helemaal dichtdoet is de ondermaatse beeldkwaliteit.