DOUBLE VIE DE VÉRONIQUE, LA
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2006-03-19
FILM
Weronika (Irène Jacob) is een jong meisje uit het Krakow van begin jaren '90, een jonge deerne die veel intenser schijnt te leven dan de mensen rondom haar. Ze heeft een stem als een nachtegaal, maar net zoals de nachtegaal haar mooiste lied zingt als ze sterft, is ok haar geen lang leven beschoren. Wanneer ze eindelijk haar grote kans krijgt om met een orkest als soliste op te treden, begeeft haar hart het. In Frankrijk woont Véronique (Irène Jacob), die niet alleen exact hetzelfde eruit ziet als Weronika, maar ook dezelfde kwalen en dezelfde karaktertrekken deelt. Alleen verloopt haar leven klaarblijkelijk anders: doordat ze op tijd te weten komt dat ze aan een hartkwaal lijdt, geeft ze haar zangcarrière op, en wijdt ze zich aan haar taak als muzieklerares. Op het moment dat Weronika overlijdt, beseft ze echter op de één of andere mystieke manier dat een deel van haarzelf is gestorven, maar ze kan haar gevoelens niet onder woorden brengen. Na een optreden van een marionettenspeler, Alexandre Fabri (Philippe Volter), begint ze echter in achterwaartse richting de puzzel te reconstrueren naar het moment waarop de beide meisjes elkaars levenspad nét op een haar na gekruist hebben...
Net als, of misschien nog meer dan, de films uit de
Trois Couleurs-trilogie is deze
La Double Vie De Véronique een film die baadt in het mysterie, met een nauwelijks samenhangende plot enorm veel inspanning van de kijker vraagt.
La Double Vie De Véronique moet je eerder bekijken als een impressionistisch schilderij waarbij "ervaren" een nauwkeurigere omschrijving is van de opeenvolging van emoties die we voorgeschoteld krijgen, dan "begrijpen". De film is één rijk tapijt van symboliek en metaforen: spiegels, reflecties en invallend licht vertellen meer dan de schaarse dialogen die de film "rijk" is, en een groot deel van de motieven in de film blijven onuitgesproken. De fysieke conditie van Weronika/Véronique wordt bijvoorbeeld nergens bij naam genoemd, maar als Weronika onwel wordt, zien we door haar ogen de wereld met een schok schuin slaan; van Véronique weten we alleen dat ze een cardiogram heeft laten maken. Buiten de voor de hand liggende parallellen in de levens van beide meisjes, zoals de gewoonte om met een gouden ring over een randje onder hun ogen te wrijven, wordt de voornaamste connectie tussen de beide levens aangereikt door de poppenspeler, die ook kinderboeken schrijft en als één van de ideeën voor een mogelijk boek net expliciet het evenwijdig lopende leven van de twee meisjes voor ogen heeft. De manier waarop hij echter Véronique achtervolgt, lijkt eerder op stalking, en op de één of andere manier kan hij haar bestoken met voorwerpen die aan Weronika hebben toebehoord. Hij is nochtans uiteindelijk ook diegene die de bijna-ontmoeting tussen de meisjes aan het licht brengt, en dit komt zelfs voor hem als een complete verrassing; de onbewuste en impulsieve Véronique barst daarop in tranen uit, omdat ze plots beseft wat voor een verlies al de hele tijd zat te wringen in haar onderbewuste.
Maar waar gáát de film nu over?
Well, fuck me blind...: over het oeuvre van Kieslowski zijn al liters inkt gevloeid, waarvan minstens de helft over deze film alleen, en tóch is het mogelijk om, zelfs als geoefend arthouse-kenner, na een zoveelste visie nog een laag weg te schrapen en nieuwe elementen in het verhaal te ontdekken. Ondanks het feit dat een enkeling links of rechts deze film als pretentieuze arthouse-bagger zal omschrijven, en sommige filistijnen na een eerste kijkbeurt waarschijnlijk er geen ruk aan vinden en de moeite niet doen om de film een tweede kans te gunnen. Alhoewel ik na de zoveelste visie
La Double Vie De Véeronique toch nog niet helemaal doorgrond heb, blijft de film - overigens niet alleen op mij - een hypnotiserende aantrekkingskracht uitoefenen. Het was overigens voor me persoonlijk de allereerste kennismaking met de meer artistieke film, die in die hoedanigheid een zeer diepe indruk op me achterliet, ondanks het feit dat ik er destijds waarschijnlijk nog minder van snapte dan nu. Toegegeven,
La Double Vie De Véronique is een intellectuele uitdaging, die zich dan best ook laat bekijken als één lange droomsequentie van indrukken, waar je vooral geen narratieve verhaallijnen mág in zoeken. Het is misschien interessant om naast de overeenkomsten ook eens naar de verschillen in de levens van de beide hoofdrolspeelsters te kijken: Weronika is de onschuld zelve, naïef en onbewust van het kwaad van de wereld, op een bijna poëtische manier. De revolutionaire
fuck all communists-sfeer die in het Polen van begin jaren '90 hangt, schijnt haar compleet voorbij te gaan. Véronique daarentegen is wat we in Antwerpen een
triestige kasplant noemen, aantrekkelijk maar eenzaam, wanhopig op zoek naar een soort van spiritueel evenwicht, dat haar telkens weer schijnt te ontglippen. Weronika is een "hemels" figuur: als klein meisje, in de openingsscène, krijgt ze haar spiritueel besef dat ze niet alleen is op de wereld door naar de sterren te kijken; Véronique is meer "aards", en kijkt op hetzelfde moment naar het vallen van de bladeren. Weronika sterft en Véronique blijft leven... de éne schijnt zichzelf op de één of andere transcendente manier "opgeofferd" te hebben voor de andere. Weronika is daardoor een soort van "reddende engel" voor Véronique, waar ze echter het bestaan niet van afweet. Haar tragische lot wordt weerspiegeld in het poppenspel van Alexandre, waarin een vrouw die op Weronika/Véronique lijkt eerst een been breekt, dan sterft, en uiteindelijk verrijst, als een vlinder de vleugels openslaat en ten hemel stijgt. Toch zijn de vrouwen geen "engelen" in de strikt Pools-katholieke zin van het woord, en ze hebben beide een méér dan gezonde seksuele appetijt (die we, tot groot jolijt van de fans van Irène Jacob in alle details te zien krijgen). Beide meisjes hebben ook een zeer afhankelijke band met hun vader, doordat hun beide moeders vroeg (aan dezelfde hartkwaal?) zijn overleden. Waar de vaders erg gelijkende personages zijn, en er nog wel een paar erg op elkaar lijkende figuren rondlopen die in de levens van beide meisjes een rol spelen, is de relatie met de poppenspeler, die tegelijkertijd misschien wel de
kindred spirit is waar Véronique naar op zoek is, maar tegelijkertijd een meedogenloze bloedhond die zijn prooi niet loslaat, veel complexer dan de ongecompliceerde Antek (Jerzy Gudejko), die zijn dagen schijnt te vullen met Véronique achterna te rijden op zijn
mobiletje, en altijd paraat is voor een partijtje vlugge seks in het steegje.
Alhoewel
La Double Vie De Véronique een indrukwekkend staaltje filmkunst is, en de dramatische muziek van Kieslowski's hofcomponist Zbigniew Preisner door merg en been snijdt, mist de film toch een beetje de cynische ondertoon van
Blanc. Kieslowski's eerste keuze voor de hoofdrol was Juliette Binoche uit
Bleu, maar die kon zich niet vrijmaken omdat ze op hetzelfde ogenblik op de set van
Les Amants Du Pont-Neuf stond. De dubbele hoofdrol ging in tweede instantie naar de redelijk onervaren Zwitserse actrice Irène Jacob (
Rouge), die naast een prettig snoetje ook een bijzonder rijk gamma aan verschillende emoties tentoon spreidt in deze prent. Jacob won er prompt de prijs voor beste actrice op het festival van Cannes mee. Spijtig genoeg heeft haar carrière in de States door het succes van de film geen hoge vlucht genomen, en heeft het haar totnogtoe als enige noemenswaardige wapenfeit enkel een klein bijrolletje in
US Marshals opgeleverd. Dit in tegenstelling tot Juliette Binoche, die ongelofelijk scoorde met haar bijrol in
The English Patient. Deze film bewijst echter dat Jacob zonder moeite op haar eentje zeer moeilijke filmrollen kan dragen, en abstracte begrippen zoals eenzaamheid in een paar simpele gestes kan overbrengen.
BEELD EN GELUID
Kieslowski's filmstijl is zeer intiem, met veelvuldig gebruik van close-ups, camerastandpunten die de bewegingen van de personages volgen, en kleurfilters die de emotionele schakeringen moeten onderstrepen. De uitgave van A-film is identiek aan deze van MK2 die in het Franse taalgebied al een tijdje te krijgen is: een goede, zij het (bewust?) wat korzelige anamorfische transfer van het originele 1.66:1-formaat geeft een warme indruk, met zeer weinig compressieproblemen, ook al omdat de redelijk korte film toch een dubbellaagse transfer heeft meegekregen, een hoog contrast, rijke kleuren, afkomstig van een zo goed als onbeschadigde bron. De meerwaarde in de Dolby Digital 5.0-track ten opzichte van de Dolby Surround 2.0-variant moet vooral gezocht worden in de manier waarop de muziekscore van Zbigniew Preisner tot zijn recht komt. Daarnaast worden de surroundkanalen subtiel gebruikt voor onder meer de geluiden op de audiocassette die Véronique krijgt toegestuurd, ruimtelijk goed te laten doorklinken. Wat wel een storend euvel is, is dat de overdubbing van Irène Jacob in het Pools (de actrice spreekt geen gebenedijd woord Pools) soms iets te veel opvalt, maar naar we ons menen te herinneren was dit eigen aan de film en geen onvolkomenheid van de transfer.
EXTRA'S
Buiten het feit dat we binnen afzienbare tijd deze film ongetwijfeld in een 1-discrelease in de Quality Film Collection mogen verwachten, raden we U toch aan om in dit geval voor de 2-discversie te gaan. Het enige wat ons aan deze release wezenlijk en mateloos irriteert zijn de eindeloze copyright-schermen. Op de bonusdisc treft U onder meer een zeer lang interview (52 min!) met Krzysztof Kieslowski aan; als U echter meent dat de film U hierdoor duidelijker zal worden, moeten we U teleurstellen, want Kieslowski is in zijn uitleg mogelijk nog vager dan in zijn films. Minder diepzinnig is het interview met Irène Jacob (17 min.), die het vooral over de samenwerking met de intussen overleden regisseur heeft. Wie meer wil weten over de Poolse cinema in het algemeen en de carrière van Kieslowski in het bijzonder, kunnen we de documentaire "Kieslowski, Pools Filmmaker" van een half uur aanraden, een werkstuk van Luc Lagier, dat een perfecte inleiding zou kunnen vormen voor de Kieslowski-leek, en de parallellen trekt tussen zijn oeuvre en de politieke ontwikkelingen in het na-oorlogse Polen.
Als bijzondere afsluiter in deze les Poolse cinema voor beginners, krijgen we vier Poolse zwart-wit kortfilmpjes te zien, met inleiding, waarvan drie van de hand van de meester, waarbij de overeenkomst het leven van alledaagse Polen schijnt te zijn. "The Musicians" (10 min. 1958) is geregisseerd door Kazimierz Karabasz, en toont ons enkele Poolse fabrieksarbeiders die zich na de uren in de plaatselijke harmonie uitleven. Kieslowski stelt dat hij erg geïnspireerd was door deze film. Daarna volgt "Fabryka" (Factory, 17 min. uit 1971, op de hoes onterecht gedateerd uit 1970), een (communistisch) werkstukje over een fabriek van landbouwmachines, waarin de oversten een flink potje discussiëren over de te voeren strategie, "Szpital" (Hospital, 20 min., 1976), een dag "het leven zoals het is" voor het personeel van een Pools ziekenhuis, en tenslotte "Dworzec" (Railway Station, 14 min., 1980) , een schets van het hectische leven op een perron in Warschau, waarbij de alomtegenwoordige staat het blijkbaar niet kan laten om de passagiers langs alle kanten te bespioneren. De films zijn zeer verschillend van Kieslowski's latere werk met meer religieuze inslag, zoals
Dekalog; religie en spiritualiteit zou het verdere oeuvre van de regisseur blijven beheersen, tot en met de trilogie over hemel, hel en vagevuur die hij door zijn voortijdige dood nooit zou afmaken. Jonge filmmakers als Tom Tykwer zouden echter met films als
Heaven het werk van de meester afmaken.
CONCLUSIE
La Double Vie De Véronique is een passionele en gedreven film, die helaas niet voor iedereen zal weggelegd zijn. Toch is het een indrukwekkende prent van een filmmaker met visie, die helaas niet meer onder ons is.